Zoeken

8001 resultaten gevonden

  1. VR 2024/91 Snelheidsoverschrijding. Over het hoofd zien van bebording. Amphicar.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft een sanctie van € 249,- opgelegd gekregen omdat ze 19 km/uur te snel had gereden binnen de bebouwde kom waar 30 km/uur was toegestaan. De gemachtigde van de betrokkene heeft betwist dat de betrokkene het verkeersbord "30" is gepasseerd. Ze heeft aangevoerd dat de betrokkene met haar Amphicar (een voertuig dat zowel kan rijden als varen) op een bepaald punt het water in is gegaan en later weer op de weg is teruggekomen, waarbij ze het verkeersbord niet meer zou zijn tegengekomen. Daardoor zou de overtreding haar niet kunnen worden verweten. Volgens artikel 3, tweede lid, van

  2. VR 2024/92 Als bestuurder van een wielrenfiets zich zodanig gedragen dat gevaar en hinder op de weg is veroorzaakt.

    Jurisprudentie

    De verdachte fietste samen met drie andere wielrenners achter elkaar. De groep van de verdachte naderde twee andere groepen wielrenners die in dezelfde rijrichting reden. Op het moment dat de groep van de verdachte een inhaalmanoeuvre inzette, kwam een tegemoetkomende wielrenner aanrijden. De eerste twee groepsgenoten wisten op tijd terug in te voegen op de eigen weghelft, maar de verdachte kwam, als derde rijder in zijn groep, frontaal in botsing met de tegemoetkomende wielrenner. Als gevolg hiervan kwamen ook andere wielrenners ten val. Meerdere wielrenners liepen daarbij lichamelijk letsel

  3. VR 2024/93 Ongeval door ingrijpen inzittende. Begrip ‘bestuurder’. Prejudiciële vragen.

    Jurisprudentie

    Op 5 november 2016 vond een eenzijdig ongeval plaats met een personenbusje van Voetbalvereniging Waskemeer. De vereniging had bij Reaal (later Nationale Nederlanden) een WAM-verzekering voor de auto en een SVI-verzekering voor de inzittenden afgesloten. Tijdens de rit trok de trainer plotseling de handrem aan, wat leidde tot een ernstige botsing. Nationale Nederlanden weigerde dekking onder de WAM, omdat de bestuurder niet gedekt is volgens artikel 4 lid 1 WAM. Tevens werd dekking onder de SVI afgewezen, omdat X onder invloed van alcohol was en geen gordel droeg. De rechtbank oordeelde dat X

  4. VR 2024/94 Ongeval voetganger - taxibus. Geen afwijkende verdeling primaire schadevergoedingsverplichting.

    Jurisprudentie

    Op 14 juli 2021 stak appellant een provinciale weg over via een oversteekplaats voor fietsers. Op de eerste rijbaan kreeg appellant net op tijd voorrang van een automobilist. Bij het oversteken van de tweede rijbaan werd appellant aangereden door een taxibus van PMW. Dit resulteerde in ernstig letsel bij appellant. PMW en hun verzekeringsmaatschappij Amlin hebben erkend dat ze voor 50% aansprakelijk zijn volgens artikel 185 WVW. Appellant is echter van mening dat PMW en Amlin voor 100%, of op zijn minst meer dan 50%, aansprakelijk zijn voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft

  5. VR 2024/95 Fietser ten val tussen berm en wegdek. Aansprakelijkheid wegbeheerder?

    Jurisprudentie

    Tijdens het fietsen met zijn buurman is X hard ten val gekomen. X is onmiddellijk naar de spoedeisende hulp gebracht en daar is onder meer gezichts- en gebitsletsel geconstateerd. Het ongeluk vond plaats op een weg die beheerd wordt door de gemeente. X heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor de schade, maar de vordering werd afgewezen door de aansprakelijkheidsverzekeraar van de gemeente. Later heeft een getuige verklaard dat X met zijn voorwiel in de berm terechtkwam, van de fiets werd geslingerd en met zijn hoofd/gezicht hard op de grond viel. Volgens artikel 6:174 BW is de gemeente

  6. VR 2024/96 Autobotsing. Letselschade. Aansprakelijkheid. Eigen schuld en billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Op 19 oktober 2016 vond een verkeersongeval plaats tussen X (verzoeker) en Y (verweerder) op de Rijksstraatweg te Dordrecht. In beide auto’s was een passagier aanwezig, respectievelijk mevrouw A en mevrouw B. Y botste tegen X die links afsloeg, terwijl Y probeerde in te halen op de rijbaan voor tegemoetkomend verkeer. X liep ernstig letsel op. De auto van X was WAM verzekerd bij Bovemij en die van Y bij Univé. De politie was ter plaatse en heeft later een verkeersongevallenanalyse uitgevoerd. Onderzoeksbureaus Baan Hofman en Meuwissen Verkeers Ongevallen Analyse (MVOA) hebben analyses

