Zoeken

10 resultaten gevonden

  1. VR 2016/184 Bloedafname zonder voorafgaande verdenking alcoholgebruik.

    Jurisprudentie
    A. Betekenis ‘onderzoek’ in art. 8 WVW 1994. Art. 359a Sv vormt het toetsingskader voor de gevolgen van het onbevoegd vragen van toestemming voor bloedonderzoek aan een persoon die niet wordt verdacht van overtreding van art. 8 WVW 1994. Het hof heeft vastgesteld dat zonder dat sprake was van verdenking van overtreding van art. 8 WVW 1994, bij verdachte zonder diens toestemming bloed is afgenomen voor onderzoek. Het hof heeft echter tevens vastgesteld dat de hulpofficier van justitie door wie toestemming is verleend voor het bloedonderzoek, niet naar willekeur heeft gehandeld omdat bij hem het
  2. VR 2016/185 Openbare weg. Spoorwegovergang.

    Jurisprudentie
    Onbewaakte spoorwegovergang is voorzien van te openen klaphek en een blauw bord met het opschrift "Na gebruik overweg de hekken sluiten! Het niet sluiten van de overweg hekken kan worden bestraft met een boete van vijfhonderd gulden of met hechtenis van ten hoogste een maand. Dit volgens artikel 35, tweede lid, en artikel 43 van de Spoorwegwet."Uit overgelegde getuigenverklaringen blijkt het gebruik van de spoorwegovergang door fietsers en voetgangers gedurende dertig achtereenvolgende jaren. De hekken aan en de inrichting van de spoorwegovergang zijn naar het oordeel van de Afdeling niet aan
  3. VR 2016/186 Kenteken. Kentekenplaat. Zichtbaarheid.

    Jurisprudentie
    De kentekenplaat was bijna horizontaal op het achterspatbord gemonteerd en daardoor volstrekt onleesbaar bij een snelheidscontrole. Uit de bewoordingen van artikel 40 WVW volgt dat een kenteken zodanig op een voertuig moet zijn bevestigd, dat het behoorlijk zichtbaar is. Een op zichzelf zichtbare kentekenplaat betekent niet per definitie dat sprake is van een behoorlijk zichtbaar kenteken in de zin van deze bepaling. Als nadere uitwerking van artikel 40 WVW schrijft de Regeling kentekens en kentekenplaten onder meer voor dat de kentekenplaat in beginsel loodrecht en in verticale stand op het
  4. VR 2016/187 Bestuurlijke sanctie. Besluit. Ingebrekestelling. Dwangsom.

    Jurisprudentie
    Administratief beroep tegen oplegging administratiekosten. Deze oplegging van administratiekosten maakt onderdeel uit van de aan het geschil ten grondslag liggende beschikking waarbij aan de betrokkene een sanctie is opgelegd. Dit brengt mee dat de officier van justitie zich terecht bevoegd heeft geacht om op de voet van artikel 6 WAHV van het geschil kennis te nemen en dat ook de kantonrechter, nadat de betrokkene beroep had ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op het beroep, zich op de voet van artikel 9 WAHV in samenhang met artikel 4:19, eerste lid, van de Awb bevoegd heeft
  5. VR 2016/188 Roodlichtgedraging. Hoorplicht.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “niet stoppen voor rood licht: driekleurig verkeerslicht”.Niet kan worden geoordeeld dat de (gemachtigde van de) betrokkene in deze zaak niet in de met het horen gediende belangen is geschaad. De officier van justitie heeft in de fase van het administratief beroep ook niet een zodanige compensatie geboden dat geoordeeld zou kunnen worden dat, ondanks de schending van de hoorplicht, van benadeling geen sprake is. De uitzondering van artikel 6:22 van de Awb doet zich dus niet voor
  6. VR 2016/189 Ongeval op glijbaan, directe actie, rechtsverwerking,
    onrechtmatigheid.

    Jurisprudentie
    A (verzekerd bij HDI) en appellante waren met enkele vrienden in een zwembad van Center Parcs. De glijbaan bevatte een stoplicht om te voorkomen dat bezoekers te snel achter elkaar naar beneden zouden gaan. Appellante is door groen licht naar beneden gegaan; A is haar door rood licht gevolgd en is daarbij beneden op haar gebotst. Appellante spreekt HDI aan op grond van de directe actie van 7:954 BW. HDI heeft aansprakelijkheid afgewezen omdat sprake zou zijn van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De rechtbank heeft geoordeeld dat A wel, maar HDI niet aansprakelijk is. Bij het hof
  7. VR 2016/190 Verkeersongeval, goed werkgeverschap.

    Jurisprudentie
    Appellant is als uitzendkracht werkzaam geweest voor geïntimeerde. Op verzoek van geïntimeerde nam hij onder meer op 15 oktober 2011 de bedrijfsauto mee naar huis. Op weg naar huis is hij een parkeerterrein van een nabijgelegen zwembad opgereden. Bij het verlaten van dit terrein moest hij onder een doorgang doorrijden die te laag was voor de bedrijfsauto. De bedrijfsauto was na het ongeval total loss. Geïntimeerde vordert schadevergoeding en stelt dat de schade niet is ontstaan bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, nu appellant niet rechtstreeks naar huis is gereden. Subsidiair stelt
  8. VR 2016/191 AVB; uitsluiting gemotoriseerd voertuig; uitleg polis;
    aansprakelijkheid assurantietussenpersoon.

    Jurisprudentie
    Eisers exploiteren in een vof een timmerbedrijf. Via de Rabobank als tussenpersoon is er een AVB afgesloten bij Interpolis. In de polis is een uitsluiting opgenomen voor aansprakelijkheid als gevolg van schade die is veroorzaakt met of door een motorrijtuig in de zin van artikel 1 WAM. Op 14 januari 2014 verrichtte X, zelfstandig elektricien, werkzaamheden in de werkplaats van eisers. Daarbij is in overleg besloten dat X in een goederenkooi zou gaan staan en door een medewerker van eisers met een vorkheftruck omhoog zou worden gebracht. Tijdens het manoeuvreren is X uit de goederenkooi
  9. VR 2016/192 Deelgeschil, verkeersongeval, smartengeld.

    Jurisprudentie
    Eiseres was ruim 70 jaar oud toen zij op de fiets frontaal werd aangereden door een automobilist die van de weg op het fietspad geraakte. Zij heeft hieraan blijvend letsel overgehouden aan onder meer haar enkel en knie, met ongeveer 16% functionele invaliditeit. Voorafgaand aan het ongeval was zij erg sportief, maar intensieve sportbeoefening met familie en vrienden is nu niet meer mogelijk. Eiseres verzoekt het smartengeld vast te stellen op € 75.000,-. Zij wijst op de ernst van het ongeval (waaronder het feit dat eiseres geruime tijd op de Intensive Care heeft verbleven en in totaal 27
  10. VR 2016/193 Deelgeschil; verzoek om voorschot.

    Jurisprudentie
    Het verzoek Reaal te veroordelen tot betaling van een nader voorschot wordt afgewezen, nu partijen in geschil zijn over de hoogte van het schadebedrag en verzoeker voornemens is een bodemprocedure te starten. De rechtbank is van oordeel dat de aard van dit geschil in beginsel in aanmerking komt voor behandeling in een deelgeschilprocedure, maar alleen indien beslechting van het geschil partijen dichter bij het sluiten van een vaststellingsovereenkomst kan brengen. Niet valt in te zien hoe in dit geval het geven van een oordeel in de deelgeschilprocedure partijen dichter bij elkaar kan brengen

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!