Zoeken

15 resultaten gevonden

  1. VR 2018/103 Voorrang. Afslaan. Fietspad. Dodelijk ongeval. Geen
    aanmerkelijke schuld.

    Jurisprudentie
    De verdachte, beroepschauffeur, slaat met de door hem bestuurde vrachtwagen rechtsaf en komt daarbij in aanrijding met een op een rechts van de weg liggend fietspad in dezelfde richting als de verdachte rijdende fietser, die ten gevolge van het ongeval overlijdt. Verdachte heeft er blijk van gegeven, door meermalen in zijn spiegels en zijraam te kijken en zijn snelheid te minderen, zich te hebben ingespannen om aan de plicht om voorrang te verlenen te voldoen. Uit de enkele omstandigheid dat verdachte het slachtoffer aan wie hij voorrang had dienen te verlenen niet heeft gezien, hoewel zij
  2. VR 2018/104 Vanuit uitrit de weg oprijden. Matiging sanctie.

    Jurisprudentie
    Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “uit uitrit de weg oprijden zonder overige verkeer voor te laten gaan”. Door de gemachtigde is aangegeven dat zij achteruit de uitrit moest verlaten en voorzichtig de uitrit is uitgereden. Bij het achteruit rijden moest ze een trottoir en fietspad oversteken. Vlakbij de uitrit bevond zich een kruispunt met verkeerslichten. Vanuit de uitrit was niet waar te nemen of de verkeerslichten op groen gaan. Dat wordt eerst duidelijk als het verkeer gaat rijden. De verbalisant heeft verklaard dat hij vanaf het kruispunt linksaf de weg op is gereden toen het
  3. VR 2018/105 Kentekenaansprakelijkheid. Mogelijkheid tot staandehouding.

    Jurisprudentie
    Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “Bij belangrijke zijdelingse verplaatsing geen teken met richtingaanwijzer geven”.Artikel 5 WAHV bepaalt - voor zover hier van belang - dat indien is vastgesteld dat de gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een motorrijtuig waarvoor een kenteken is opgegeven, en niet aanstonds is vastgesteld wie daarvan de bestuurder is, de administratieve sanctie wordt opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven. Deze bepaling moet aldus worden verstaan dat ingeval zich een
  4. VR 2018/106 Rijrichting rotonde. Ontbreken verkeersbord. Rechts houden.

    Jurisprudentie
    Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “als bestuurder rijden in strijd met de door bord D1 aangegeven rijrichting (rotonde; verplichte rijrichting)”. De betrokkene heeft een rotonde genaderd waarbij niet middels het bord D1 een verplichte rijrichting was aangegeven. Bij de nadering van een rotonde is sprake van een rijstrook voor verkeer richting de rotonde. Dit betreft de rechterrijstrook. Op het wegdek van deze rijstrook voor de rotonde bevinden zich haaientanden. De linkerrijstrook is bestemd voor het tegemoetkomende verkeer. Gelet op artikel 3, eerste lid, van het RVV 1990 en wat
  5. VR 2018/107 Verkeersongeval tussen twee auto's; toedracht? Schenden
    voorrangsverplichting.

    Jurisprudentie
    In 2011 heeft een botsing plaatsgevonden tussen de auto's van appellante en geïntimeerde op een weg binnen de bebouwde kom (maximumsnelheid 30 km/u). De auto van appellante liep daarbij schade op aan de linkerachterzijde, de auto van geïntimeerde aan de rechterzijde. De verzekeraar van appellante heeft de schade vergoed, als gevolg waarvan zij is teruggegaan in haar no-claimkorting. Dat kan slechts anders worden indien in deze procedure komt vast te staan dat geïntimeerde volledig aansprakelijk is. Appellante stelt dat zij achteruit vanuit haar uitrit de weg is opgereden, enige tijd heeft
  6. VR 2018/108 Verzekeringsrecht; geënsceneerd ongeval? Bewijslast.

