In 2011 is A tweemaal betrokken geweest bij een verkeersongeval. Zij heeft B verzocht rechtsbijstand te verlenen bij het verkrijgen van schadevergoeding. In 2014 hebben A en B in dit kader een opdrachtovereenkomst ondertekend. In 2015 heeft A de overeenkomst rechtsgeldig opgezegd en heeft C de behandeling van de zaak van B overgenomen. In deze procedure vordert B primair dat A wordt veroordeeld tot betaling van een vergoeding van € 18.150 (€ 15.000 + € 3.150 BTW) aan B.