VR 2018/03 Kentekenaansprakelijkheid. Zekerheid. Gemachtigde.Draagkrachtverweer.
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard, omdat de betrokkene niet binnen de in artikel 11, derde lid, van de WAHV gestelde termijn zekerheid heeft gesteld. De gemachtigde van de betrokkene, ten tijde van de gedraging de bestuurder van het voertuig, voert in hoger beroep aan dat de sanctie ten onrechte is opgelegd. Voorts stelt de gemachtigde dat het bedrag van de sanctie tijdig is betaald. Artikel 5 van de WAHV bepaalt - voor zover hier van belang - dat indien is vastgesteld dat de gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een motorrijtuig