Verkeersrecht

VR 2024/125 Smartengeld aan zedenslachtoffers voorspeld: een statistische analyse

Artikel
VR2024-12_illlu
In deze bijdrage wordt een samenvatting gegeven van het artikel ‘The predictability of court-adjudicated compensation for pain and suffering damages within the criminal proceedings and the role of victim labels: A case study on victims of sexual crime in the Netherlands’ dat dit jaar verscheen in het tijdschrift Criminology & Criminal Justice. Hiervoor is een empirisch-juridisch onderzoek uitgevoerd naar de voorspelbaarheid van smartengeld in Nederland. Een dergelijke studie is nationaal nog niet eerder verricht. Internationaal gezien is dit de eerste studie die specifiek kijkt naar slachtoffers van zedenmisdrijven binnen het strafproces, waarbij ook het effect van kenmerken van ‘het ideale slachtoffer’ op de bepaling van smartengeld is geanalyseerd. Daarmee is niet alleen onderzocht of immateriële schadevergoeding voorspeld kan worden, maar ook welke rol stereotyperingen over seksueel slachtofferschap hierin spelen.

VR 2024/126 Ongezouten mening over de fietshelm van een afzwaaiend redactielid

Column 17 december 2024
Het zal de oplettende raadpleger van de site van VR niet zijn ontgaan dat de redactieleden van dit blad tegenwoordig helm dragend worden afgebeeld. Het betreft een ludieke actie (tot stand gekomen ondanks enige weerstand binnen de groep) om de acceptatie van de fietshelm te bevorderen. Want het dragen van een helm kan veel vormen van ernstig letsel voorkomen. Nederland is een land van en voor fietsers, maar de intensiteit van het verkeer is enorm toegenomen, terwijl er ook veel andersoortige en veel snellere fietsen zijn bijgekomen. Smoelt een helm? Nee, natuurlijk niet en je haar gaat ervan in de war zitten. Zo’n helm is zo lastig meenemen wanneer je een boodschap gaat doen. Als de anderen geen helm dragen ben ik een nerd, ik rijd alleen korte afstandjes en zo kan ik nog wel even doorgaan. Waarom dan toch die helm?

VR 2024/127 Onverzekerd rijden in auto. Risico dat slachtoffers worden benadeeld doordat zij hun schade niet kunnen verhalen.

Jurisprudentie

Het hof heeft de verdachte veroordeeld voor het onverzekerd rijden. Het hof heeft vastgesteld dat door het niet afsluiten van een verzekering de verdachte het risico heeft genomen dat slachtoffers zouden worden benadeeld doordat zij hun schade niet kunnen verhalen. Deze overweging is volgens de Hoge Raad niet zonder meer begrijpelijk, gezien de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen die juist tot doel heeft om slachtoffers te beschermen tegen schade veroorzaakt door onverzekerde motorrijtuigen, waarbij slachtoffers in beginsel schadeloos gesteld worden. Het cassatiemiddel heeft hier

VR 2024/128 Artikel 6 WVW 1994. Rijden onder invloed. Geslaagde mediation.

Jurisprudentie

De verdachte heeft een verkeersongeval veroorzaakt waarbij een frontale botsing heeft plaatsgevonden tussen de verdachte en een fietsster. De fietsster heeft daarbij zwaar lichamelijk letsel opgelopen en zal voor de rest van haar leven hulpbehoevend zijn. De verdachte is die dag, na bij een nieuwjaarsfeest te zijn geweest, achter het stuur gestapt terwijl hij onder invloed was van een aanzienlijke hoeveelheid alcohol, cocaïne en MDMA. Uit het bloedonderzoek blijkt dat voor alle middelen de concentraties ruim boven de toegestane grenswaarden lagen. Het hof benadrukt dat uit wetenschappelijk

VR 2024/129 Dodelijk ongeval. Landbouwtractor met aan de achterkant een werktuig dat niet was voorzien van een breedtemarkering. Onvoldoende snelheid geminderd.

Jurisprudentie

De verdachte reed als bestuurder van een landbouwtractor met aan de achterkant een werktuig toen uit tegenovergestelde richting een wielrenner naderde. De wielrenner botste bij het passeren op het werktuig, waardoor hij ten val is gekomen en uiteindelijk is komen te overlijden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte niet gehandeld met de voorzichtigheid die van hem mocht worden verlangd, nu het brede werktuig, zonder voorgeschreven breedtemarkering, en de snelheid van de verdachte van 25 km/u ervoor hebben gezorgd dat het slachtoffer onvoldoende tijdig het werktuig achter de