Zoeken

12 resultaten gevonden

  1. VR 2025/35 Drones

    Artikel
    Storm schreef in 2016 een artikel over de aansprakelijkheidsrisico’s die gepaard gaan met het toenemende gebruik van drones. Aan het slot van zijn artikel formuleerde hij een aantal aanbevelingen. De aanbeveling voor verzekeraars was om droneverzekeringen te ontwikkelen die zowel het aansprakelijkheidsrisico als schade aan de drone zelf dekken. Nu, negen jaar verder, zijn er inderdaad verschillende aanbieders van droneverzekeringen op de Nederlandse markt. Afhankelijk van het gewicht van de drone en de gebruiksdoeleinden (zakelijk of hobbymatig) gelden op grond van Europese regelgeving verschillende verzekeringsregimes. Zoals hierna zal blijken bieden de meeste aansprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren (AVP) enige dekking voor het risico van aansprakelijkheid voor schade toegebracht met een recreatief gebruikte drone. Op de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB) is het risico van schade veroorzaakt met of door een drone doorgaans uitgesloten. Bedrijfsmatige exploitanten van drones moeten dus een aparte droneverzekering afsluiten.
  2. VR 2025/36 Collectieve schadebegroting bij collectieve acties:

    Artikel
    Met de komst van de Wet Afwikkeling Massaschade in Collectieve Actie (WAMCA) per 1 januari 2020 is de collectieve schadevergoedingsactie in Nederland geïntroduceerd. Het bezwaar dat eerder aan het toelaten van een dergelijke actie in de weg stond – individuele omstandigheden zouden zich tegen een bundeling van schadevergoedingsaanspraken verzetten – achtte de wetgever anno 2020 niet meer doorslaggevend. De huidige praktijk laat immers zien dat de schadevergoeding voor een groep gedupeerden bepaald kan worden door een onderverdeling van deze gedupeerden in categorieën of aan de hand van een formule, ook wel damage scheduling genoemd. Verder heeft de wetgever bij de totstandkoming van de WAMCA aan de schadebegroting en -vergoeding in een collectieve actie weinig woorden gewijd. In de literatuur is er daarentegen een discussie gaande over de toepassing van het materiële schadevergoedingsrecht in de context van massaschade. Rechters zijn tot op heden nog niet tot het toewijzen van collectieve schadevergoedingen op basis van de WAMCA gekomen.
  3. VR 2025/37 Over de fatbike en onuitvoerbare wensen van de Tweede Kamer

    Column
    De fatbike mag al enige tijd genieten van politieke belangstelling. Al diverse keren is in de Tweede Kamer of tijdens commissievergaderingen gesproken over de fatbike als probleemvoertuig. Deze aandacht is ingegeven door verschillende overwegingen. Fatbikes blijken gemakkelijk op te voeren, waardoor zij harder kunnen rijden dan de voor elektrische fietsen toegestane maximumsnelheid van 25 km p/u. Ook kunnen zij worden voorzien van een gashendel, waardoor met het voertuig kan worden gereden zonder dat de gebruiker hoeft te trappen. Door die hogere snelheid of de gashendel is de betrokken fatbike verkeersrechtelijk een bromfiets, waarvoor een helmplicht en een minimumleeftijd van 16 jaar gelden. Door de hogere snelheid, in combinatie met het gewicht en de jeugdigheid van de gemiddelde gebruiker van een fatbike, zijn deze voertuigen een bijzondere bron van gevaren in het wegverkeer. Medici werkzaam in ziekenhuizen op de SEH maken melding van ernstige (hersen)letsels bij jeugdige gebruikers van fatbikes die betrokken zijn bij een verkeersongeval. Na het veroorzaken van een ongeval met een opgevoerde fatbike kan de vergoeding van toegebrachte schade problemen geven. Het ‘WAPpertje’ dekt deze vorm van schade niet, met als gevolg dat de jeugdige gebruiker en/of zijn/haar ouders aansprakelijk zijn voor de schade. Zeker als er sprake is van ernstige letsels gaat de vergoeding van die schade al gauw de gemiddelde draagkracht te boven, waardoor veroorzaker en slachtoffer van het verkeersongeval met financiële brokken worden geconfronteerd. Het gebruik van de fatbike en met name de mogelijkheid tot opvoeren daarvan moeten volgens menig politicus dus aan dikke banden worden gelegd.
  4. VR 2025/38 Vervallenverklaring tenaamstelling. Verlies geldigheid kentekenbewijs.

    Jurisprudentie

    De uitspraak betreft een geschil tussen AVB Roosendaal en de RDW over de vervallenverklaring van de tenaamstelling van een voertuig vanwege twijfels over de identiteit na schadeherstel. Het voertuig was hersteld met onderdelen van een donorvoertuig, waardoor de RDW concludeerde dat het een samengesteld voertuig was als bedoeld in de Regeling voertuigen. Zo bepaalt het grootste deel van de carrosserie de identiteit van het voertuig. Omdat de achterzijde van het voertuig afkomstig was van een ander voertuig en dit het grootste deel van de carrosserie vormde, werd vastgesteld dat het VIN

  5. VR 2025/39 Ongeldig verklaard rijbewijs vanwege onjuist verstrekte gegevens op het aanvraagformulier.

    Jurisprudentie

    Het rijbewijs van betrokkene is door Poolse autoriteiten ingenomen. Vervolgens heeft betrokkene een vervangend rijbewijs aangevraagd. Op het aanvraagformulier heeft betrokkene ingevuld dat hij zijn rijbewijs 'verloren' was. Het op basis van deze verklaring verstrekte rijbewijs is vervolgens ongeldig verklaard door de burgemeester aangezien het rijbewijs niet zou zijn verstrekt indien hem de ware feitelijke toedracht bekend zou zijn geweest. Artikel 124 lid 1 aanhef en onder a Wegenverkeerswet 1994 is dwingend geformuleerd en kent geen ruimte voor een belangenafweging. Daarnaast gaat het om een

