overmacht

VR 2019/21 Aanmerkelijke schuld. Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Black-out. Verontschuldigbare onmacht.

Jurisprudentie
Verdachte is op 3 juli 2012 te Helvoirt met de door hem bestuurde auto tegen het - aan de rechterkant van de rijbaan fietsende - slachtoffer aangereden, waardoor deze op de motorkap van de auto van verdachte terecht is gekomen en daarna aan de linkerkant van de rijbaan is beland. Het slachtoffer heeft hierdoor zwaar lichamelijk letsel opgelopen.Hof: Zodanig verkeersgedrag kan in beginsel de gevolgtrekking dragen dat de verdachte zich aanmerkelijk onvoorzichtig en/of oplettend (de Hoge Raad begrijpt: onoplettend) heeft gedragen en dat het verkeersongeval aan de schuld van verdachte, als bedoeld

VR 2019/2 Artikel 185 WVW

Artikel
VR 2019/2 Artikel 185 WVW Naar een betere bescherming van zwakkere verkeersdeelnemers Geertruid M. van Wassenaer * * Letselschade-advocaat en MfN mediator te Haarlem, redacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding 1) Eind vorige eeuw waren er zes vrouwen die als voetganger of fietser hadden deelgenomen aan het verkeer en daarbij ernstig letsel opliepen. Zij waren het die een nieuwe richting gaven aan de bescherming van zwakkere verkeersdeelnemers zoals zij. De jongere juristen zullen hun namen allang niet meer kennen. Maar deze vrouwen hebben een enorm belangrijke rol gespeeld in de rechtsontwikkeling

VR 2019/1 Aansprakelijkheid, de wegbeheerder en het verkeer

Artikel
VR 2019/1 Aansprakelijkheid, de wegbeheerder en het verkeer: een overzicht van bewijs(last)kwesties Ivo Giesen * 1) * Hoogleraar burgerlijk recht verbonden aan het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law (Ucall) en aan het Molengraaff Instituut van de UU, en tevens Onderzoeksdirecteur van het departement RGL. A. Inleiding In deze bijdrage zal ik binnen het ruime thema ‘Aansprakelijkheid en het Verkeer’ – dat wil zeggen: de reguliere verkeersaansprakelijkheid, inclusief de aansprakelijkheid van wegbeheerders – aandacht schenken aan vragen van bewijsrecht, specifiek de

VR 2019/7 Verkeersongeval bus en voetganger; overmacht; roekeloosheid;eigen schuld.

Jurisprudentie
Gedaagde organiseert op Aruba excursies en exploiteert in dat verband zgn. Bananabussen. Op 2 maart 2012 heeft er een ongeval plaatsgevonden tussen eiser als voetganger en een Bananabus van gedaagde. De bus reed op de verkeerde weghelft achteruit en kwam daarbij in botsing met eiser, die op de rijbaan liep. Eiser is tientallen meters meegesleurd en heeft ernstig (deels blijvend) letsel opgelopen. Eiser vordert een verklaring voor recht dat gedaagde volledig aansprakelijk is. Gedaagde verweert zich door te stellen:- primair: dat sprake zou zijn van overmacht;- subsidiair: dat voor toepassing

VR 2019/6 Art. 185 WVW; beroep op overmacht slaagt.

Jurisprudentie
B reed als automobilist een bocht naar links in. Op datzelfde moment reden K en haar echtgenoot op de fiets op dezelfde weg. Zij naderden de bocht vanuit de tegenovergestelde richting. K fietste achter haar echtgenoot. Op het moment dat K de auto van B zag, heeft zij geremd en haar stuur naar rechts gedraaid. Zij is van haar fiets gevallen en op het asfalt terechtgekomen, naast de auto van B.Niet in geschil is dat art. 185 WVW van toepassing is en dat B aansprakelijk is, tenzij hij aannemelijk maakt dat sprake is van overmacht. Het beroep op overmacht slaagt. Op grond van

VR 2018/147 Deelgeschil; aanrijding voetganger door politieauto; begrip'vervoerd worden'; overmacht; proportionaliteit en subsidiariteit.