    Jurisprudentie
    In december 2015 heeft appellant bij Allianz (zijn eigen WAM-verzekeraar) en Aegon (de WAM-verzekeraar van X) melding gemaakt van een ongeval tussen hem en X op 16 december 2015. Er zijn ter plaatse geen remsporen aangetroffen. Blijkens een onderzoek door Dekra heeft de brandweer een tweetal kabels doorgesneden bij het bergen van het voertuig van appellant, maar is er ook een derde kabel doorgesneden (als gevolg waarvan het motormanagementsysteem niet meer kon worden uitgelezen) zonder dat de brandweer daar iets van weet. Allianz heeft de vordering van appellant tot vergoeding van de
  7. VR 2018/109 Aanrijding vrachtwagen met nagenoeg stilstaande personenauto;
    eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Eisers zijn een Poolse vrachtwagenchauffeur en diens echtgenote. Op 30 september 2015 is eiser met zijn vrachtwagen op een autoweg achterop een (nagenoeg stilstaande) personenauto gereden, waarbij de inzittenden van de personenauto om het leven zijn gekomen en zware schade aan de vrachtwagencombinatie is ontstaan. Eisers hebben de WAM-verzekeraar van de personenauto aansprakelijk gesteld. De rechtbank stelt voorop dat de Nederlandse rechter bevoegd is (art. 2 lid 1 EEX-Verordening) en dat Nederlands recht van toepassing is (art. 3 Haags Verkeersongevallenverdrag). Op grond van
  8. VR 2018/110 Aansprakelijkheid zwembad voor ongeval bij afdaling waterglijbaan.

    Jurisprudentie
    Eiser ging als 16-jarige op zijn knieën van de familieglijbaan in een zwembad. Hij is daarbij met zijn hoofd op de bodem van het zwembad terechtgekomen en heeft een hoge dwarslaesie opgelopen. Een deskundige aan de zijde van eiser heeft onder meer opgemerkt dat (1) het risico op een gevaarlijke 'landing' bij een familieglijbaan groter is dan bij gewone glijbanen, dat (2) dit risico nog groter is bij onreglementaire wijzen van afdalen (zoals hier aan de orde) en dat (3) het aantal ongevallen bij familieglijbanen in het algemeen ca. 5 keer zo groot is als bij andere glijbanen. Gelet op deze
  9. VR 2018/111 Verkeersongeval, verzekeringsfraude.

    Jurisprudentie
    Met ingang van 8 november 2012 heeft eiser bij Bovemij een zgn. oldtimerverzekering afgesloten voor een hem toebehorende Mercedes-Benz. Op 1 september 2013 vond een ongeval plaats waarbij eiser in de Mercedes werd aangereden door een vrachtwagen. Volgens eiser vond het ongeval plaats toen hij met ca. 50 km/u over de doorgaande weg reed en de vrachtwagen plotseling vanuit een (voor eiser aan de linkerzijde gelegen) zijstraat kwam. Bovemij heeft uitkering geweigerd met een beroep op fraude, onder verwijzing naar een rapport van Dekra waarin wordt geconcludeerd dat sprake is van een zgn
  10. VR 2018/112 Letselschade; fraude? Verval van vergoedingsplicht?

    Jurisprudentie
    Eisers (samen rijdend op een scooter) zijn aangereden door een verzekerde van Allianz en hebben daarbij letsel opgelopen. Allianz heeft geweigerd de schade te vergoeden, omdat eisers zouden hebben geprobeerd ook schade te claimen die niet het gevolg kan zijn van het ongeval. Daarmee zou volgens Allianz sprake zijn van bedrog en daarmee van een onrechtmatige daad, althans zou de vergoedingsplicht van Allianz op grond van de redelijkheid en billijkheid moeten vervallen. Eisers betwisten dat sprake is (geweest) van opzettelijke misleiding. De rechtbank verwerpt het verweer van Allianz. Art. 7:941
  11. VR 2018/113 Deelgeschil. Aanrijding bij inhalen/afslaan; eigen schuld.

