arbeidsongeschiktheidsverzekering

VR 2022/138 Uitleg polisvoorwaarden AOV. Geen zuivere schade- of sommenverzekering, maar gemengd karakter. Voordeelsverrekening niet redelijk.

Jurisprudentie

In 2017 is X en Y een ongeval overkomen. De door Y bestuurde auto, met X als passagier, is van achter aangereden door een door A bestuurde auto. X heeft hier meerdere klachten aan overgehouden. De auto van A is verzekerd bij Baloise, die aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkent. X en Y hebben zich voor afwikkeling van de schade eerst gewend tot hun SVI-verzekeraar ZLM. ZLM wikkelt de schade af met een slotuitkering, waarbij ze haar uitkering aan X deels met de door hem ontvangen AOV-uitkering verrekent. X en Y wenden zich tot Baloise voor de verdere afwikkeling van de schade

VR 2021/85 Aanrijding werknemer; verhaalsrecht werkgever voor doorbetaald loon.

Jurisprudentie
Op 26 mei 2012 is een 57-jarige wiskundeleraar (A) van achteren aangereden door een verzekerde van B. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. A heeft zijn werkzaamheden als docent na het ongeval niet meer hervat. De werkgever van A (C) heeft het loon aan A doorbetaald tot en met 26 mei 2014. B heeft het loon dat C aan A heeft doorbetaald over de periode 26 mei 2012 tot 1 september 2012 aan C vergoed. C vordert dat B op grond van art. 2 Verhaalswet Ongevallen Ambtenaren (VOA) veroordeeld wordt tot vergoeding van het loon dat C aan A heeft doorbetaald over de periode

VR 2020/43 Voordeeltoerekening van AOV-uitkeringen in letselzaken

Artikel
VR 2020/43 Voordeeltoerekening van AOV-uitkeringen in letselzaken Mr. E.W. Bosch * * Advocaat-Partner bij Vogelaar Bosch Spijer Advocaten te Honselersdijk. Dit artikel is de uitwerking van een presentatie in het kader van het Gronings Letselschadecongres van 7 oktober 2019. Inleiding Het onderwerp van deze bijdrage is “de voordeeltoerekening in letselzaken”. 1) Zoals bekend bepaalt art. 6:100 BW: “Heeft een zelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet, voor zover dit redelijk is, dit voordeel bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening

VR 2019/179 Overeenstemming over bedrijfseconomisch onderzoek doordeskundige, verzoek om aanvullend voorschot schadevergoeding en verrekeningAOV-uitkering.

Jurisprudentie
Verzoeker is zelfstandig gevestigd smid/lasser. Op 7 november 2007 is verzoeker tijdens de uitoefening van laswerkzaamheden een ongeval overkomen. Tijdens het laden en lossen van een op een vrachtwagen geplaatste container is een deur/klep van de container losgeschoten, waardoor verzoeker is geraakt. Verzoeker heeft als gevolg van het ongeval letsel opgelopen. TVM heeft als WAM-verzekeraar van de vrachtwagen de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Sinds het ongeval ontvangt verzoeker een arbeidsongeschiktheidsuitkering (hierna: AOV-uitkering) van De Amersfoortse

VR 2019/45 Deelgeschil; verkeersongeval; verrekening AOV met schadevergoeding?

Jurisprudentie
Op 5 oktober 2011 is verzoeker als fietser slachtoffer geworden van een verkeersongeval waarbij hij letsel heeft opgelopen. Hij was op dat moment werkzaam als ondernemer en had in dat verband een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. De arbeidsongeschiktheidsverzekeraar heeft uitkeringen gedaan in verband met de arbeidsongeschiktheid naar aanleiding van voornoemd ongeval. Reaal is als WAM-verzekeraar jegens verzoeker aansprakelijk voor de schade als gevolg van het ongeval. Dit deelgeschil stelt de vraag aan de orde of de uitkeringen uit de AOV moeten worden verrekend met de

VR 2016/146 Cassatieberoep tegen uitspraak in hoger beroep tegen
deelgeschilbeschikking.

Jurisprudentie
Het betreft een cassatieberoep in hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking. Eerst behandelt de Hoge Raad de ontvankelijkheid van het beroep. Beroep tegen een deelgeschilbeschikking staat open, indien de rechter hiertoe verlof heeft verleend. Ook moet worden aangenomen dat ingevolge art. 1019cc lid 3 Rv in verbinding met art. 398 cassatieberoep openstaat tegen de uitspraak in het hoger beroep dat op de voet van art. 1019cc lid 3 Rv tegen een deelgeschilbeschikking is ingesteld. Vervolgens is aan de orde of de procedure die op de voet van art. 1019 cc wordt ingeleid een dagvaardings- of