verkeersongeval

VR 2020/52 Eenzijdig fietsongeval; dekking verzekering; polisvoorwaarden; uitleg 'verkeersongeval'.

Jurisprudentie
In de nacht van 25 op 26 mei 2018 is A een eenzijdig fietsongeval overkomen. A is op een kruising, toen hij uitweek voor een van rechts komende auto, ten val gekomen in een greppel. Hierbij heeft A een hoge dwarslaesie opgelopen. In deze procedure vordert A een verklaring voor recht dat het verkeersongeval is gedekt onder de SV Plus-verzekeringsovereenkomst die hij met B heeft gesloten en dat B de schade die hij (A) door het ongeval heeft geleden en nog zal lijden moet vergoeden. De rechtbank overweegt dat in de polisvoorwaarden staat vermeld dat in geval van een 'verkeersongeval' de

VR 2020/19 Botsing tussen opgevoerde snorfiets en auto; eigen schuld; billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Op 14 augustus 2017 is gedaagde met zijn auto uit een uitrit een fietspad opgereden. Op dat moment kwam eiser van links op het fietspad aangereden met een snorfiets. Toen eiser de auto van gedaagde opmerkte, heeft hij geremd. Daarbij is hij, zonder de auto te raken, ten val gekomen. Als gevolg van het ongeval heeft eiser letsel opgelopen en is de snorfiets beschadigd. De snorfiets was opgevoerd en kon volgens een rollerbankmeting 57 km per uur rijden. Eiser is zzp'er en is door het ongeval volledig arbeidsongeschikt geweest. Hij heeft geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. Achmea heeft als

VR 2019/189 Verkeersongeval; whiplash; ondernemer; schadeposten.

Jurisprudentie
Op 15 november 2013 is eiser een verkeersongeval overkomen waarbij drie personenauto's waren betrokken. Terwijl eiser in zijn auto voor een openstaande brug stond te wachten, is een bestuurder van een achteropkomende auto tegen de auto achter eiser aangereden, die vervolgens tegen de achterzijde van de personenauto van eiser is gebotst. De bestuurder van de achteropkomende auto was tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij ASR. ASR heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Eiser was ten tijde van het ongeval als zelfstandig ondernemer werkzaam binnen twee

VR 2019/187 Kop-staartbotsing; te weinig afstand; bewijswaardering.

Jurisprudentie
Toen A in zijn auto op de snelweg reed, is hij van achteren aangereden door een andere auto die werd bestuurd door C. B zat als passagier naast A in de auto. D zat als passagier naast C in de auto. A stelt de verzekeraar van de auto van C aansprakelijk en vordert betaling van een schadevergoedingsvoorschot van € 5.000. De vraag is of het ongeluk is ontstaan doordat C te weinig afstand heeft bewaard tot de auto van A (en daarmee art. 19 RVV heeft overtreden) of doordat A onverwacht en zonder enige noodzaak heeft geremd. Op grond van de verklaringen van A, B, C en D oordeelt het hof dat C

VR 2019/175 Aanrijding auto en fiets; beroep op overmacht automobilist toegewezen.

Jurisprudentie
Op 2 september 2015 heeft eiser een fietser aangereden op de kruising van de Hofzichtlaan met de straat Catharinaland in Den Haag. Toen eiser vanuit Catharinaland rechtsaf de Hofzichtlaan opsloeg, heeft hij de fietser aangereden. De fietser fietste op dat moment tegen de rijrichting in. Eiser was tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij Vivat. Vivat heeft op 4 mei 2018 een vaststellingsovereenkomst gesloten met de fietser waarin is overeengekomen dat Vivat 75% van de schade van fietser zou vergoeden. Vivat heeft op grond van de algemene voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst met

VR 2019/156 Verkeersongeval; deelgeschil; buitengerechtelijke kosten deels afgewezen.

Jurisprudentie
In 2015 heeft een aanrijding plaatsgevonden waarbij drie voertuigen betrokken waren. Het middelste voertuig werd bestuurd door verzoeker die op dat moment stilstond voor een rood stoplicht. Hij werd aangereden door het voertuig achter hem, waardoor verzoeker tegen het voertuig dat voor hem stond aanbotste. Verweerster, WAM-verzekeraar van de schadeveroorzakende partij, heeft aansprakelijkheid voor het ongeval en de daaruit voor verzoeker voortvloeiende schade erkend. Verweerster heeft tweemaal een voorschot ter vergoeding van buitengerechtelijke kosten gedaan: eenmaal € 6.500,- aan de vroegere

VR 2019/130 Dodelijk verkeersongeval snelweg; wisseling van rijbaan;
omkeringsregel; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Een vrachtwagen botst op de snelweg tegen een Volkswagen, waardoor de Volkswagen dwars voor de vrachtauto terechtkomt en beide voertuigen uiteindelijk in de berm belanden. De bijrijdster in de Volkswagen komt als gevolg van het ongeval te overlijden. De bestuurder van de Volkswagen vordert dat de bestuurder van de vrachtwagen en zijn WA-verzekeraar worden veroordeeld tot betaling van de schade als bedoeld in art. 6:107 en art. 6:108 BW nader op te maken bij staat. In deze procedure ligt de vraag voor of het ongeval is veroorzaakt doordat de bestuurder van de Volkswagen de macht over het stuur

VR 2019/120 Verlaten plaats ongeval.

Jurisprudentie
De verdachte heeft na een aanrijding waarbij zij betrokken was en een ander letsel opliep, de plaats van het ongeval verlaten zonder haar identiteit kenbaar te maken. De verdachte heeft haar voertuig nabij de plaats van het ongeval achtergelaten, maar heeft daarbij niet op enigerlei wijze kenbaar gemaakt dat deze auto betrokken was geweest bij het ongeval. Met het achterlaten van een voertuig is niet de identiteit van de bestuurder bekend. De verdachte heeft dus niet behoorlijk gelegenheid gegeven tot vaststelling van haar identiteit als bedoeld in art. 7, tweede lid, WVW 1994.

VR 2019/119 Gevaarlijk rijden. Strafmaat.

Jurisprudentie
De verdachte heeft zich als bestuurder van een personenauto met passagiers schuldig gemaakt aan zeer gevaarlijk verkeersgedrag door met een aanzienlijk hogere snelheid te rijden dan ter plaatse was toegestaan en tweemaal een rood verkeerslicht ter hoogte van een kruising te negeren. Dit heeft geresulteerd in een botsing met een ander voertuig. Door aldus te handelen heeft de verdachte niet alleen schade en hinder veroorzaakt, maar ook blijk gegeven van miskenning van zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer. Hij heeft geen rekening gehouden met de gevolgen die zijn rijgedrag zou kunnen

VR 2019/104 Postwhiplashsyndroom na verkeersongeval in 1999; schadebegroting; onrechtmatige schadeafhandeling; immateriële schadevergoeding.

Jurisprudentie
In 1999 heeft een verzekerde van Aegon de auto waarin appellant en zijn echtgenote zaten van achteren aangereden. In 2002 heeft appellant (na toename van zijn klachten) Aegon aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval. Ten tijde van het ongeval was appellant werkzaam op de boerderij van zijn ouders. In 2003 heeft appellant een deel van de boerderij overgenomen en is deze onderneming ingebracht in een vof, waarvan zijn echtgenote medevennoot is geworden. In 2004 is de opzet van het boerderijbedrijf gewijzigd, zodat (meer) machinaal werken