Zoeken

214 resultaten gevonden

  1. VR 2022/111 Uitleg motorrijtuigenuitsluiting in polisvoorwaarden AVB-verzekering. Geen sprake van spiegelbeelddekking zonder complementaire WAM- of WLM-verzekering.

    Jurisprudentie

    ISL is tegen bedrijfsaansprakelijkheid verzekerd bij RSA. In de polisvoorwaarden van de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (hierna: AVB) is een motorrijtuigenuitsluiting opgenomen, waaruit volgt dat RSA geen dekking biedt voor schade veroorzaakt door een motorrijtuig in de zin van de WAM. Op 12 oktober 2017 is A tijdens het besturen van een elektrotrekker gewond geraakt, doordat een uitlaat op zijn hoofd valt. A stelt ISL aansprakelijk. Op 23 oktober 2018 raakt B gewond als een collega met een elektrotrekker over zijn voet heen rijdt. B stelt ISL aansprakelijk. ISL erkent in geen van beide

  2. VR 2022/112 Verzekeraar voert persoonlijk onderzoek uit. Onderzoeksrapport als onrechtmatig verkregen bewijs uitgesloten.

    Jurisprudentie

    Op 21 september 2017 wordt rijinstructeur X tijdens een rijles aangereden door een vrachtwagen. De verzekeraar van de vrachtwagen, TVM, erkent aansprakelijkheid voor de toedracht van het ongeval, met het voorbehoud dat zij hierop terug kan komen indien zij de beschikking krijgt over informatie die van invloed is op de beoordeling en vaststelling van aansprakelijkheid of vergoedingsplicht. Nadat bij TVM een vermoeden van fraude ontstaat, laat zij een persoonlijk onderzoek naar X verrichten. Naar aanleiding van het onderzoeksrapport trekt TVM haar erkenning van de aansprakelijkheid in. X vordert

  3. VR 2022/113 Door zelfmoordpoging X ontstaat schade. Gesubrogeerde verzekeraar vordert schadevergoeding van X. Zelfmoordpoging X niet toe te rekenen wegens geestelijke tekortkoming.

    Jurisprudentie

    Op 4 maart 2014 loopt X voor een vrachtwagen de autoweg op, met het doel om een einde aan zijn leven te maken. Ondanks een rem- en uitwijkmanoeuvre is X door de vrachtwagen aangereden. X overleeft het ongeval met zwaar lichamelijk letsel en de vrachtwagen raakt door de manoeuvre beschadigd. De vrachtwagen is verzekerd bij TVM, die de schade vergoedt en als verzekeraar is gesubrogeerd in de rechten van onder andere de eigenaar van de vrachtwagen. TVM vordert een verklaring voor recht dat X aansprakelijk is voor de door TVM geleden schade. X stelt dat de zelfmoordpoging hem niet is toe te

  4. VR 2022/114 Vliegtuigpassagier krijgt bagagestuk op hoofd; schadestaatprocedure; deskundigenrapporten.

    Jurisprudentie

    In 2006 vliegt A vanaf Schiphol naar Tel Aviv met luchtvaartmaatschappij B. Nadat zij heeft plaatsgenomen in het vliegtuig, probeert een medepassagier een bagagestuk boven het hoofd van A in de zogenoemde overhead bins te plaatsen. Dat bagagestuk valt op het hoofd van A. Na het ongeval ervaart A diverse klachten, waaronder vergeetachtigheid, concentratieproblemen, snelle vermoeidheid en duizeligheid. In het arrest van 3 december 2013 verklaart het Hof Amsterdam dat B op grond van de vervoersovereenkomst tussen partijen aansprakelijk is voor alle door A geleden en nog te lijden schade als

  5. VR 2022/115 Ongeval tijdens opleiding klimpark; geen aansprakelijkheid opleider en ontwerper/aanlegger klimpark.

    Jurisprudentie

    Op 8 september 2010 is X een ongeval overkomen in een klimpark. Dit klimpark was kort daarvoor in opdracht van A ontworpen en aangelegd door B. Ten behoeve van A zorgde B ook voor het opleiden van het personeel van het klimpark. B heeft hiervoor C ingeschakeld. X was werkzaam voor A en werd door C opgeleid tot locatiemanager van het klimpark. X moest als onderdeel van de opleiding de verschillende parcoursen in het klimpark afleggen. Hij was hierbij steeds gezekerd door een valveiligheidssysteem (een valharnas gekoppeld aan een lifeline). Op de dag van het ongeval heeft X samen met een collega

  6. VR 2022/116 Eenzijdige beëindiging schadeonderhandeling. Veroordeling tot dooronderhandelen. Zeer hoge buitengerechtelijke kosten.