Jurisprudentie
Verzoeker is, terwijl hij op een door X bestuurde motor probeerde te stappen, aangereden door een politieauto. In deze procedure staat de vraag centraal of Achmea, als WAM-verzekeraar van de politieauto, aansprakelijk is voor de door verzoeker geleden letselschade. Uit het proces-verbaal van A, de bestuurder van de politieauto, volgt onder meer: - dat A de wegrijdende motor wilde klemrijden omdat hij vermoedde dat X en verzoeker de motor aan het stelen waren;- dat X, op het moment dat verzoeker achterop de motor wilde stappen, onverwacht hard optrok en wegreed, waarbij verzoeker op de grond

VR 2018/24 Verkeersongeval, beroep op overmacht gehonoreerd.

Jurisprudentie
Eiser is, na in een stilstaande stadsbus ('bus 1') te zijn gestapt, direct weer uitgestapt omdat hij bij nader inzien de bus ('bus 2') aan de andere kant van de weg diende te halen. Hij is voor de stilstaande bus 1 langs de weg opgelopen, waarbij hij in botsing is gekomen met de auto van A die bus 1 aan het inhalen was. De toegestane maximumsnelheid was 50 km/u, A reed ca. 20-25 km/u. A heeft de Duitse nationaliteit en heeft zijn auto verzekerd bij een Duitse verzekeraar (VHV). Eiser heeft VHV gedagvaard, nadat een deelgeschil was gestrand op het feit dat feitelijk het hele geschil aan de

VR 2018/11 Deelgeschil. Verkeersongeval motorrijder en fietser; reflexwerking 185 WVW.

Jurisprudentie
Verzoeker reed met zijn motor op een weg met aan weerszijden fietspaden. Op een kruising is hij gestopt achter een Jeep die naar links wilde afslaan. Hij heeft deze Jeep vervolgens rechts gepasseerd. Daarbij is hij in botsing gekomen met verweerder, die aan de verkeerde kant van de weg fietste. De WA-verzekeraar van verweerder heeft aangeboden 40% van de schade te vergoeden. Verzoeker wenst zijn volledige schade vergoed te zien. Primair stelt hij dat er sprake is van overmacht aan zijn kant, subsidiair dat de fouten aan de zijde van verweerder zozeer hebben bijgedragen aan het ontstaan van het

VR 2017/135 Letsel vrachtwagenchauffeur door in dronken bui op treeplank
andere vrachtwagen te klimmen die vervolgens is gaan rijden. 'Vervoerd worden'.
Geen overmacht. Wel eigen schuld en billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Verzoeker is een Poolse vrachtwagenchauffeur. Op 28 mei 2011 bevond hij zich 's avonds op een parkeerplaats, evenals (onder meer) de Roemeense vrachtwagenchauffeur A. In een dronken bui is verzoeker op de treeplank van de vrachtwagen van A geklommen en heeft hij onder meer op de ruiten gebonkt. A heeft geroepen dat hij moest stoppen en is op een gegeven moment weggereden om zich aan de situatie te onttrekken. Een getuige verklaart dat verzoeker daarbij van de treeplank is gevallen. Hij heeft ernstig letsel opgelopen aan zijn onderbenen. Verzoeker heeft de WAM-verzekeraar van A aansprakelijk

VR 2017/81 Gestolen autosleutel, ramkraak, 'laten rijden'?

Jurisprudentie
Op 25 september 2011 is ingebroken bij X, waarbij onder meer de sleutels van een Mini Cooper zijn gestolen. In oktober 2011 is voorts de Mini gestolen, waarmee vervolgens een ramkraak is gepleegd. Het Waarborgfonds heeft de daarbij ontstane schade vergoed aan de benadeelden en wil deze nu verhalen op X en haar verzekeraar. Alle vorderingen in dat verband steunen op de stelling dat gedaagde onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft genomen om te voorkomen dat de Mini na de eerdere inbraak gestolen zou worden. Als gevolg van deze gebrekkige sleuteldiscipline is volgens het Waarborgfonds sprake van