Het voertuig van de betrokkene stond zodanig op de fietsstrook dat hinder en (mogelijk) gevaar werd veroorzaakt voor fietsers die er niet langs konden en in de regenachtige spits moesten uitwijken naar de rijbaan. Ook leverde dit hinder op voor weggebruikers voor wie de toegang tot of het vertrek uit het parkeervak werd geblokkeerd. Niet valt in te zien waarom het de ambtenaar in deze situatie niet vrijstond om een sanctie op te leggen op grond van artikel 5 WVW 1994.