inhaalverbod

VR 2023/52 Rechts inhalen. Niet van rijstrook wisselen. Geen staandehouding.

Jurisprudentie

Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 240,- voor: “rechts inhalen waar dat is verboden”. Deze gedraging zou zijn verricht op 13 mei 2019 om 6:19 uur op de Rijksweg A35 in Borne met het voertuig met het kenteken XXX. De gemachtigde voert aan dat de gedraging niet is verricht. De betrokkene heeft wel rechts ingehaald, maar dat is pas gebeurd bij de afslag Almelo. Daar is sprake van een blokmarkering, zodat rechts inhalen is toegestaan. Mocht het wel bij Borne zijn gebeurd, wat de betrokkene ten zeerste betwist, dan was geen sprake van

VR 2023/46 Scooter botst tegen fietser die plotseling rechtsaf slaat. Scooter mocht niet rechts inhalen.

Jurisprudentie

Op 29 oktober 2020 is een verkeersongeval ontstaan doordat de twaalfjarige fietser Y naar rechts afsloeg, terwijl ze rechts ingehaald werd door scooterrijder X. Zij kwamen beiden ten val en X liep hierbij letsel op. X stelt ASR, de WA-verzekeraar van Y, aansprakelijk. ASR wijst aansprakelijkheid af. X verzoekt een verklaring voor recht dat ASR aansprakelijk is voor zijn schade. Y zou namelijk in strijd met art. 17 lid 1 sub a en lid 2 RVV en art. 18 RVV hebben gehandeld door geheel links te sorteren op het fietspad, waarna Y zonder richting aan te geven plotseling rechtsaf sloeg. ASR en de

VR 2023/28 Fietser komt ten val door rechts inhalende fietser. Toedracht. Causaliteit. Schadeposten.

Jurisprudentie

In de nacht van 3 op 4 november heeft een ongeval plaatsgevonden. X fietste weg bij een stoplicht, toen zij rechts werd ingehaald door fietser Y. Daarbij botsten X en Y, waardoor X ten val kwam en letsel op liep. X vordert een verklaring voor recht dat Y onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. Daarnaast vordert X schadevergoeding, nader op te maken bij staat, en een voorschot op die schadevergoeding. Zij stelt dat Y in strijd heeft gehandeld met art. 11 lid 3 RVV door rechts in te halen. Y stelt dat hij op grond van art. 11 lid 2 RVV rechts

VR 2022/182 Ongeval tussen motorrijders. Toedracht? Eigen schuld?

Jurisprudentie

Op 7 juni 2020 heeft een ongeval plaatsgevonden tussen motorrijders X en Y. X kwam ten val en liep ernstig letsel op. Y was verzekerd bij Achmea. Tussen partijen is in geschil of Y en Achmea aansprakelijk zijn voor de schade van X. Om de toedracht van het ongeval vast te stellen, gelast de rechtbank bij tussenvonnis een getuigenverhoor. Hier worden X, Y en A, een onafhankelijke derde motorrijder, gehoord. Bij eindvonnis stelt de rechtbank aan de hand van het getuigenverhoor de toedracht van het ongeval vast en oordeelt dat Y en Achmea aansprakelijk zijn. Hiertoe overweegt zij als volgt. X

VR 2021/28 Niet behoorlijk links inhalen van fietsers. Een inschattingsfout?

Artikel
VR 2021/28 Niet behoorlijk links inhalen van fietsers. Een inschattingsfout? Voorstel voor invoering van een wettelijke 1,5 meter regel Mr. E.F. Bueno * * Voorheen vicepresident inhoudelijk adviseur rechtbank Utrecht. Ruim twee jaar geleden vond een dodelijk verkeersongeval plaats tussen een lijnbus en een 14-jarige scholiere op de fiets. Het ongeval gebeurde toen de bus de fietsster ter hoogte van een zogenaamde middengeleider links probeerde in te halen. De in de beslissingen beschreven toedracht en de overwegingen die leidden tot een veroordeling, zijn aanleiding enige opmerkingen te wijden

VR 2020/158 Dood door schuld. Mate van schuld. Inhalen. Maximumsnelheid.

Jurisprudentie
De verdachte, die bekend was met de betekenis van bedoelde dubbele doorgetrokken streep, heeft een ernstige verkeersfout gemaakt door in strijd met het ter plaatse geldende verbod de voor hem rijdende Toyota te gaan inhalen en daarbij de dubbele doorgetrokken streep te overschrijden en met de door hem bestuurde personenauto (deels) op de weghelft voor het hem tegemoetkomende verkeer te gaan rijden.Deze gedraging is op zichzelf al laakbaar, maar is extra onvoorzichtig, aangezien de verdachte naar eigen zeggen, voordat hij de voor hem rijdende Toyota ging inhalen, had gezien dat er op de andere

VR 2020/61 Inhalen. Doorgetrokken streep.

Jurisprudentie
Het bepaalde in artikel 62 van het RVV 1990 in verbinding met artikel 76 van het RVV 1990 houdt een absoluut verbod in. De enkele omstandigheid dat de doorgetrokken streep is overschreden, is dan ook voldoende voor de vaststelling van de gedraging. Er is derhalve geen uitzondering van toepassing op dit verbod, ook niet als de doorgetrokken streep korter is dan voorgeschreven in artikel 2, vierde lid, van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens. Het is vaste rechtspraak van dit hof dat de bepalingen in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de

VR 2019/65 Ritsen. Rechts inhalen.

Jurisprudentie
Het door de verbalisant bestuurde voertuig en het door de gemachtigde bestuurde voertuig reden op enig moment naast elkaar, het eerste voertuig op de linker rijstrook, het tweede op de rechter rijstrook, terwijl het verkeer van de linker rijstrook diende in te voegen op de rechter rijstrook. Het betreft een situatie waarin van de verschillende weggebruikers wordt verlangd rekening met elkaar te houden en de snelheid aan te passen ten einde het invoegen (ritsen) zo soepel mogelijk te laten plaatsvinden. Het verkeer op de linker rijstrook dient daarbij te anticiperen op het verdrijvingsvlak en

VR 2019/39 Inhaalverbod. Gelding verkeersteken. Zijweg.

Jurisprudentie
Ingevolge artikel 1, aanhef en onder e, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (afgekort BABW) wordt onder een wegvak verstaan: "gedeelte van een weg tussen twee zijwegen of - indien geen zijweg aanwezig is - tussen twee punten waarop een verkeersmaatregel betrekking heeft". Het bord F1 blijft derhalve van kracht tot in ieder geval de volgende zijweg of een verkeersbord waardoor de werking van het bord F1 weer wordt opgeheven (= bord F2).In het onderhavige geval is niet gebleken dat vlak voor het kruisingsvlak een bord F2 is geplaatst. Ter plaatse is sprake van een T

VR 2018/19 Rechts inhalen.

Jurisprudentie
De betrokkene heeft reeds in het beroepschrift tegen de inleidende beschikking aangevoerd dat er sprake was van voorsorteren en dat er op de linker rijbaan meer auto's stonden voorgesorteerd dan op de rechter rijbaan, in welk geval rechts inhalen is toegestaan. Hiermee geeft de betrokkene te kennen dat er naar zijn mening sprake was van filerijden. Gelet op hetgeen de betrokkene gedurende de gehele procedure vasthoudend en consistent heeft aangevoerd, acht het hof de verklaringen van de verbalisant onvoldoende om tot de overtuiging te komen dat de betrokkene rechts heeft ingehaald waar dat