Zoeken

251 resultaten gevonden

  1. VR 2020/85 Rijden met ongeldigverklaard rijbewijs. Verhoor. Cautie. Wetenschap.

    Jurisprudentie
    Het hof is van oordeel dat de twee politieambtenaren tot de conclusie hebben kunnen komen dat er van een redelijk vermoeden van schuld ter zake van rijden zonder geldig rijbewijs sprake was toen één van de verbalisanten kennis nam van de registratie van de ongeldigheid van verdachtes rijbewijs. De verklaring die de verdachte direct daarop heeft afgelegd, is niet het antwoord geweest op een de verdachte gestelde vraag, maar moet naar het oordeel van het hof worden beschouwd als op eigen initiatief door de verdachte gedane mededelingen, in reactie op de hem gedane mededeling. De verdachte had
  2. VR 2020/87 Rijden onder invloed. Bloedonderzoek. Accreditatie laboratorium.

    Jurisprudentie
    Tijdens het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de verdediging naar voren gebracht dat zich in het dossier geen stukken bevonden aan de hand waarvan kon worden gecontroleerd of het laboratorium een geaccrediteerd laboratorium in de zin van artikel 14, tweede lid, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer (hierna: het Besluit) betrof. Er is geen rechtsregel die voorschrijft dat dergelijke stukken standaard aan het dossier moeten worden toegevoegd. Het ligt dan ook voor de hand om - na een onderbouwd verweer betreffende de accreditatie - het onderzoek ter
  3. VR 2020/88 Gebruik van lachgas. Invloed op rijvaardigheid? De veiligheid op de weg in gevaar brengen.

    Jurisprudentie
    De verdachte raakt met een door hem bestuurde auto van de weg en botst tegen een paal waardoor een inzittende van het door hem bestuurde voertuig gewond raakt. Invloed van twee of drie ballonnetjes lachgas op rijgedrag kan niet worden vastgesteld. Verdachte heeft wel de veiligheid op de weg in gevaar gebracht.
  4. VR 2020/89 Botsing fietsers; kelderluik-criteria; eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Op 19 mei 2015 is verzoekster, geboren op 2 juli 1956, betrokken geweest bij een ongeval. Zij reed op de fiets op geringe afstand achter verweerder sub 1. Toen verweerder sub 1 uit een zijstraat een collega zag aankomen, heeft hij zijn snelheid verminderd, waarna verzoekster ten val is gekomen. Als gevolg van het ongeval heeft verzoekster een hersenkneuzing en een fractuur van het rechtersleutelbeen opgelopen. Verweerder sub 1 was ten tijde van het ongeval tegen aansprakelijkheid verzekerd bij verweerder sub 2. Verzoekster verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat verweerder sub 1
  5. VR 2020/90 Letselschade; geen mededeling aanspraak op immateriële schadevergoeding; causaal verband ongeval en zelfgekozen levenseinde.

    Jurisprudentie
    Een 83-jarige vrouw (A) is aangereden door een vuilniswagen van RMN. A heeft daarbij een ernstige wond opgelopen, waardoor amputatie van haar rechteronderbeen noodzakelijk was. A is hierna gestopt met eten en drinken, omdat zij wenste te overlijden. Zij heeft haar advocaat opdracht gegeven haar schade te verhalen. A is later in een hospice overleden. In deze deelgeschilprocedure verzoekt de executeur-afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap van A een verklaring voor recht dat de WAM-verzekeraar van RMN, HDI, de immateriële schade van A moet vergoeden en dat de materiële schade (de kosten
  6. VR 2020/91 Aanrijding fietser en scooter; 50% regel; causaliteit; billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie
    Een fietser is frontaal in aanrijding gekomen met een scooter op een kruising. Vaststaat dat de fietser aan de verkeerde kant van de weg fietste. Als gevolg van het ongeval heeft de fietser letsel opgelopen aan zijn gezicht. De WAM-verzekeraar, Unigarant, heeft aansprakelijkheid voor het ongeval voor 50% erkend. De fietser stelt dat Unigarant volledig aansprakelijk is en vordert schadevergoeding. De rechtbank komt op grond van art. 185 lid 1 WVW, art. 6 lid 1 WAM en de 50%-regel tot het oordeel dat Unigarant ten minste 50% van de schade moet vergoeden. Ten aanzien van de causale verdeling
  7. VR 2020/92 Val in tuincentrum; toedracht ongeval onduidelijk; aansprakelijkheid afgewezen.