  7. VR 2024/97 Dodelijk ongeval tussen wielrenners. Onrechtmatige daad? Aansprakelijkheid.

    Jurisprudentie
    Op 2 mei 2020 vond er een ernstig ongeval plaats op de Zeelandbrug. Y kwam tijdens het wielrennen op het fietspad in botsing met X doordat hij over een losgeraakt stuk van een waterleiding op het pad reed. Ten tijde van het ongeval waren er werkzaamheden gaande op de Zeelandbrug. De waterleiding was aan de reling van de brug bevestigd en bestond uit een zwarte tyleenbuis. Als gevolg van het ongeval liepen beiden ernstig lichamelijk letsel op. X is aan zijn verwondingen overleden in het ziekenhuis. Y herinnert zich niets van het incident. Ten tijde van het ongeval was er enkel een getuige
  8. VR 2025/03 Bestuursdwang voor handhaving verkeersbord.

    Jurisprudentie

    In deze zaak is er bestuursdwang toegepast ter handhaving van een verkeersbord. Het verkeersbord in kwestie stond niet op de plaats waar het oorspronkelijk was geplaatst. Volgens de Raad van State is de feitelijke situatie ter plaatse doorslaggevend of handhavend kan worden opgetreden. In het belang van de rechtszekerheid en verkeersveiligheid moet een verkeersdeelnemer een verkeersbord opvolgen, ook al zou dit verkeersbord niet geplaatst zijn met inachtneming van de daarvoor geldende wetsvoorschriften.

  9. VR 2025/04 Weigering mee te werken aan speekseltest en bloedonderzoek. Onderzoek naar drugsgebruik opgelegd door het CBR.

    Jurisprudentie

    In deze zaak heeft de appellant hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het CBR om een onderzoek naar zijn drugsgebruik op te leggen. De appellant werd staande gehouden door de politie vanwege verdacht rijgedrag maar weigerde zowel een speeksel- als een bloedonderzoek. De rechtbank stelde dat het CBR voldoende grond had om de appellant te verplichten tot een drugsgebruikonderzoek, gezien zijn rijgedrag bij de staandehouding, eerdere drugsgerelateerde antecedenten en zijn weigering om mee te werken aan de tests. Appellant betoogde in hoger beroep dat zijn vrijspraak in een strafrechtelijke

  10. VR 2025/05 Wob-verzoeken. Toegang tot gegevens verkeerslichten om het verkeer rondom verkeerslichtinstallatie te monitoren.

    Jurisprudentie

    Achmea heeft drie Wob-verzoeken ingediend om inzage te krijgen in de MV-bestanden en/of V-log-bestanden van een aantal verkeerslichten. Met deze gegevens kan aan de hand van verkeersstromen inzicht verkregen worden in de duur die een verkeerslicht groen of rood licht uitstraalt. Daarnaast kan de status van een verkeerslicht achterhaald worden bij verkeersongelukken en kan het ingezet worden bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Achmea wil aan de hand van de gegevens achterhalen of een van de betrokken partijen bij een verkeersongeval door rood is gereden. Het college van

  11. VR 2025/06 Vasthouden mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Telefoon op bovenbeen met de vingers eromheen als een soort kooi moet worden aangemerkt als vasthouden.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft een sanctie van € 170,- gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Zijn gemachtigde betoogde dat het begrip 'vasthouden' volgens artikel 61a RVV 1990 niet zo ruim moet worden uitgelegd dat het ook het op de knie leggen van een telefoon omvat. Een ambtenaar heeft echter vastgesteld dat de betrokkene tijdens het rijden op een Go Sharing scooter een telefoon net boven zijn knie vasthield. In administratief beroep overhandigde de betrokkene een foto die de situatie toonde, waarbij de telefoon op zijn bovenbeen lag, maar niet

  12. VR 2025/07 Snelheidsmeting bij snelheidsoverschrijding. Meting met boordsnelheidsmeter.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft 139 km/uur gereden op een autosnelweg waar 100 km/u is toegestaan. De gemachtigde van de betrokkene trekt de deugdelijkheid van de snelheidsmeting in twijfel. Waar de ambtenaar het heeft over een geschatte snelheid, zou de Instructie snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers geen ruimte bieden om de snelheid te schatten. Daarnaast zou het onduidelijk zijn geweest wat de tussenafstand is geweest tussen de auto van de betrokkene en die van de ambtenaar. Uit de gegevens in het zaakoverzicht en het proces-verbaal waarin de ambtenaar verklaart over de zaak blijkt dat de

  13. VR 2025/08 Mobiel in telefoonhouder en art. 61a RVV 1990.

    Jurisprudentie

    De verdachte is bij een beschikking een sanctie opgelegd voor het "als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden". Volgens de verdediging is er geen sprake van een overtreding van het artikel nu de telefoon in een telefoonhouder zat. Het hof meent dat de sanctie niet in stand kan blijven nu slechts kan worden vastgesteld dat de vinger van de bestuurder zich aan de bovenkant van de telefoon bevond. Op basis hiervan kan niet worden vastgesteld dat de verdachte de telefoon vasthield.

  14. VR 2025/09 Kantonrechter verhoogt ten onrechte de hoogte van de sanctie om hoger beroep mogelijk te maken nu dit in strijd is met de Wahv en het verbod van reformatio in peius.

    Jurisprudentie

    De kantonrechter heeft de hoogte van de sanctie verhoogd om hoger beroep mogelijk te maken. Het hof vernietigt deze beslissing aangezien dit in strijd is met art. 2 lid 3 Wahv en het verbod van reformatio in peius.

  15. VR 2025/10 Una via-beginsel. Geen melding van afdoening via twee trajecten. Strijd met Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen.

    Jurisprudentie

    De gemachtigde van de betrokkene voert aan dat sprake is van schending van het una via-beginsel. Volgens de Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen (hierna: de Aanwijzing) is afdoening via zowel de strafrechtelijke als administratiefrechtelijke weg slechts toegestaan in uitzonderlijke gevallen, waar hier geen sprake van zou zijn. Bovendien zou de vereiste melding niet zijn gedaan van afdoening via twee trajecten. Het hof ziet geen aanleiding om de inleidende beschikking te vernietigen enkel om het feit dat in het zaakoverzicht geen melding is gemaakt van de

  16. VR 2025/101 Ook als (alleen) de achterkant van een voertuig een rood verkeerslicht passeert, geldt dat als door rood rijden.

    Jurisprudentie

    Betrokkene krijgt een administratieve sanctie voor het rijden door rood licht met een vrachtwagen. De gemachtigde van de betrokkene betwist de gedraging en voert aan dat het voertuig voorbij de verkeerslichten en half op de kruising tot stilstand is gekomen vanwege een file. De achterkant van de vrachtwagen is hierdoor geflitst. Naar de mening van de gemachtigde ten onrechte, omdat de vrachtwagen al voorbij de stopstreep en het verkeerslicht was. Het hof overweegt dat uit de aanwezige foto’s in het dossier blijkt dat de achterkant van de vrachtwagen rijdend de stopstreep is gepasseerd, terwijl

  17. VR 2025/102 Structurele schending hoorplicht. Bijstand door professioneel gemachtigde. Matiging sanctiebedrag.

    Jurisprudentie

    Aan de betrokkene is een administratieve sanctie opgelegd van € 110,-. Omdat niet blijkt dat dat de gemachtigde van de betrokkene behoorlijk is opgeroepen voor de zitting van de kantonrechter, blijft het appelverbod buiten toepassing en is het hoger beroep ontvankelijk. In administratief beroep had de gemachtigde verzocht om te worden gehoord. De officier van justitie overwoog dat vanwege het grote aantal verzoeken om te worden gehoord, een groot aantal zaken – waaronder deze – zonder hoorzitting worden afgehandeld. Het hof heeft eerder geoordeeld dat dit een structurele schending van de

  18. VR 2025/103 Kostenverhaal bij het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Criminal charge? Prejudiciële vragen.

    Jurisprudentie

    Rb. Oost-Brabant legt aan de Hoge Raad een viertal prejudiciële vragen over het kostenverhaal bij het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De Rechtbank vraagt zich meer specifiek af of het kostenverhaal bij het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting als een strafvervolging in de zin van artikel 6 EVRM kan worden beschouwd en of de rechter ruimte heeft om maatwerk toe te passen bij het beoordelen van de verwijtbaarheid en de hoogte van de kosten. De Hoge Raad is van oordeel dat het in rekening brengen van naheffingskosten niet als een strafvervolging valt aan te

  19. VR 2025/104 Signaleringsfunctie rechtspraak. Kantonrechter overweegt dat verhouding tussen Wahv-boetes en de verhogingen daarvan niet in balans is.

    Jurisprudentie

    Betrokkene krijgt een administratieve sanctie opgelegd vanwege het rijden door een rood verkeerslicht. Deze sanctie wordt tweemaal verhoogd, eerst met 50% en daarna met 100%. De betrokkene betaalt de sanctie, inclusief de eerste verhoging, maar stelt administratief beroep in dat zich richt tegen de tweede verhoging. De officier van justitie verklaart dit beroep niet-ontvankelijk, waarna de betrokkene beroep instelt bij de kantonrechter. De kantonrechter overweegt dat tegen dergelijke verhogingen geen rechtsmiddel openstaat. Dat betekent dat de kantonrechter niet mag oordelen over de

  20. VR 2025/105 Onvoorspelbaarheid overig verkeer bij ernstige schending van verkeersregels weegt mee in beoordelingskader art. 5a WVW 1994.

    Jurisprudentie

    Verdachte rijdt tijdens een politieachtervolging onder invloed van alcohol en cocaïne met te hoge snelheden, negeert zesmaal een rood verkeerslicht en rijdt tegen de verkeersrichting in een rotonde op. Verdachte wordt onder andere overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 ten laste gelegd. De verdediging voert bij het hof aan dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat levensgevaar of zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was, waardoor verdachte hiervan zou moeten worden vrijgesproken. Het rijgedrag zou weliswaar gevaarzettend zijn, maar niet zodanig dat de kans

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!