overmacht

VR 2024/137 Deelgeschil. Ongeval fietser - stadsbus. Gegrond beroep op overmacht.

Jurisprudentie

Op 10 juli 2020 stak X met haar elektrische (vouw)fiets de Vleutenseweg in Utrecht over. Ondanks het rode verkeerslicht voor fietsers kwam X met haar voorwiel in aanraking met de rechterzijkant van de bus die over de busbaan reed. De oversteekplaatsen op de plek van het ongeval zijn voorzien van verkeerslichten en haaientanden. X liep ernstig schedel- en hersenletsel op en is volledig arbeidsongeschikt geraakt. In deze procedure treedt Intermont als de gevolmachtigde van de WAM-verzekeraar van de vervoersmaatschappij op. X verzoekt de rechtbank om voor recht te verklaren dat Intermont gehouden

VR 2023/27 Ongeval na ruzie op de weg. A klom op motorkap van B, waarna B wegreed. Art. 185 WVW van toepassing. Sprake van overmacht; sprake van noodweer.

Jurisprudentie

Op 26 mei 2019 is een ongeval ontstaan. B reed met zijn neefje F in een bij Univé verzekerde auto. Onderweg kwamen zij een rode auto tegen met voorin twee vrouwen en achterin twee mannen, A en E. Op een gegeven moment begon A beledigingen naar B te roepen. Toen beide auto's voor een stoplicht tot stilstand kwamen, stapten A en E uit en liepen naar de auto van B. De twee vrouwen zijn vervolgens doorgereden. A sprong op de motorkop van de auto van B, begon op de voorruit te slaan, en vernielde de antenne en ruitenwissers. E bonkte op de ruit naast B. B was bang voor zijn veiligheid en de

VR 2022/119 Ongeval tussen overstekende voetgangster en automobilist. Beroep op overmacht; automobilist kan rechtens geen enkel verwijt worden gemaakt.

Jurisprudentie
Op 23 maart 2019 ontstaat een ongeval tussen voetgangster Y en automobilist X. Y stak tussen stilstaande auto's door een voorrangsweg over, waarna zij in aanraking kwam met de auto van X. Als gevolg hiervan liep zij meerdere breuken in haar rechtervoet en een verbrijzelde teen op, die later geamputeerd moest worden. De auto van X is tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij Nh1816. Namens Y stelt Univé Rechtshulp Nh1816 op grond van art. 185 WVW aansprakelijk voor de door Y geleden schade als gevolg van het ongeval. Nh1816 erkent geen aansprakelijkheid. Y verzoekt een verklaring voor

VR 2022/92 Klapband veroorzaakt ongeval. Geen onrechtmatige daad. Overmacht.

Jurisprudentie

Op 20 augustus 2018 krijgt automobilist X een klapband, als gevolg waarvan hij tegen de auto van Y aanrijdt. De verzekeraar van Y, Univé, stelt de verzekeraar van X, Baloise, aansprakelijk. Baloise wijst aansprakelijkheid af, waarop Univé naar de rechter stapt. Univé vordert schadevergoeding en stelt dat X onrechtmatig heeft gehandeld tegen Y. Baloise doet een beroep op overmacht. De rechtbank wijst de vorderingen van Univé af en overweegt hiertoe als volgt. In beginsel kan een aanrijding een onrechtmatige daad opleveren. Een geslaagd beroep op overmacht ontneemt echter de onrechtmatigheid aan

VR 2022/90 Bus rijdt over voet van X heen. Geen overmacht, geen aan opzet grenzende roekeloosheid, wel eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Op 17 juni 2018 heeft X, portier bij een Rotterdamse club, 's nachts ruzie op straat met een klant van de club. Een bus van RET haalt op dat moment een stilstaande taxi in. De bus raakt X, die hierdoor ten val komt, waarna de bus over de voet van X heen rijdt. X vordert, onder meer, een verklaring voor recht dat RET aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. RET doet primair een beroep op overmacht, subsidiair op aan opzet grenzende roekeloosheid van X en meer subsidiair op eigen schuld van X. De rechtbank wijst de vordering toe en verklaart voor recht dat RET, na billijkheidscorrectie

