Datum uitgave:
VR 2018/28 Deelgeschil; begroting schade; toekenning voorschot in
deelgeschil.
Verzoeker werkte 36 uur per week bij Iriszorg (verslavingszorg) en daarnaast gemiddeld 28 uur per week als pgb-houder voor zijn vier kinderen met een autistisch-spectrum stoornis. Toen hij op zijn racefiets plotseling zeer hard moest remmen omdat een verzekerde van Unigarant geen voorrang verleende, is hij ten val gekomen en heeft hij letsel opgelopen als gevolg waarvan hij kort daarna door het UWV 80-100% arbeidsongeschikt is geacht. Unigarant heeft aansprakelijkheid erkend, maar is op enig moment zonder duidelijke verklaring gestopt met het betalen van aanvullende voorschotten. Verzoeker
VR 2018/29 Deelgeschil; letselschade; ruzie op straat; geen WAM-schade.
Verzoeker passeerde op de fiets de stilstaande bestelbus van verweerder sub 1. Tijdens het passeren heeft hij een klap op de bestelbus gegeven, omdat hij meende dat verweerder sub 1 een voor fietsers gevaarlijke situatie in het leven riep. Verweerder sub 1 heeft verzoeker daarop door het openstaande raam bij zijn mouw gepakt, waarna verzoeker zijn evenwicht verloor en tegen de bestelbus aanviel. Hij heeft daarbij letselschade aan zijn knie opgelopen. Verweerder sub 1 is strafrechtelijk veroordeeld voor dit incident. Hij heeft tegen dat vonnis weliswaar hoger beroep ingesteld, maar erkent de
VR 2018/30 Letselschade door paard (art. 6:179 BW); aansprakelijkheid
jegens echtgenoot.
Verzoeker en verweerster (verzekerd bij Allianz) zijn echtgenoten. Zij bezaten een paard en een koets; verweerster had een koetsiersbewijs. Tijdens een rit in de koets heeft het (onrustig geworden) paard een ongeval veroorzaakt waarbij verzoeker onder meer tegen een auto is gedrukt en waarbij het rechterbeen van verzoeker is verbrijzeld. Verzoeker heeft zijn AVP-verzekeraar en de WAM-verzekeraar van de betrokken auto aangesproken, die beiden de claim hebben afgewezen. Verzoeker heeft voorts Allianz aangesproken op basis van een door verweerster afgesloten koetsiersverzekering. Allianz heeft
VR 2018/31 Deelgeschil; aansprakelijkheid wegbeheerder; verzoek
afgewezen.
In opdracht van de gemeente Wageningen heeft een extern bedrijf op 2 mei dranghekken langs de weg gezet, die op 4 en 5 mei zouden worden gebruikt in verband met de festiviteiten waarvan op die data op verschillende plaatsen in Wageningen sprake zou zijn. De dranghekken stonden onder meer in de buurt van een aantal studentensociëteiten, waar in de nacht van 3 op 4 mei feest werd gevierd. (Een) Onbekende persoon/personen heeft/hebben in deze nacht een dranghek op de weg geplaatst. Verzoekster is vervolgens op haar scooter tegen dit hek aangereden en heeft daarbij letsel opgelopen. Zij stelt de
VR 2018/32 Deelgeschil; niet geschikt voor deelgeschil i.v.m. noodzaak
bewijslevering.
Verzoekster nam deel aan een fietstoertocht. Bij een versmalling in de weg, waar onder meer zgn. varkensruggen zijn geplaatst om het gemotoriseerd en ongemotoriseerd verkeer te scheiden, is zij ten val gekomen toen een andere deelnemer aan de toertocht moest uitwijken voor deze varkensruggen. Verzoekster heeft daarbij onder meer een heupfractuur opgelopen. Zij verzoekt in deze procedure een verklaring voor recht dat de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk is voor haar schade, aangezien deze wegsituatie gebrekkig was. De rechtbank stelt vast dat de enkele aanwezigheid van de
varkensruggen