    Jurisprudentie

    Op 7 januari 2021 is A een verkeersongeval overkomen, waarvoor WAM-verzekeraar Bovemij aansprakelijkheid erkent. Zijn uitzendovereenkomst wordt beëindigd en ondanks enkele voorschotten van Bovemij, belandt A in een financieel benauwde situatie. Onder meer is hij niet in staat om de behandelingen bij een fysiotherapeut voor zijn herstel door te zetten, omdat hij deze niet meer kan betalen. De belangenbehartiger van A neemt meerdere malen contact op met Bovemij met het verzoek om aanvullende voorschotten. Bovemij weigert een aanvullend voorschot te verstrekken tot een nader medisch advies is

  7. VR 2022/117 Aanrijding tussen voetganger en auto. 50%-regel; eigen schuld; billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Op 10 oktober 2017 botste voetganger X tijdens het oversteken tegen de zijkant van de auto van Y. X loopt hierbij een onderbeenbreuk op en kan haar fysieke werk niet meer verrichten. Ze raakt haar baan kwijt en stelt psychische klachten te hebben. Y was tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij Achmea, die erkent voor 50% aansprakelijk te zijn voor de gevolgen van het ongeval. X verzoekt een verklaring voor recht dat Achmea volledig aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. Ze stelt dat Y te hard en te dicht op de geparkeerde auto's reed. Achmea betwist de toedracht

  8. VR 2022/118 X verlaat zijn auto. A stapt in de auto en rijdt X aan. Gebruik auto in overeenstemming met gebruikelijke functie; sprake van deelneming aan verkeer? Onzorgvuldigheid van X; diefstaluitsluiting? Eigen schuld X?

    Jurisprudentie

    Op 10 augustus 2012 stopt X zijn auto en roept beledigende teksten naar een jongetje. X stapt vervolgens uit de auto en raakt in confrontatie met drie mannen. Tijdens deze confrontatie wordt X door hen omsloten en met een mes bedreigd. X steekt één van hen, A, in zijn arm met een mes en rent vervolgens weg. A stapt in de auto van X, achtervolgt hem en rijdt over hem heen. A is strafrechtelijk veroordeeld voor poging tot moord en poging tot zware mishandeling. X is vrijgesproken, omdat hem een succesvol beroep op noodweer toe kwam. X stelt Y, bij wie zijn auto onder de WAM was verzekerd

  9. VR 2022/119 Ongeval tussen overstekende voetgangster en automobilist. Beroep op overmacht; automobilist kan rechtens geen enkel verwijt worden gemaakt.

    Jurisprudentie
    Op 23 maart 2019 ontstaat een ongeval tussen voetgangster Y en automobilist X. Y stak tussen stilstaande auto's door een voorrangsweg over, waarna zij in aanraking kwam met de auto van X. Als gevolg hiervan liep zij meerdere breuken in haar rechtervoet en een verbrijzelde teen op, die later geamputeerd moest worden. De auto van X is tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij Nh1816. Namens Y stelt Univé Rechtshulp Nh1816 op grond van art. 185 WVW aansprakelijk voor de door Y geleden schade als gevolg van het ongeval. Nh1816 erkent geen aansprakelijkheid. Y verzoekt een verklaring voor
  10. VR 2022/12 Aanrijding tegen overhangend pand; gemeente niet aansprakelijk.

    Jurisprudentie
    Een werknemer (W) van onderneming A levert goederen af op het bedrijfsterrein van Baggermaatschappij Boskalis (B). W rijdt het terrein op bij de leveranciersingang. Op de beoogde losplaats wordt W doorgestuurd naar een andere losplaats vanwege de grootte van zijn lading. W rijdt via een openstaand schuifhek het achtergelegen personeelsparkeerterrein op. Dat hek staat toevallig open, omdat daar bestratingswerkzaamheden plaatsvinden. W meldt zich vervolgens op de losplaats. Na het lossen rijdt W naar de dichtstbijzijnde uitrit van het parkeerterrein. Die uitrit komt op de x-straat uit. In de x
  11. VR 2022/120 Fietser botst tegen trottoirband; gebrekkig opstal; wegbeheerder aansprakelijk.

    Jurisprudentie

    In 2016 komt A met haar fiets ten val in de Dorpstraat in Meijel. Het ongeval ontstaat doordat A met het voorwiel van haar fiets tegen de opstaande rand van de trottoirband aankomt, waardoor zij uit balans raakt en valt. Door de val loopt A ernstig letsel op aan haar bovenarm en schouder. De Dorpstraat was vlak daarvoor gereconstrueerd door de gemeente (B). A verzoekt een verklaring voor recht dat B op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is voor haar schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank wijst het verzoek toe, omdat de trottoirband niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de

  12. VR 2022/121 Fietser botst tegen portier geparkeerde auto. Tweede deelbeschikkingsverzoek geen verkapt hoger beroep. Bewijslevering; geen eigen schuld; monteur aansprakelijk.

