Verkeersrecht 2017-7-8

Editie
Datum uitgave: 

VR 2017/092 Poging tot doodslag in het verkeer. Medeplegen.
Voorwaardelijk opzet.

Jurisprudentie
Ook zeer gevaarlijke gedragingen in het verkeer kunnen onder omstandigheden (poging tot) doodslag opleveren, met dien verstande dat in een geval waarin de gebezigde bewijsmiddelen nopen tot de gevolgtrekking dat de verdachte door zijn handelwijze ook zelf aanmerkelijk levensgevaar heeft gelopen, de rechter in zijn oordeel dient te betrekken dat - behoudens aanwijzingen voor het tegendeel - naar ervaringsregels niet waarschijnlijk is dat de verdachte de aanmerkelijke kans dat een frontale botsing met een tegemoetkomende auto zal plaatsvinden en hij als gevolg van zijn gedraging zelf het leven

VR 2017/093 Roekeloos rijden. Bekennende verdachte?

Jurisprudentie
Verklaring verdachte o.a.: 'het ten laste gelegde (art. 6 WVW in de vorm van roekeloos rijden; red. VR) klopt. Het is helemaal misgegaan. Ik weet er niets meer van behalve dat ik wakker werd in het ziekenhuis. Ik weet zelfs niet meer dat ik daar gereden heb. Ik was onder invloed van alcohol en wiet.'“Roekeloosheid" in de zin van de wet heeft een specifieke betekenis die niet noodzakelijkerwijs samenvalt met wat in het normale spraakgebruik onder "roekeloos" - in de betekenis van "onberaden" - wordt verstaan. Tegen deze achtergrond levert verdachtes verklaring niet zonder meer een

VR 2017/094 Lichamelijk letsel door schuld. Vrijwilligerswerk. Normalebezigheden.

Jurisprudentie
Aanrijding. Onder normale bezigheden als bedoeld in art. 6 WVW 1994 dienen te worden verstaan bezigheden die kunnen worden aangemerkt als ambts- of beroepsbezigheden of bezigheden die daarmee vergelijkbaar zijn (vgl. HR 9 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9370, NJ 2001/162). Het hof heeft vastgesteld dat het slachtoffer door de aanrijding een scheur in zijn borstbeen heeft opgelopen en dat deze als gevolg daarvan gedurende een aantal weken geen vrijwilligerswerk heeft kunnen verrichten. Daaruit heeft het hof kunnen afleiden dat sprake was van tijdelijke verhindering in de uitoefening van de

VR 2017/095 Dood door schuld. Verontschuldigbare onmacht. Afwezigheid vanalle schuld.

Jurisprudentie
Het hof acht voldoende aanknopingspunten aanwezig voor de vaststelling dat het niet anders kan zijn dan dat het handelen van verdachte een medische oorzaak heeft, bestaande in een kortdurend gebrek dat met de cardiale functie van verdachte van doen heeft, terwijl verdachte van het veroorzaken van het ongeval geen verwijt kan worden gemaakt, zodat hij niet wist, noch redelijkerwijs kon en behoorde of behoefde te weten of te voorzien dat dat gebrek zich zou voordoen. De verdachte verkeerde ten tijde van het ongeval in verontschuldigbare onmacht, zodat van schuld als bedoeld in artikel 6 WVW niet

VR 2017/096 Dood door schuld.

Jurisprudentie
Verdachte reed met een forse snelheid, oplopend tot ongeveer 150 km/u over een provinciale weg waar 80 km/u was toegestaan, terwijl hij onder invloed was van alcohol en medicijnen. Hij heeft meerdere auto’s ingehaald en weer naar rechts gestuurd. Verdachte is de macht over het stuur verloren, doordat hij in de rechterberm is terechtgekomen, vervolgens naar links heeft gestuurd en daarna op de linker weghelft is terechtgekomen. Daarbij is hij in aanrijding gekomen met de auto van slachtoffers. Eén slachtoffer is komen te overlijden, twee slachtoffers hebben zwaar lichamelijk letsel opgelopen en