Mr. Mariët Dekker
Inbreuken op onder andere het consumenten- en mededingingsrecht leiden vaak tot schade bij grote groepen gedupeerden. Deze schade willen de gedupeerden vanzelfsprekend vergoed zien. Een collectieve afwikkeling van deze schade zou dan een goede oplossing kunnen zijn. Maar onder de huidige wet- en regelgeving is het niet mogelijk om langs de weg van de collectieve actie een veroordeling tot schadevergoeding in geld te vorderen. Daarnaast biedt de Wet Collectieve afwikkeling massaschade alleen uitkomst indien partijen onderling een schikking treffen. Maar wat als partijen er onderling niet in slagen tot een schikking te komen?
In dit boek staan de motie-Dijksma en het daarop gevolgde wetsvoorstel om een collectieve schadevergoedingsactie in te voeren centraal. In deze motie werd de regering verzocht een collectieve schadevergoedingsactie mogelijk te maken voor representatieve belangenorganisaties. De auteur onderzoekt in dit boek of de invoering van een collectieve schadevergoedingsactie wenselijk is en zo ja, of de door de wetgever ingeslagen weg de juiste is. Voor deze analyse schetst de auteur de totstandkoming en ontwikkeling van het collectieve actierecht. Vervolgens besteedt zij aandacht aan de mogelijkheden die het geldende recht biedt om massaschade collectief af te wikkelen en behandelt zij het voorontwerp van wet, de kritiek daarop en het wetsvoorstel (Kamerstukken 34 608). Tot slot bespreekt de auteur de Unierechtelijke ontwikkelingen op het gebied van de collectieve actie en de wet- en regelgeving in het kader van een collectieve afwikkeling van massaschade in Duitsland. Zij sluit af met enkele aanbevelingen over de verscherpte ontvankelijkheidseisen, opt-out mogelijkheden, hardheidsclausules en de beslechting van executiegeschillen.
Celsus juridische uitgeverij 2017, 138 p., € 28,50
ISBN 978 90 8863 209 9