    Jurisprudentie

    Op 9 juni 2016 botste fietser X tegen het openstaande portier van een langs de weg geparkeerde auto waaraan Y werkzaamheden verrichtte. X kwam ten val en liep letsel op. X stelt dat Y het portier plotseling opendeed terwijl hij langs fietste. Y stelt dat X door eigen onvoorzichtigheid tegen het openstaande portier is gereden terwijl Y onder de motorkap bezig was. In een eerste deelgeschilprocedure verzocht X een verklaring voor recht dat Y en diens werkgever aansprakelijk zijn voor de schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank oordeelde dat niet tot een beslissing kon worden gekomen

  13. VR 2022/122 Fietsster X komt ten val. Betrokkenheid brommerrijder Y bij dit ongeval en toepassing art. 185 WVW?

    Jurisprudentie

    Op 24 december 2019 komt fietsster X ten val. Ze stelt dat deze val is veroorzaakt doordat haar fiets door de achterkant van de brommer van Y is geraakt. X verzoekt een verklaring voor recht dat Y en Unigarant hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de gevolgen van het ongeval, in de zin van art. 185 WVW. Y en Unigarant beroepen zich primair op overmacht en subsidiair betwisten ze de door X gestelde toedracht van het ongeval. De rechtbank wijst het verzoek af en overweegt hiertoe als volgt. De bewijslast voor het vaststellen van betrokkenheid van Y bij het ongeval rust op grond van art. 150 Rv op X

  14. VR 2022/123 Verkeersongeval; causaal verband; deskundigenrapporten.

    Jurisprudentie

    In juni 2011 wordt A op zijn mountainbike geschept door een van links komende auto. De WAM-verzekeraar van de auto (B) erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval. Tussen A en B is in geschil welke klachten en beperkingen A heeft en of deze in causaal verband staan met het ongeval. Om hierover duidelijkheid te krijgen, schakelen A en B orthopeed X, neuroloog Y en neuropsycholoog Z in. A verzoekt dat de rechtbank vaststelt dat A een groot aantal klachten heeft en dat een causaal verband bestaat tussen die klachten en het ongeval. De rechtbank overweegt dat uit het rapport van X

  15. VR 2022/124 Verkeersongeval; causaal verband; deskundigenrapport.

    Jurisprudentie

    Op 27 mei 2018 wordt A op zijn driewillige motor (trike) van achteren aangereden door een verzekerde van B. B erkent aansprakelijkheid voor het ontstaan van het ongeval. Vóór het ongeval was A werkzaam als personal (kickboks)trainer op zzp-basis. Ook stond hij bekend als professioneel wedstrijdvechter/kickbokser. Bij een eerdere beschikking heeft de rechtbank een deskundigenonderzoek door neuroloog X bevolen. X heeft zijn rapport in september 2020 uitgebracht. A verzoekt de rechtbank te bepalen dat een causaal verband bestaat tussen het ongeval en zijn nek-, schouder- en rugklachten, hoofdpijn

  16. VR 2022/125 Kop-staartbotsing vrachtauto auto; onvoldoende afstand; onnodig remmen.

    Jurisprudentie

    In 2019 is automobilist A aangereden door vrachtautochauffeur B. B reed op de N282. A reed vanaf een benzinestation de N282 op en is 60 meter vóór B ingevoegd. Ongeveer 190 meter verderop is A van achteren aangereden door B. Van het ongeval is een video-opname gemaakt met de dashcam in de cabine van de vrachtauto. Ook is een verkeersongevallenanalyse (VOA) opgesteld. A verzoekt een verklaring voor recht dat de WAM-verzekeraar van B (VB) aansprakelijk is voor de schade van A als gevolg van het ongeval. Volgens A heeft B onrechtmatig gehandeld door te weinig afstand te houden (in strijd met art

  17. VR 2022/126 Letselschadezaak; causaal verband; benoeming deskundige.

    Jurisprudentie

    In 2013 overkomt A een verkeersongeval. De stilstaande auto waarin A zit, wordt van achteren aangereden door een vrachtauto. De WAM-verzekeraar van de vrachtauto (B) erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van de aanrijding. A ervaart na de aanrijding nek-, schouder- en rugklachten. Sinds begin 2016 ontvangt A van het UWV op basis van 80-100% arbeidsongeschiktheid een WGA-uitkering. Op gezamenlijk verzoek van A en B voert X in 2016 een neurologische expertise uit. X stelt geen objectieve neurologische afwijkingen als gevolg van het ongeval vast. A verzoekt de rechtbank voor recht te

