Zoeken

161 resultaten gevonden

  1. VR 2022/02 Mobiele telefoon. Vasthouden. Bewijs.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 230,- voor: “als bestuurder van een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden”.De bestuurder hield het voertuig niet strak op de rijstrook, maar slingerde licht. Dit gaf de ambtenaar aanleiding om links naast de personenauto te gaan rijden om erin te kunnen kijken. Vanuit deze positie keek de ambtenaar in de personenauto en zag dat de bestuurder een geactiveerde mobiele telefoon in zijn rechterhand vasthield. Vervolgens is de bestuurder
  2. VR 2022/03 Verkeerde feitcode.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 186,- voor: “VF021 - overschrijding maximum snelheid op (auto)wegen buiten bebouwde kom, met 21 km/h”. Deze gedraging zou zijn verricht op 3 oktober 2017 om 11.55 uur op de Hoofdweg in Zegveld.Het hof kan niet vaststellen dat de gedraging is verricht. De verweten gedraging die hoort bij feitcode VF021 betreft namelijk een overtreding van artikel 21, aanhef en onder a, van het RVV 1990, dat luidt als volgt: “Buiten de bebouwde kom gelden de volgende maximumsnelheden: a. voor motorvoertuigen op
  3. VR 2022/04 Parkeren. Parkeervak.

    Jurisprudentie
    Van bestuurders die gebruik willen maken van een parkeerplaats mag worden verwacht dat zij de nodige moeite doen om zich ervan te vergewissen dat het parkeren op de gekozen parkeerplaats op de voorgeschreven wijze geschiedt. Dit geldt ook indien sneeuw de tekens op het wegdek tijdelijk onzichtbaar maakt. Een bestuurder dient in dat geval de sneeuw te verwijderen teneinde zich ervan te vergewissen of hij zijn voertuig op de juiste wijze heeft geparkeerd. Indien vervolgens blijkt dat dit niet het geval is, zal een andere parkeerplaats gezocht moeten worden. Hetzelfde geldt indien een ander
  4. VR 2022/05 Parkeren op gehandicaptenparkeerplaats. Voor het openbaar verkeer openstaande weg. Omstandigheid die het opleggen van een administratieve sanctie niet billijkt?

    Jurisprudentie
    De betrokkene heeft geparkeerd op een gehandicaptenparkeerplaats van het Groene Hart Ziekenhuis. De omstandigheid dat het bord waarop wordt vermeld dat op het parkeerterrein van het Groene Hart Ziekenhuis de regels van de WVW 1994 gelden niet leesbaar is, omdat dit bord gedeeltelijk aan het zicht is onttrokken door een heg, geeft geen aanleiding om de sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen. Geen rechtsregel schrijft immers voor dat men hierop moet worden gewezen. Van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat hij op de hoogte is van de geldende verkeersregels
  5. VR 2022/06 Mobiel elektronisch apparaat. Mobiele telefoon. Vasthouden. Legaliteitsbeginsel.

    Jurisprudentie
    In dit geval - telefoon ligt op het bovenbeen - is geen sprake van een aan de bestuurder bevestigd hulpmiddel. Ten tijde van de constatering werd niet gebruik gemaakt van de telefoon. Bij bijvoorbeeld een zijwaartse beweging of plotseling remmen is er een gerede kans dat de telefoon valt. Dat kan een gevaarlijke situatie opleveren. Het los op een been of op de schoot laten liggen van een telefoon vormt dan ook een risico voor de verkeersveiligheid. Deze gevaarzetting is niet doorslaggevend bij de vraag of sprake is van ‘vasthouden’ in de zin van artikel 61a RVV 1990. Het gaat een redelijke
  6. VR 2022/07 Mobiel elektronisch apparaat. Mobiele telefoon. Vasthouden. Legaliteitsbeginsel.

    Jurisprudentie
    Hetgeen op grond van artikel 61a RVV 1990 “mag” en “niet mag” is bepaald diffuus en weinig inzichtelijk en voorspelbaar. Dat is nu echter precies wat het legaliteitsbeginsel wil voorkomen: het moet voor (in dit geval) de bestuurder duidelijk zijn wat mag en wat niet mag, alvorens aan dat laatste door het CVOM een sanctie kan worden verbonden. Loslaten kan filosofisch beschouwd wellicht een vorm van vasthouden zijn, maar naar de gebruikelijke, taalkundige betekenis is het dat niet. Het heeft de betrokkene niet duidelijk moeten zijn dat het los op het been of op schoot hebben liggen van een
  7. VR 2022/08 Dood door schuld. Aanmerkelijke schuld. Maximumsnelheid. Verkeersfout van het slachtoffer.

