Verkeersrecht 2017-6

Editie
Datum uitgave: 

VR 2017/63 Aansprakelijkheidsregime bij schade door een heteluchtballon

Artikel
VR 2017/63 Aansprakelijkheidsregime bij schade door een heteluchtballon Het aansprakelijkheidsregime voor personenvervoer door een heteluchtballon in vogelvlucht Mr. P. Leemans * * Advocaat bij Moree Gelderblom advocaten te Rotterdam. De auteur bedankt mr. Veneta Oskam en mr. Ronna Rutte, beiden advocaat bij Van Traa advocaten, alsmede zijn kantoorgenoot Peter Langstraat voor hun tekstuele input. 1. Inleiding Luchtvaartongevallen en de juridische afwikkeling hiervan zijn de afgelopen jaren veelvuldig onderwerp van het nieuws geweest 1) en zij hebben aanleiding gegeven tot een verscheidenheid

VR 2017/64 Rijden door rood licht. Noodtoestand?

Jurisprudentie
De betrokkene had ten tijde van de gedraging net een epilepsieaanval gehad en werd - nadat hij door de brandweer uit huis is gehaald - met de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd. De vrouw van de betrokkene reed op aanraden van de brandweerauto achter de brandweerauto aan, in het voertuig van de betrokkene. In colonne zijn ze naar het ziekenhuis gereden. Zijn vrouw wist niet waar de brandweerkazerne en de noodingang van het ziekenhuis was. Doordat zij bang was om de ambulance en de brandweerauto kwijt te raken, is zij met dezelfde (te hoge) snelheid als de brandweerauto door het rode licht

VR 2017/65 Staande houden. Bekeuren op kenteken.

Jurisprudentie
Artikel 5 van de WAHV moet aldus worden verstaan dat ingeval zich een reële mogelijkheid voordoet tot staandehouding van de bestuurder van het motorrijtuig waarmee de geconstateerde gedraging is verricht, die bepaling buiten toepassing dient te blijven en de sanctie aan die bestuurder dient te worden opgelegd. In de regel kan worden aangenomen dat er voor een verbalisant die te voet is geen reële mogelijkheid tot staandehouding bestaat wanneer hij een gedraging constateert die door de bestuurder van een rijdend motorvoertuig wordt begaan. In de onderhavige zaak heeft de bestuurder zijn auto

VR 2017/66 Indiening gronden. Roodlichtgedraging.

Jurisprudentie
De advocaat-generaal heeft verzocht om uitstel voor het indienen van gronden. De griffier van het hof heeft per brief van 6 augustus 2015 uitstel verleend voor een termijn van twee weken. Op 27 augustus 2015 heeft de gemachtigde van de advocaat-generaal aangegeven de brief van 6 augustus 2015 - waarbij uitstel is verleend voor twee weken - niet te hebben ontvangen en heeft het beroep alsnog van gronden voorzien. Op basis van de stukken in het dossier is het hof niet in staat om vast te stellen of de brief, waarbij uitstel voor het indienen van gronden is verleend aan de advocaat-generaal

VR 2017/67 Roodlichtgedraging. Richting.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 220,- opgelegd ter zake van “niet stoppen voor rood licht: driekleurig verkeerslicht”. Betrokkene heeft bij het naderen van de verkeerslichten via de (rechterzijde van de) voorsorteerstrook voor linksafslaand verkeer de auto's in de voorsorteerstrook voor rechtdoorgaand verkeer ingehaald en is via de voorsorteerstrook voor linksafslaand verkeer rechtdoor de kruising opgereden, terwijl het verkeerslicht voor rechtdoorgaand verkeer groen licht uitstraalde. De betrokkene heeft hierbij de