causaal verband

VR 2017/85 Deelgeschil; causaal verband ongeval/klachten; De
Greef/Zwolsche Algemeene.

Jurisprudentie
Op 24 augustus 2008 was verzoekster als passagier betrokken bij een ongeval, waarbij de auto waarin zij zat van achteren werd aangereden door een auto die zo'n 60 km/u harder reeds (100 tegenover 160). Sinds het ongeval uit zij klachten. Er hebben verschillende tweezijdige expertises plaatsgevonden: door een neuroloog, een neuropsycholoog en een verzekeringsarts. De neuroloog en de neuropsycholoog kunnen geen verklaring geven voor de klachten, hoewel die wel consistent lijken te zijn. De neuropsycholoog ziet aanwijzingen voor onderpresteren. De verzekeringsarts neemt beperkingen in het

VR 2017/61 Deelgeschil, whiplash, causaal verband, predispositie.

Jurisprudentie
Eiser reed met 100 km/u op de snelweg toen hij werd aangereden door een vrachtwagen. De WAM-verzekeraar van de vrachtwagen heeft aansprakelijkheid erkend. De discussie spitst zich toe op de vraag of er causaal verband bestaat tussen het ongeval en de klachten van eiser. Een drietal onafhankelijke deskundigen heeft gerapporteerd. Hun conclusies komen erop neer dat eiser voorafgaand aan het ongeval al psychische klachten had, met een sterke neiging tot somatiseren (het lichamelijk uiten van spanningsklachten). Er is weliswaar sprake van een (grotendeels) consistent klachtenpatroon, maar deze

VR 2017/44 Beroepsfout schaderegelaar, verjaring,verkeersaansprakelijkheid, bewijs.

Jurisprudentie
Geïntimeerde is op 2 augustus 1992 in Schotland het slachtoffer geworden van een verkeersongeval. Geïntimeerde zat als passagier achterop een door X bestuurde motor. De eerste motorfiets in de formatie werd bestuurd door Y. X bestuurde de derde motor. Y verloor in een bocht naar links de macht over het stuur van zijn motorfiets. X probeerde de motorfiets van Y links te passeren, maar kwam in de berm terecht en viel. Geïntimeerde raakte bij die val een rotsblok en liep letsel op. Geïntimeerde heeft met appellante in 1995 een schaderegelingsovereenkomst gesloten. Appellante heeft een procedure

VR 2017/43 Laster en bedreiging; psychisch letsel; verlies arbeidsvermogen; smartengeld.

Jurisprudentie
Geïntimeerde heeft appellant van 1997 tot 2008 (anoniem) stelselmatig gestalkt met beledigende, bedreigende en onterende teksten, gericht aan appellant zelf en diens sociale omgeving. In verband hiermee is appellant onder meer onder psychologische behandeling gekomen en is hij diverse malen ziekgemeld wegens overspanning. Ook is appellant in 2000 en 2003 ontslagen bij zijn toenmalige werkgevers. Van 2007 tot 2009 is appellant als zelfstandig ondernemer werkzaam geweest. In 2012 is hij toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, met een zakelijke schuldenlast van ruim € 66.000. Appellant heeft

VR 2017/27 Ontbreken causaal verband.

Jurisprudentie
Op 11 december 2014 is eiseres betrokken geraakt bij een auto-ongeval. In verband met pijnklachten in haar nek en rug is zij opgenomen in het ziekenhuis, waar zij de volgende dag werd ontslagen nadat er bij beeldvormend onderzoek geen afwijkingen zichtbaar waren. Eiseres leed al ruim tien jaar aan Diabetes Mellitus type 2. In maart 2015 is zij onderzocht in verband met pijnklachten aan haar voet. In mei 2015 is zij opgenomen wegens een doorbloedingsstoornis, waarna wegens steeds grotere complicaties uiteindelijk beide benen tot halverwege het bovenbeen zijn geamputeerd. Volgens eiseres zijn

VR 2017/26 Verkeersongeval, whiplash, deskundige, (geen) causaal verband.

Jurisprudentie
Blijkens het eerste tussenarrest (ECLI:NL:GHSHE:2015:2764) is appellant op 30-jarige leeftijd het slachtoffer geworden van een verkeersongeval. Achmea heeft als WAM-verzekeraar aansprakelijkheid erkend. Appellant heeft whiplash-achtige klachten aan het ongeval overgehouden, maar ook psychische klachten. Enige tijd na het ongeval zijn de psychische klachten verergerd en is appellant langdurig behandeld. Appellant is volledig arbeidsongeschikt geworden. Ingeschakelde psychiaters concludeerden dat er sprake was van schizofrenie en dat die, ook zonder het ongeval, waarschijnlijk vóór het 40e jaar

VR 2017/01 Gordelloze slachtoffers en beschonken bestuurders

Artikel
VR 2017/1 Gordelloze slachtoffers en beschonken bestuurders Mr. Pauline Woudenberg * * Advocaat te Haarlem. Inleiding Het dragen van een veiligheidsgordel in de auto is sinds 1975 wettelijk verplicht. 1) In veel gevallen kan een gordel de kans op ernstig letsel drastisch verminderen. 2) Toch kunnen zich situaties voordoen waarin de gordel het ontstaan van letsel niet kan voorkomen. De vraag rijst wat de consequenties zijn voor de automobilist die geen gordel draagt en in een ongeval verzeild raakt, terwijl een andere partij aansprakelijk is voor de schade. De directe oorzaak van het ongeval

VR 2017/06, Inkomensschade, geen causaal verband, redelijke toerekening.

Jurisprudentie
Bij een aanrijding in 2000 heeft eiser, toen 18 jaar oud, zijn linkerenkel gebroken. Hij was toen werkzaam in de garage van zijn ouders en deed een opleiding voor 2 e monteur. Voor recht is verklaard dat Achmea 80% van de schade dient te vergoeden. Eiser is in 2005 een procedure gestart, die na jarenlang stilliggen in 2013 is voortgezet. De rechtbank heeft de vorderingen tot vergoeding van schade afgewezen, nu eiser deze vorderingen in het geheel niet had geconcretiseerd. Het hof oordeelt dat het verlies aan verdienvermogen niet in causaal verband staat tot het ongeval. Daarbij is van belang

VR 2016/179 Deelgeschil; causaal verband; pre-existente klachten;
buitengerechtelijke kosten.

Jurisprudentie
Verzoeker is op 19 november 2010 een auto-ongeval overkomen waarbij hij onder meer 2,5 uur bekneld heeft gezeten. Hij stelt dat hij als gevolg hiervan rugklachten heeft ontwikkeld. Vast staat dat er al eerder sprake was van rugklachten en dat er pre-existente degeneratieve verschijnselen in de rug zijn vastgesteld. Een door partijen ingeschakelde orthopedisch chirurg concludeert dat er objectief geen ongevalsgerelateerde afwijkingen kunnen worden vastgesteld. De afwijkingen in de rug zijn volgens hem geheel pre-existent en verzoeker had ook zonder het ongeval op ieder moment de klachten kunnen

VR 2016/177 Voetbalincident; letselschade; causaal verband; geen
onrechtmatigheid.

Jurisprudentie
Tijdens een voetbalwedstrijd in 2005 heeft A, belaagd door twee verdedigers van de tegenpartij, gescoord. Daarbij heeft hij echter een ernstige breuk van het linkerbeen opgelopen, als gevolg waarvan zijn onderbeen uiteindelijk is geamputeerd. A heeft B, een van de twee verdedigers, aansprakelijk gesteld. C, een oud-scheidsrechter betaald voetbal, heeft op verzoek van B een videofragment van de situatie bestudeerd en concludeert dat van een overtreding geen sprake is. Een drietal medici hebben het letsel van A en het videofragment bestudeerd om vast te stellen hoe het letsel precies is ontstaan