Rekenmethodiek overlijdensschade nieuwe stijl compleet

VR-kort
Artikel
13 oktober 2020

Mr. C.C.J. de Koning en J. Laumen-de Valk
In de zomer van 2014 heeft de Denktank Overlijdensschade hun notitie en de rapportage van het Nationaal Instituut voor Budget-voorlichting (NIBUD) uitgebracht. In 2015 heeft De Letselschade Raad de aanbevelingen van de Denktank overgenomen en verwerkt in De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade. Overlijdensschade wordt sinds de Richtlijn van kracht is vrijwel alleen nog volgens deze methodiek berekend.
Nu er een paar jaar gerekend is volgens de nieuwe methode uit 2015 en deze breed geaccepteerd is door zowel de markt als de rechtspraak, was het tijd om alsnog te werken aan de uitbreiding van de rekenmethodiek naar andere gezinnen dan het traditionele tweeoudergezin.
Bij de uitbreiding van de methodiek moest de eenvoud van het rekenmodel uit 2015 gehandhaafd blijven en het percentage Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU) voor de betreffende situatie moest verdedigbaar, begrijpelijk en verklaarbaar zijn. De grootste hobbel die moest worden genomen, was de bepaling van de WNU en in het verlengde daarvan de behoefte in de volgende gezinssamenstellingen: eenoudergezinnen, waarbij de ouder overlijdt; samengestelde gezinnen, waarbij een volwassene overlijdt; co-ouderschap, waarbij een van de ouders overlijdt; tweeoudergezinnen, waarbij beide ouders overlijden. Een complicatie bij de bepaling van de WNU bij de nieuwe geformuleerde gezinssituaties is dat deze afhankelijk is van de vraag of de kinderen in het ouderlijk huis blijven, of dat ze in een ander gezin opgenomen worden na het overlijden. Daarbij speelt ook de vraag of het gezin in een koopwoning of een huurwoning woonde.
Het Nibud heeft aan de hand van de gegevens tabellen vervaardigd waar de WNU-percentages weer afhankelijk zijn van het netto-besteedbaar gezinsinkomen, de gezinssamenstelling en het soort woning in de situatie voor het overlijden en de situatie van de achtergeblevenen na het overlijden. De verschillende situaties zijn in een stroomschema verwerkt. In dit artikel wordt de rekenmethodiek besproken.
 

Bron: 
TVP 2020, afl. 2, p. 33-37