    Jurisprudentie
    Een 83-jarige vrouw heeft haar heup gebroken bij een val in een tuincentrum. De vrouw stelt dat de automatische deuren bij de ingang ineens sloten toen zij met haar rollator deze deuren wilde passeren en dat zij hierdoor is gevallen. De vrouw stelt het tuincentrum aansprakelijk op grond van gevaarzetting (art. 6:162 BW) en op grond van art. 6:174 BW, en vordert schadevergoeding.De rechtbank beschikt met betrekking tot de toedracht/oorzaak van het ongeval alleen over de schriftelijke verklaringen van de vrouw en haar echtgenoot, en de verklaring van de vrouw ter zitting. In die verklaringen zit
  8. Willekeur in immateriële schadevergoeding? Over het onbegrip over de strafrechtspraktijk van de immateriële schadevordering wegens psychische schade bij het slachtoffer

    VR-kort
    Artikel
    15 juli 2020
    Sanne van Can In juli 2019 bracht Slachtofferhulp Nederland de verschillen in hoogte van immateriële schadevergoedingen onder de aandacht. Slachtofferhulp vraagt de rechtbank om een betere motivering van de uitspraken hierover, nu het riekt naar willekeur. De onaanvaardbare verschillen zijn niet uit te leggen aan slachtoffers. De Raad voor de Rechtspraak geeft aan dat het een punt van aandacht is. In dit artikel wordt specifiek de immateriële schadevordering in geval van psychische schade in het strafproces belicht, gelegen in de categorie ‘op andere wijze in zijn persoon is aangetast’ (art. 6
  9. Zwart werk vergoeden in letselschadezaken: tijd voor een nieuw geluid?

    VR-kort
    Artikel
    15 december 2020
    Brenda Fluit Belastingontduiking door geen loonbelasting, BTW of sociale premies af te dragen wordt in art. 69 Algemene Wet inzake Rijksbelastingen aangemerkt als een strafbaar feit. In letselschadezaken echter komen de door een gelaedeerde na een ongeval misgelopen zwarte inkomsten in beginsel voor vergoeding door (de verzekeraar van) de aansprakelijke partij in aanmerking. Het lijkt verzekeraars daarbij niet vrij te staan het zwart werken, of de verstrekte vergoeding, aan enige instantie door te geven. Lisette de Haan en Veneta Oskam stelden zich in het PIV-Bulletin van maart 2020 de vraag
  10. Zwarte dozen in (deels) zelfrijdende auto’s: kan de techniek voorzien in het vaststellen van de aansprakelijkheid?

    VR-kort
    Artikel
    18 november 2020
    Mr. L.L.M.A.A. de Vor en prof. mr. G. van Dijck De zelfrijdende techniek brengt enkele complicaties met zich voor het aansprakelijkheidsrecht. De vraag die in eerder onderzoek aan de orde is gesteld, is of en in hoeverre het huidige aansprakelijkheidsrecht nog toereikend kan voorzien in de aansprakelijkheidsvragen bij (deels) geautomatiseerd rijden. In deze bijdrage kiezen de auteurs voor een ander perspectief. Zij richten zich op de techniek en op de vraag in hoeverre deze voldoet dan wel in de nabije toekomst kan voldoen aan de eisen die het aansprakelijkheidsrecht stelt. Het startpunt

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!