VR 2021/71 Aanrijding snorfiets en fiets; reflexwerking art. 185 WVW; overmacht; eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2018 heeft een ongeval plaatsgevonden in Den Haag tussen een snorfietser (A) en een fietser (B). A reed op de fietsstrook van straat X. B reed aan de andere kant van straat X in tegengestelde richting. B sloeg op enig moment linksaf over straat X om straat Y in te fietsen. Hierbij fietste B voor een stilstaande stadsbus langs die uit dezelfde richting kwam als A. B is bij het oversteken van de fietsstrook tegen A gebotst. Hierbij zijn A en B gevallen. De aansprakelijkheidsverzekeraar van B (VB) heeft aansprakelijkheid erkend voor de gevolgen van het ongeval, maar zij meent dat A 50% eigen

VR 2021/38 Aanrijding auto en fiets; reflexwerking art. 185 WVW; geen overmacht.

Jurisprudentie
In 2016 heeft een aanrijding plaatsgevonden tussen automobilist A en fietser B. Toen A op een kruising linksaf wilde slaan, is zij van links aangereden door B. A kwam voor B van rechts en had voorrang. A verzoekt een verklaring voor recht dat B voor 100% aansprakelijk is voor de schade die A door het ongeval lijdt. De rechtbank stelt voorop dat het een ongeval betreft tussen een gemotoriseerde en een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer. Aangezien A als gemotoriseerde verkeersdeelnemer schadevergoeding vordert van B die ongemotoriseerd was, is de grondslag voor aansprakelijkheid art. 6:162 BW en

VR 2021/36 Aanrijding auto en fietser op autoweg; geen overmacht; aan opzet grenzende roekeloosheid; 100% eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 29 juni 2019 heeft rond 3.35 uur op de N57 een aanrijding plaatsgevonden tussen een racefietser (A) en een automobilist (B); in de uitspraak genaamd: X. De N57 bestaat op de plek van het ongeval uit twee rijbanen voor het verkeer in tegenovergestelde rijrichtingen. De rijbanen zijn gescheiden door dubbele, doorgetrokken strepen. In de directe omgeving van het ongeval is geen fietspad aanwezig. B had die avond op het festivalterrein van 'Concert at Sea' werkzaamheden verricht. Toen hij terugreed over de N57 is hij frontaal in botsing gekomen met de voorkant van de fiets van A. A reed op dat

VR 2020/120 Fietser schrikt van auto en valt; art. 6:185 WVW; geen overmacht.

Jurisprudentie
In 2012 is A met haar fiets ten val gekomen in een bocht naar rechts. Op het moment dat zij de bocht naderde, kwam B met zijn auto vanuit tegenovergestelde richting rijden. Toen A de auto van B zag, heeft zij van schrik geremd en haar stuur naar rechts gedraaid. Zij is van haar fiets gevallen en op het asfalt terechtgekomen naast de auto van B, waarbij zij haar pols en onderbeen heeft gebroken. De vraag is of B en diens WAM-verzekeraar (C) aansprakelijk zijn op grond van art. 6:185 WVW voor de schade die A als gevolg van het ongeval heeft geleden of dat aannemelijk is dat het ongeval is te

VR 2019/175 Aanrijding auto en fiets; beroep op overmacht automobilist toegewezen.

Jurisprudentie
Op 2 september 2015 heeft eiser een fietser aangereden op de kruising van de Hofzichtlaan met de straat Catharinaland in Den Haag. Toen eiser vanuit Catharinaland rechtsaf de Hofzichtlaan opsloeg, heeft hij de fietser aangereden. De fietser fietste op dat moment tegen de rijrichting in. Eiser was tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij Vivat. Vivat heeft op 4 mei 2018 een vaststellingsovereenkomst gesloten met de fietser waarin is overeengekomen dat Vivat 75% van de schade van fietser zou vergoeden. Vivat heeft op grond van de algemene voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst met