beroepsaansprakelijkheid

VR 2023/47 Naar een nieuwe afwikkeling van medische schade?

Artikel
VR2023-4_illu
Als er iets misgaat in de behandeling van een patiënt, is het belangrijk dat de zorgverlener of zorgaanbieder open is naar de patiënt of diens nabestaanden. Onderzoek van Smeehuijzen e.a. naar de opvang en schadeafwikkeling na ongewenste gevolgen van medisch handelen liet zien dat patiënten er belang aan hechten dat zij goed worden geïnformeerd over wat er is gebeurd en wat de zorgaanbieder doet om daar achter te komen; dat er verantwoordelijkheid wordt genomen en eventueel excuses worden gemaakt; dat er duidelijkheid wordt gegeven over de gevolgen voor de gezondheid van de patiënt, dat er maatregelen worden genomen ter voorkoming van een vergelijkbare gebeurtenis in de toekomst en dat financiële schade wordt vergoed. Smeehuijzen e.a. brengen e.e.a. samen onder de noemer ‘open disclosure’. De auteurs constateren dat aan de behoeften van patiënten nog niet altijd tegemoet wordt gekomen.

VR 2017/75 (Geen) Beroepsfout letselschadeadvocaat; voorbehoud
vaststellingsovereenkomst.

Jurisprudentie
X (appellante) is in 1994 op 12-jarige leeftijd een ongeval overkomen waarbij zij haar linkerenkel gebroken heeft. Een maand later is zij (in het loopgips) ten val gekomen op het ijs, waarbij haar patellapees gescheurd is. Dit letsel staat in causaal verband met het ongeval. Al voor het ongeval was X onder behandeling van een orthopeed, wegens een beenlengteverschil en diverse daaraan gerelateerde klachten. Bijgestaan door geïntimeerde (letselschadeadvocaat) heeft X in 1998 een vaststellingsovereenkomst (vso) gesloten met Ohra, de verzekeraar van degene die aansprakelijk was voor het ongeval

VR 2017/44 Beroepsfout schaderegelaar, verjaring,verkeersaansprakelijkheid, bewijs.

Jurisprudentie
Geïntimeerde is op 2 augustus 1992 in Schotland het slachtoffer geworden van een verkeersongeval. Geïntimeerde zat als passagier achterop een door X bestuurde motor. De eerste motorfiets in de formatie werd bestuurd door Y. X bestuurde de derde motor. Y verloor in een bocht naar links de macht over het stuur van zijn motorfiets. X probeerde de motorfiets van Y links te passeren, maar kwam in de berm terecht en viel. Geïntimeerde raakte bij die val een rotsblok en liep letsel op. Geïntimeerde heeft met appellante in 1995 een schaderegelingsovereenkomst gesloten. Appellante heeft een procedure

VR 2017/09 Verkeersongeval; beroepsaansprakelijkheid advocaat.

Jurisprudentie
Appellant is in december vroeg in de ochtend als voetganger op de provinciale weg aangereden en heeft daarbij (zeer) ernstig letsel opgelopen. Bij politieonderzoek is niet gebleken dat de automobilist de maximumsnelheid had overtreden, maar wel dat hij onder (forse) invloed van alcohol verkeerde. De WAM-verzekeraar heeft aangeboden 50% van de schade te vergoeden, gelet op de eigen schuld aan de zijde van appellant. De door appellant ingeschakelde advocaat X heeft hem geadviseerd dit aanbod te accepteren, wat appellant heeft gedaan. Appellant spreekt nu X aan en voert aan dat zij hem ten

VR 2016/153 Beroepsfout advocaat door geen grieven in te dienen.

Jurisprudentie
Het niet indienen van grieven tegen de berekeningsmethode van het hof, maar slechts tegen vaststelling van de resterende verdiencapaciteit en de looptijd van het verlies zelfwerkzaamheid, is aan te merken als een beroepsfout van gedaagde. Hieraan ligt ten grondslag dat de rechtbank voorbij is gegaan aan de in letselschade zaken gebruikelijke methodiek en een eigen berekeningswijze heeft toegepast. Het had op de weg gelegen van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat gelegen om expliciet grieven aan te voeren tegen de door de rechtbank gehanteerde berekeningswijze. De rechtbank gaat