    Jurisprudentie
    De verdachte reed in de nacht van 15 juli 2016 als zogenaamde ‘zwarte taxi’ enkele jongens naar huis, waarbij hij met een snelheid heeft gereden van minimaal 110 en maximaal 132 kilometer per uur. Op de Ringbaan Zuid, de plaats waar het ongeval heeft plaatsgevonden, gold een maximumsnelheid van 70 kilometer per uur. Doordat de verdachte zo hard reed, heeft hij niet kunnen anticiperen op het slachtoffer dat op haar fiets overstak. Het slachtoffer liep ten gevolge van de aanrijding met het door de verdachte bestuurde motorrijtuig zwaar lichamelijk letsel op.Het hof acht derhalve wettig en
  8. VR 2022/09 Bestuurder. Bromfiets.

    Jurisprudentie
    De bestuurder van een motorrijtuig is diegene die de bedieningsorganen van een motorrijtuig hanteert en door middel daarvan de voortbeweging en rijrichting van het motorrijtuig beïnvloedt. Deze beïnvloeding hoeft niet noodzakelijkerwijs via het gebruik van het motorvermogen te gaan. Als besturen van een motorrijtuig kan onder andere worden aangemerkt het duwen of aan de hand meevoeren van een motorrijtuig.De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat de V-snaar van zijn bromfiets was gebroken en dat hij daarom op zijn bromfiets ‘stepte’. Op het moment dat hij vaart maakte
  9. VR 2022/095 Parkeren. Veroorzaken van hinder.

    Jurisprudentie

    Het voertuig van de betrokkene stond zodanig op de fietsstrook dat hinder en (mogelijk) gevaar werd veroorzaakt voor fietsers die er niet langs konden en in de regenachtige spits moesten uitwijken naar de rijbaan. Ook leverde dit hinder op voor weggebruikers voor wie de toegang tot of het vertrek uit het parkeervak werd geblokkeerd. Niet valt in te zien waarom het de ambtenaar in deze situatie niet vrijstond om een sanctie op te leggen op grond van artikel 5 WVW 1994.

  10. VR 2022/097 Valet-parking. Aansprakelijkheid kentekenhouder.

    Jurisprudentie

    Aan de betrokkene zijn als kentekenhouder bij inleidende beschikkingen twee sancties opgelegd voor: “motorvoertuig parkeren bij blauwe streep terwijl toegestane parkeertijd is verstreken.” De betrokkene heeft de auto niet zelf ter plaatse geparkeerd. Zij had een overeenkomst met Schiphol Valet Parkeren gesloten voor het parkeren van haar auto op de afgesloten locatie aan de Raasdorperweg 74 te Lijnden. Het bedrijf heeft zich niet aan de overeenkomst van bewaarneming gehouden en de auto elders en op de openbare weg geparkeerd. De betrokkene heeft niet aannemelijk gemaakt dat tegen haar wil door

  11. VR 2022/098 Fietspad. Politieperskaart. Ontheffing?

    Jurisprudentie

    De betrokkene, als journalist in het bezit van een politieperskaart, reed met zijn auto over het fietspad. Dit deed hij om de weg niet te blokkeren, de hulpdiensten niet te hinderen en om voldoende afstand te houden van de plaats van het ongeluk. De politieperskaart verleent, zo volgt uit het “Reglement met betrekking tot de Landelijke Politieperskaart” die te vinden is op de website van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, de betrokkene enkel toegang tot (bepaalde) plaatsen en/of gebieden die voor het publiek niet toegankelijk zijn, om zijn werk als journalist te kunnen uitvoeren. Dit

  12. VR 2022/099 Uitrit. Inrit. Wegconstructie.

    Jurisprudentie

    Er is sprake van een kruising waar meerdere wegen op uitmonden, waaronder de Bergse Linker Rottekade. Daarbij is gebruik gemaakt van een uitritconstructie om die uitmonding te construeren. Het trottoir en het fietspad naast de doorgaande weg lopen door over de aansluiting en er is gebruik gemaakt van inritblokken. Op grond hiervan is sprake van een uitmonding die duidelijk als een in- en uitrit kan worden aangemerkt.

  13. VR 2022/10 Dood door schuld. Aanmerkelijke schuld?

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft met een door hem bestuurd motorrijtuig op de weg zittende personen aangereden, waardoor een van deze personen werd gedood en drie anderen zwaar lichamelijk letsel opliepen. Aan de verdachte is primair overtreding van artikel 6 WVW 1994 tenlastegelegd, waarbij het bestanddeel “schuld” nader is omschreven als “zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend”. Verdachte reed in zijn bestelauto ten tijde van het ongeval naar schatting rond de 50 km per uur. Op dat moment was het festival Pinkpop reeds enkele uren afgelopen. Wel waren er nog mensen op straat aanwezig
  14. VR 2022/100 Doorgetrokken streep. Inhalen over vluchtstrook.

