kentekenplaat

VR 2018/03 Kentekenaansprakelijkheid. Zekerheid. Gemachtigde.Draagkrachtverweer.

Jurisprudentie
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard, omdat de betrokkene niet binnen de in artikel 11, derde lid, van de WAHV gestelde termijn zekerheid heeft gesteld. De gemachtigde van de betrokkene, ten tijde van de gedraging de bestuurder van het voertuig, voert in hoger beroep aan dat de sanctie ten onrechte is opgelegd. Voorts stelt de gemachtigde dat het bedrag van de sanctie tijdig is betaald. Artikel 5 van de WAHV bepaalt - voor zover hier van belang - dat indien is vastgesteld dat de gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een motorrijtuig

VR 2017/112 Plaats kentekenplaat. Feitcode.

Jurisprudentie
De kentekenplaat van het voertuig van de betrokkene was niet aangebracht overeenkomstig de eisen zoals gesteld in artikel 7, zesde lid, van de Regeling kentekens en kentekenplaten. Daarmee heeft de betrokkene de gedraging met feitcode N010c, waarvoor hem een administratieve sanctie is opgelegd, niet verricht. Bij het niet voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 7, zesde lid, van de Regeling kentekens en kentekenplaten kan een sanctiebeschikking worden opgelegd voor de gedraging met feitcode K030a met als omschrijving 'het kenteken niet behoorlijk zichtbaar aanwezig hebben op of aan

VR 2017/40 Over speed-pedelecs en eBikes; de ene fietser is de andere niet

Artikel
VR 2017/40 Over speed-pedelecs en eBikes; de ene fietser is de andere niet Mr. P.C. Knijp * * Advocaat bij Stadermann Luiten Advocaten te Rotterdam. Inleiding In de sciencefiction-klassieker Back to the Future II 1), werd hoofdrolspeler Marty McFly (Michael J. Fox) in een tijdmachine 2) vanuit 1989 vooruitgestuurd naar 21 oktober 2015. De hoofdrolspeler belandde in een wereld met – voor 1989 – behoorlijk wat technische veranderingen. Omdat 21 oktober 2015 inmiddels achter ons ligt, kunnen we evalueren wat er aan voorspellingen daadwerkelijk is uitgekomen 3). Dat blijken er een flink aantal te

VR 2016/186 Kenteken. Kentekenplaat. Zichtbaarheid.

Jurisprudentie
De kentekenplaat was bijna horizontaal op het achterspatbord gemonteerd en daardoor volstrekt onleesbaar bij een snelheidscontrole. Uit de bewoordingen van artikel 40 WVW volgt dat een kenteken zodanig op een voertuig moet zijn bevestigd, dat het behoorlijk zichtbaar is. Een op zichzelf zichtbare kentekenplaat betekent niet per definitie dat sprake is van een behoorlijk zichtbaar kenteken in de zin van deze bepaling. Als nadere uitwerking van artikel 40 WVW schrijft de Regeling kentekens en kentekenplaten onder meer voor dat de kentekenplaat in beginsel loodrecht en in verticale stand op het