bewijsmiddelen

VR 2019/102 Bewijsoordeel en betekenis veroordeling voor plegen/uitlokken
van valsheid in geschrifte en meineed voor het als bewijs dienen van eigen verklaring.

Jurisprudentie
Op 27 september 2001 heeft een aanrijding plaatsgevonden op een kruising door een door eiser 1 bestuurde auto en een door betrokkene 1 bestuurde bestelauto. Betrokkene 1 is een zoon van verweerster. Dit had letselschade tot gevolg. Eiser 1 was ten tijde van de aanrijding verzekerd bij Allianz, die de aansprakelijkheid voor het ongeval heeft erkend. In de procedure vordert verweerster veroordeling van Allianz tot vergoeding van door haar geleden en te lijden schade ten gevolge van het ongeval. Bij tussenvonnis heeft de rechtbank verweerster opgedragen te bewijzen dat zij als passagier in de

VR 2017/123 Deelgeschil; verkeersongeval; toedracht onduidelijk; geenaansprakelijkheid.

Jurisprudentie
Verkeersongeval tussen verzoeker (scooter) en verweerder (motor). Verzoeker haalde verweerder in. Beiden reden betrekkelijk zacht. Verzoeker is tegen de motor van verweerder aangekomen en gevallen. Verzoeker stelt dat verweerder plotseling linksaf sloeg, terwijl verweerder en een getuige verklaren dat hij gewoon rechtdoor reed. Volgens de getuige kwam verzoeker bovendien kort voor het ongeval van links de weg op en vond het ongeval plaats terwijl hij de bocht naar links nog aan het voltooien was, terwijl verzoeker zelf stelt dat hij al langer achter verweerder reed. Verweerder kan slechts

VR 2017/33 Lessen bij het passeren van de poort van het aansprakelijkheidsrecht in geval van letselschade

Artikel
VR 2017/ 33 Lessen bij het passeren van de poort van het aansprakelijkheidsrecht in geval van letselschade Verslag van het 28 e congres van de Vereniging van Letselschade Advocaten Mw. mr. J.T. Hiemstra * * Promovenda en werkzaam als docent bij de vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht van de Rijksuniversiteit Groningen. Op vrijdag 27 januari 2017 vond het 28 e LSA congres plaats in het chique hotel Huis ter Duin te Noordwijk aan Zee. Het thema van het congres, ‘wie eist bewijst, wie stelt krijgt geld’, bood ruimte voor een gevarieerd programma met uiteenlopende opvattingen van de

VR 2016/178 Deelgeschil, verkeersongeval, bewijslevering in deelgeschil.

Jurisprudentie
Verzoeker bestuurde in 2007 de auto van X op de snelweg, met X en Y als passagiers. Er zat een bumperklevende personenauto achter hen. Nadat deze hen inhaalde is verzoeker van de weg geraakt en over de kop geslagen. Over de toedracht is men het niet eens. Verzoeker stelt (in 2012) dat X, die zich opwond over het bumperkleven, een ruk aan het stuur heeft gegeven. X stelt dat de inhalende bumperklever hen de weg heeft afgesneden. Y heeft eerst de lezing van X bevestigd. Tijdens een voorlopig getuigenverhoor heeft hij echter onder ede gesteld dat X hem onder druk had gezet en dat de lezing van

VR 2016/136 Verkeersongeval; bewijs toedracht; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Verzoeker reed op een snorscooter op het fietspad rechts naast de Parallelweg, waar verweerder in een auto reed. Op de kruising stonden de verkeerslichten voor beiden op groen. Verweerder is rechtsaf geslagen, waarbij verzoeker (die rechtuit ging en derhalve voorrang had op verweerder) niet meer kon stoppen en een ongeval heeft plaatsgevonden. Uit de verklaring die verweerder kort daarop (als verdachte) tegen de politie aflegde, blijkt dat hij verzoeker eerder wel had zien rijden op het fietspad, maar hem bij het afslaan over het hoofd heeft gezien. Hij heeft geremd zodra hij het geluid van