    Jurisprudentie

    Aan de betrokkene is een sanctie opgelegd voor overtreding van artikel 76, eerste lid, van het RVV 1990. De verklaring van de ambtenaar houdt onder meer in: “Zag de personenauto twee voertuigen voor mij uitvegen over de doorgetrokken streep verplaatsen richting de vluchtstrook. Er was geen sprake van nood. Maakte gebruik van vluchtstrook om stilstaand verkeer te passeren.” Het hof begrijpt in het licht hiervan de verklaring van de ambtenaar zoals opgenomen in het zaakoverzicht aldus dat het voertuig de doorgetrokken streep die zich niet langs de rijbaanverharding bevindt, heeft overschreden om

  15. VR 2022/101 Parkeren. In- of uitrit. Toestemming gebruiker.

    Jurisprudentie

    Artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 betreft een absoluut verbod en is dus niet afhankelijk van toestemming van de eigenaar of gebruiker van de in- of uitrit. Aan de omstandigheid dat de houder van de garage waarvoor de in- of uitrit is gelegen toestemming had gegeven om het voertuig daar te parkeren, mocht de betrokkene niet de gerechtvaardigde verwachting ontlenen dat zijn wijze van parkeren was toegestaan.

  16. VR 2022/102 Rijbewijs. Vordering tot overgifte. Strafbaarheid.

    Jurisprudentie

    De vordering tot overgifte van het rijbewijs is, net als de invordering en de inhouding van het rijbewijs, een veiligheidsmaatregel die wordt genomen in afwachting van een strafbeschikking of een beslissing van de rechter ter zake het feit waarvoor de overgifte van het rijbewijs is gevorderd. Een redelijke wetsuitleg brengt daarom mee dat als een strafbeschikking is genomen of de rechter in de strafzaak over het feit waarvoor de overgifte van het rijbewijs is gevorderd heeft beslist, en bij die beschikking of beslissing aan de verdachte geen onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid

  17. VR 2022/103 Doorrijden na ongeval. Wie kan als "een ander" worden aangemerkt?

    Jurisprudentie

    De verdachte heeft, zonder medeweten en toestemming van de eigenaar en de gebruiker van het voertuig, een auto bestuurd en hiermee een verkeersongeval veroorzaakt, waarbij de auto in een vijver is terechtgekomen en daardoor schade heeft veroorzaakt aan de eigenaar van de auto en de gemeente Elburg. Terwijl de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat door het ongeval schade was toegebracht aan de eigenaar van het voertuig en de gemeente Elburg, heeft hij de plaats van het ongeval verlaten zonder zijn identiteit bekend te maken. Schending van art. 7 WVW 1994, omdat onder "een

  18. VR 2022/104 Alcoholclausule in WAM-verzekering. Feit van algemene bekendheid? Verzekerde mocht aannemen dat aansprakelijkheid was gedekt.

    Jurisprudentie

    In de vroege ochtend van 21 september 2014 vond een verkeersongeval plaats. X reed onder invloed van alcohol in de auto van zijn vader, met A als inzittende, tegen een geparkeerde auto aan, waarbij A letsel op liep. Univé, de WAM-verzekeraar, vergoedt de schade van A. Vervolgens spreekt Univé X aan op grond van art. 15 WAM. Van belang is de vraag of X als aansprakelijke persoon, niet-verzekeringnemer, te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt. In eerste aanleg betoogt Univé dat het een feit van algemene bekendheid is dat een verzekeraar van een

  19. VR 2022/105 Letselschade door aanrijding fietser en tram. Vaststellen omvang verlies van verdienvermogen; carrièreverloop; rekenrente; post onvoorzien.

    Jurisprudentie

    Op 9 mei 2012 is de 49-jarige X als fietser betrokken geraakt bij een aanrijding met een tram. X heeft hierdoor ernstig letsel opgelopen, heeft twee weken in een coma gelegen en heeft langdurig moeten revalideren. Hij houdt blijvende klachten en beperkingen over aan het ongeval. De tram is verzekerd bij Allianz, die aansprakelijkheid erkent. X is op universitair niveau opgeleid en heeft diverse marketingfuncties in binnen- en buitenland bekleed. Ten tijde van het ongeval was zijn jaarsalaris € 118.000 en stond hij net op het punt om een carrièrestap te maken. X en Allianz zijn in geschil over

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!