    Jurisprudentie
    A reed in zijn auto over een weg binnen de bebouwde kom. Hij heeft snelheid geminderd en is vervolgens afgeslagen. Daarbij is hij in botsing gekomen met verzoeker, die op een motor bezig was A en de auto's achter A (die eveneens snelheid hadden geminderd) in te halen. De rechtbank is met verzoeker van mening dat hij zich ten tijde van de manoeuvre van A (afslaan) al zodanig dicht achter A bevond dat deze hem had moeten laten voorgaan. Door dit niet te doen heeft A art. 18 RVV geschonden en is hij aansprakelijk jegens verzoeker. Niet is komen vast te staan dat verzoeker voor A nog niet te
  12. VR 2018/114 Deelgeschil; eenzijdig verkeersongeval; bewijsrecht.

    Jurisprudentie
    Verzoeker was ten tijde van het ongeval in 2012 16 jaar. Hij zat in de auto bij vriendin A, een 24-jarige vrouw. Er bestaat onduidelijkheid over hun precieze relatie; volgens verzoeker vond A hem leuk, maar had hij haar zojuist verteld dat hij het contact wilde verbreken. De auto is in een slip geraakt en meerdere malen over de kop geslagen. A is daarbij overleden. Verzoeker heeft tegenover de politie onder meer verklaard dat A zich niet goed voelde en vreemde slingerbewegingen begon te maken, waarop hij het stuur zou hebben gegrepen in een poging de auto recht te houden. Uit de in opdracht
  13. VR 2018/115 Deelgeschil; begroting schade; vermogensschade of immaterieel
    nadeel?

    Jurisprudentie
    Verzoekster is alleenstaand en heeft geen kinderen. Zij exploiteert een kleine boerderij zonder economische opbrengst anders dan voor eigen gebruik. In 2013 is verzoekster als fietser aangereden, waarbij zij blijvend letsel heeft opgelopen. Univé heeft als WAM-verzekeraar van de bij het ongeval betrokken automobilist aansprakelijkheid erkend. Sinds het ongeval is verzoekster niet meer in staat de boerderij zelfstandig te exploiteren: een aantal cruciale werkzaamheden kan zij niet meer en moeten door derden worden verricht. Een tweezijdig ingeschakelde arbeidsdeskundige heeft de kosten van het
  14. VR 2018/116 Deelgeschil; whiplash; causaal verband; nader deskundigenbericht noodzakelijk.

    Jurisprudentie
    Na een achterop-aanrijding in 2010 ervaart verzoekster lichamelijke en psychische klachten die volgens haar medisch adviseur passen bij een whiplashtrauma. In 2014 heeft de rechtbank op verzoek van verzoekster een voorlopig deskundigenbericht bevolen, waarop in 2015 door een neuroloog (Bernsen) en een neuropsycholoog (De Bijl) rapporten zijn uitgebracht. Uit het rapport van Bernsen volgt onder meer (1) dat geen sprake is van objectieve afwijkingen, (2) dat wel sprake is van medisch gedocumenteerde klachten en (3) dat pre-existent reeds sprake was van onder meer hoofdpijnklachten en
  15. VR 2018/117 Deelgeschil; aanrijding tussen personenauto en lijnbus.

    Jurisprudentie
    Aanrijding tussen personenauto en lijnbus. Verzoekster zat als bijrijder in de personenauto, die voorrang moest verlenen aan de van rechts komende bus. De WAM-verzekeraar van Connexxion heeft aansprakelijkheid afgewezen. Verzoekster acht de bestuurder van de bus aansprakelijk, onder meer omdat hij te hard zou hebben gereden. Volgens Achmea daarentegen zou het ontstaan van het ongeval uitsluitend te wijten zijn aan de bestuurder van de personenauto. De rechtbank oordeelt dat de verkeersfout van de bestuurder van de personenauto, ten onrechte geen voorrang verlenen, zwaar weegt. Ook aan de zijde

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!