  6. VR 2025/40 Proceskostenvergoeding. Verminderingsfactoren. Overgangsrecht.

    Jurisprudentie

    Het hoger beroep van de betrokkene is niet-ontvankelijk verklaard door een gebrek aan belang bij een inhoudelijke beoordeling, nu de inleidende beschikking houdende de administratieve sanctie is vernietigd. De toe te kennen proceskostenvergoeding dient te worden berekend aan de hand van artikel 13a Wahv. Door een wetswijziging bepaalt artikel 13a lid 2 Wahv sinds 1 januari 2024 dat de op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht toe te kennen vergoeding wordt vermenigvuldigd met factor 0,25 indien de bestreden administratieve sanctie wordt vernietigd of het sanctiebedrag wordt gewijzigd

  7. VR 2025/41 Het uitzicht belemmerende onnodige voorwerpen. Smartphone en navigatiesysteem bevestigd op de voorruit.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft een sanctie opgelegd gekregen voor het voorzien van uitzicht belemmerende onnodige voorwerpen aan de voorruit. Het zou daarbij gaan om een smartphone en een navigatiesysteem die middels houders op het raam zijn bevestigd. Volgens de gemachtigde van de betrokkene valt niet in te zien dat de voorwerpen het zicht dusdanig belemmeren dat sprake is van gevaarlijk weggebruik. Eveneens zouden dit geen onnodige voorwerpen zijn. Op foto's in het dossier is te zien dat de apparaten zich in het midden van de voorruit bevinden in houders die op het raam zijn gemonteerd. Naar het

  8. VR 2025/42 Deskundige. Fair trial. Art. 6 WVW 1994.

    Jurisprudentie

    Verdachte is veroordeeld voor art. 6 WVW 1994. In hoger beroep voert hij aan dat er een schending van art. 6 EVRM zou hebben plaatsgevonden wegens de betrokkenheid van een deskundige bij een rapport die (mede) ten grondslag ligt aan zijn veroordeling. De deskundige zou namelijk betrokken zijn geweest bij het politieonderzoek naar het strafbare feit alvorens hij het deskundigenrapport heeft geschreven. Het hof oordeelt dat er geen schending is van art. 6 EVRM aangezien er zowel door de politie als door het NFI onderzoek gedaan is naar het strafbare feit, meerdere deskundigen aan het NFI-rapport

  9. VR 2025/43 Verzekeringsrecht. Uitleg polisbepaling. Beperkende werking redelijkheid en billijkheid.

    Jurisprudentie

    Een manegehouder organiseert bosritten waarbij deelnemers tegen betaling en onder begeleiding van een medewerker een rit op hun paarden maken. In april 2018 was tijdens zo’n bosrit een deelnemer van haar paard gevallen. Zij heeft hierbij ernstig letsel opgelopen. De deelnemer heeft de manegehouder aansprakelijk gesteld voor haar schade. De aansprakelijkheidsverzekeraar van de manegehouder, NN, heeft een clausule in de verzekeringspolis die vereist dat de verhuur van rijpaarden alleen gedekt is onder specifieke voorwaarden. In dit vrijwaringsgeding stelt de manegehouder dat het schadevoorval

  10. VR 2025/44 Aanrijding. Onrechtmatige daad. Aansprakelijkheid. Geen eigen schuld.

    Jurisprudentie

    Op 27 oktober 2016 vond een verkeersongeval plaats op een kruising bij een luchthaven tussen een autotransporter van X BV en een vrachtwagen van Sita Recycling. De autotransporter reed de kruising op om linksaf te slaan en bevond zich op de rechterstrook. De vrachtwagen kwam van rechts de kruising opgereden met groen licht. Door wachtende vrachtwagens hadden beide bestuurders slecht zicht op kruisend verkeer, waardoor de voertuigen elkaar raakten. Een getuige verklaarde dat de vrachtwagen van Sita groen licht had, maar slecht anticipeerde en rechts inhaalde met ongeveer 40-45 km/u. Een

  11. VR 2025/45 Deelgeschil. Personenschade. Voordeelstoerekening. Arbeidsongeschiktheidsverzekering.

    Jurisprudentie

    In 2015 boekte X een rondreis door Mexico bij Djoser B.V. Tijdens de reis vond een ongeval plaats waarbij de bus waarin X zat tegen een geparkeerde vrachtwagen botste. Hierdoor liep X meerdere verwondingen op. Amlin, de verzekeraar van Djoser B.V., erkende aansprakelijkheid voor de schade die X hierdoor leed. Op het moment van het ongeval werkte X in het VieCuri Ziekenhuis en raakte zij door het ongeval arbeidsongeschikt. X had sinds 1 juni 2009 een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) bij Movir, waarop zij na het ongeval een beroep deed. Movir keerde uit op basis van een

  12. VR 2025/46 Deelgeschil. Aanrijding auto-fietser. Toepassing 50%-regel.

    Jurisprudentie

    Op 13 september 2020 vond in Rotterdam een botsing plaats tussen fietser X en een auto die bestuurd werd door A. X reed op zijn racefiets rechtdoor, terwijl A met zijn auto linksaf sloeg. De fietser botste tegen de rechterachterkant van de auto en raakte hierbij gewond. Beide bestuurders stonden voor een rood licht voordat ze de kruising opreden. Toen het groen werd, trokken zowel A als bestuurder B op. B verklaarde dat A agressief en snel reed. Ook heeft B bevestigd dat X tegen de achterkant van de auto reed. Voorts had B het vermoeden dat de fietser door rood licht was gegaan. In een

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!