uitrit

VR 2018/104 Vanuit uitrit de weg oprijden. Matiging sanctie.

Jurisprudentie
Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “uit uitrit de weg oprijden zonder overige verkeer voor te laten gaan”. Door de gemachtigde is aangegeven dat zij achteruit de uitrit moest verlaten en voorzichtig de uitrit is uitgereden. Bij het achteruit rijden moest ze een trottoir en fietspad oversteken. Vlakbij de uitrit bevond zich een kruispunt met verkeerslichten. Vanuit de uitrit was niet waar te nemen of de verkeerslichten op groen gaan. Dat wordt eerst duidelijk als het verkeer gaat rijden. De verbalisant heeft verklaard dat hij vanaf het kruispunt linksaf de weg op is gereden toen het

VR 2017/108 Parkeren voor oprit naar eigen garage. Onjuiste feitcode.

Jurisprudentie
Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “Als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken (feitcode R315B)” (overtreding van artikel 10, eerste lid, RVV 1990).Met de gemachtigde kan worden vastgesteld dat niet op het trottoir is geparkeerd. Het voertuig van de betrokkene stond voor een inrit. Daar bevond zich geen trottoir. De in de inleidende beschikking opgenomen gedraging en de daarbij behorende feitcode is derhalve niet juist. Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie verzocht de feitcode te wijzigen in feitcode R397B. Deze feitcode heeft

VR 2016/143 Juridische aspecten van de uitwegvergunning

Artikel
VR 2016/143 Juridische aspecten van de uitwegvergunning Mr. M.B.P. Kuitenbrouwer * * Juridisch medewerker op het gebied van het bestuursrecht, belastingrecht en pensioenrecht bij een organisatie in Midden-Nederland. Inleiding Over juridische vraagpunten betreffende de uitwegvergunning wordt zelden gepubliceerd. Met dit artikel wordt beoogd de lezer op de hoogte te brengen van de stand van zaken op dit gebied. Hierbij bespreek ik algemene aspecten van de uitweg, de uitwegvergunning, enige algemene aspecten van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zes vaak voorkomende gronden voor

VR 2016/155 In- en uitrit wel of geen openbare weg?

Jurisprudentie
Tussen partijen is in geschil of de in- en uitrit op het perceel van gedaagden al dan niet een openbare weg is, en of gedaagden dus wel of niet bevoegd zijn eiser de toegang te ontzeggen. Gesteld nog gebleken is dat de weg opgenomen is op een daartoe bestemde wegenlegger (art. 49 Wegenwet). Verder is een weg volgens art. 4 Wegenweg openbaar wanneer (I) na het tijdstip van 30 jaren vóór het in werking treden van deze wet, gedurende dertig achtereenvolgende jaren voor een ieder toegankelijk is geweest dan wel (II) wanneer hij, na het tijdstip van tien jaren vóór het in werking treden van deze

VR 2016/154 Geen uitrit. Bestemmings- en constructiecriterium.

Jurisprudentie
Op 25 oktober 2014 sloeg X op een scooter rechtsaf en kwam daarbij in botsing met een bij Achmea verzekerde automobilist. X liep daarbij letsel op. X en Achmea verzoeken de kantonrechter om vast te stellen of de weg waarop X reed een uitrit was. De kantonrechter stelt voorop dat hierbij het bestemmings- en het constructiecriterium van belang zijn. Met betrekking tot het bestemmingscriterium wordt overwogen dat, voor zover de weg waarop X reed een beperkte bestemming had, deze beperking niet voor iedere verkeersdeelnemer kenbaar was. Met betrekking tot het constructiecriterium stelt de

VR 2015/02 Lastige verkeerssituaties: kruisingen met uitrit-constructies - een casus

Artikel
Lastige verkeerssituaties: kruisingen met uitrit-constructies - een casus Mr. J. Sap * * Vice-president van de rechtbank Midden-Nederland, redacteur van Verkeersrecht. Inleiding De weginfrastructuur in Nederland is complex, zeker in bewoonde gebieden. Er zijn as-verspringingen, drempels, punaises, plateaus, rotondes, etc. Iedere verkeersdeelnemer kent zo zijn eigen potentieel gevaarlijke situaties. Meestal gaat het wel goed bij conflicterend verkeer, maar als dat niet zo is en er ontstaat schade, of erger: letsel of dood, dan doemt onherroepelijk de schuldvraag op in zowel civielrechtelijke