  18. VR 2022/127 Dent v. NFL: een Amerikaanse massaschadezaak in vele bedrijven

    Artikel
    American football, de meest populaire sport in de Verenigde Staten, is geen fijnzinnige sport. Het heeft voor een met de sport onbekende waarnemer op het eerste gezicht veel weg van een ouderwetse Middeleeuwse veldslag waarbij het territorium van de tegenstander moet worden veroverd. Het spel heeft een uitermate fysiek karakter. Spelers lopen dan ook een aanzienlijk risico op blessures. Het aantal hersenschuddingen is elk seizoen groot. Er zijn wetenschappelijke studies die stellen dat het beoefenen van American football het risico op neurologische problemen, hersenziektes en zelfs voortijdig sterven vergroot. Om geblesseerde spelers zo snel mogelijk weer wedstrijdfit te krijgen, zowel tijdens als na de wedstrijd, wordt veelvuldig gebruik gemaakt van allerlei (zware) pijnstillers. De afgelopen decennia hebben veel football-spelers zowel tijdens als na hun loopbaan met allerhande fysieke problemen te maken gekregen, die zij toeschrijven aan overvloedig medicijngebruik tijdens hun loopbaan en waarvoor zij hun clubs en de National Football League (NFL), de organisator van de competitie, verantwoordelijk houden. Een groot aantal spelers heeft vervolgens hun belangen gebundeld en heeft als collectief claims ingediend (een 'class action') tegen zowel hun clubs als de NFL. In dit artikel beschrijf ik de lotgevallen van de na acht jaar nog steeds lopende massaschadeclaim van spelers tegen de NFL, in rechte bekend staand als Dent vs. NFL. Aan deze zaak heb ik een zeer bescheiden bijdrage mogen leveren, waarbij ik een fascinerende blik in de keuken van een massaschadeclaim kreeg. In hoofdstuk 1 geef ik ter introductie enige achtergrond bij de sport zelf. Hoofdstuk 2 introduceert de dramatis personae, waarna in hoofdstuk 3 de procedurele vorm van de rechtszaak aan de orde komt. Hoofdstuk 4 gaat in op de risico's van het spel, waarna ik in hoofdstuk 5 de verwijten bespreek die de ex-spelers in deze zaak aan de NFL maken. Hoofdstuk 6 besteedt aandacht aan de lange en moeizame tocht van de zaak langs federale rechtbanken en gerechtshoven, waarna in hoofdstuk 7 enkele slotopmerkingen volgen.
  19. VR 2022/128 De toekomst van de fiscale schade binnen de letselschade-uitkering

    Artikel
    Sinds 2017 gaat de Belastingdienst bij de heffing in box III uit van een forfaitair rendement op het vermogen. Daarnaast wordt uitgegaan van een vaste verdeling van het vermogen dat gespaard en belegd wordt. Naarmate dit vermogen hoger is, stelt de Belastingdienst dat een groter gedeelte belegd wordt. Het beleggingsrendement waarmee gerekend wordt, ligt hierbij aanzienlijk hoger dan het spaarrendement. Voor welk rendement een belastingplichtige aangeslagen wordt ligt daarmee dus op voorhand al vast. Met de extreem lage spaarrente van de laatste jaren zijn veel belastingbetalers in opstand gekomen. De diverse rechtszaken die zijn aangespannen, hadden lange tijd niet het gewenste resultaat, totdat op 1 november vorig jaar Advocaat-Generaal Niessen met een belangrijk advies kwam. Hij adviseerde de Hoge Raad om niet uit te gaan van een vaststaande vermogensmix waarbij op voorhand vastligt welk deel van het vermogen belegd wordt en welk deel gespaard. De Hoge Raad heeft dit advies overgenomen en kwam op 24 december 2021 tot het befaamde ‘kerstarrest’. In dit artikel wordt uitgebreid stilgestaan bij deze uitspraak. Daarnaast worden de implicaties van deze uitspraak voor de toekomstige heffing in box III besproken en, meer in het bijzonder, de (mogelijke) gevolgen van deze uitspraak voor de hoogte van de fiscale schade binnen een letselschade-uitkering.
  20. VR 2022/129 Ongeval door rem-/uitwijkmanoeuvre wegens uitrijdende auto vanaf parkeervlak. Uitrijdende bestuurder maakt geen verkeersfout. Extreme rem-/uitwijkmanoeuvre in redelijkheid niet te verwachten.

    Jurisprudentie

    Op 17 december 2015 is X betrokken geraakt bij een aanrijding. Zij naderde enkele voor haar rechts, haaks op de weg gelegen parkeervlakken, toen Y achteruit de parkeervlakken kwam uitgereden en vlak voor de weg stopte. De auto's in de parkeervlakken naast Y ontnamen het zicht op de auto van Y en X schrok door de plotseling verschijnende auto. X remde, belandde in een slip en botste tegen de auto van A, op de andere weghelft. De auto van X was verzekerd bij TVM, die de bij A ontstane schade vergoedde. TVM wil de schade op ASR, bij wie de auto van Y was verzekerd, verhalen. Hiertoe stelt TVM dat

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!