Verkeersrecht 2019-11

Editie
Datum uitgave: 

VR 2019/191 Aanrijding; verboden rijrichting; geen schadevergoeding.

Jurisprudentie
In 2017 vond in Amsterdam een aanrijding plaats tussen een door eiseres bestuurde personenauto en een door gedaagde bestuurde bestelbus met aanhanger. De personenauto stond geparkeerd aan de linkerzijde van de rijbaan, waar parkeervakken beschikbaar zijn die diagonaal naar rechts ten opzichte van de rijbaan zijn gesitueerd. Toen eiseres vanuit het parkeervak achteruit wilde rijden, naderde van rechts de bestelwagen. Vast staat dat het een éénrichtingsweg betrof en dat de bestelwagen in de verboden rijrichting reed. De aanhanger van de bestelwagen is in botsing gekomen met de personenauto. De

VR 2019/192 Verkeersongeval; 68-jarige man; smartengeld; begroting kosten fysiotherapie.

Jurisprudentie
Op 9 september 2014 is eiser een verkeersongeval overkomen. Toen hij in zijn auto op een recht doorgaande weg reed, is hij in de linkerflank aangereden door een auto die bestuurd werd door X. De auto van X was verzekerd bij TVM. Eiser was ten tijde van het ongeval 68 jaar. Ten gevolge van dit ongeval heeft hij blijvend letsel aan zijn zenuwen opgelopen, waardoor hij 24 uur per dag pijn ervaart en hij levenslang is aangewezen op fysiotherapie. TVM heeft aansprakelijkheid voor het verkeersongeval erkend en heeft als voorschot op het smartengeld € 3.500 uitgekeerd. Eiser vordert TVM te

VR 2019/193 Deelgeschil; ondanks relatief gering belang, volledige vergoeding buitengerechtelijke kosten; geen onredelijke kosten.

Jurisprudentie
Verzoeker is op 24 augustus 2016 betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Hij reed op zijn scooter toen hij werd aangereden door een auto. Dekra, (de vertegenwoordiger van) de aansprakelijkheidsverzekeraar van de bestuurder van de auto, heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval en de daaruit voor verzoeker voortvloeiende schade erkend. Dekra heeft een eerste door de advocaat van verzoeker verzonden factuur ter zake van buitengerechtelijke kosten ad € 1.446,67 voldaan. Een tweede factuur ter zake van buitengerechtelijke kosten ad € 1.544,60 is onbetaald gebleven. De advocaat van verzoeker

VR 2019/194 Plausibiliteitstoets en beoordeling causaal verband bij klachten ten gevolge van ongeval.

Jurisprudentie
Op 16 november 2011 is verzoekster als bestuurder van een personenauto op de A9 aangereden door een andere automobilist. Er was sprake van een aanrijding tegen de linker achterzijde van de auto van verzoekster, waardoor de auto is gaan spinnen. De automobilist die verzoekster als eerste heeft geraakt, was tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij Achmea. Achmea heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Verzoekster heeft na het ongeval diverse klachten gekregen. Er heeft een neurologische expertise plaatsgevonden door neuroloog Verlooy en een neuropsychologische

VR 2019/195 Begroting smartengeld.

Jurisprudentie
Op 22 september 2008 reed verzoeker met zijn motor binnen de bebouwde kom op de voor hem rechter weghelft. Een tegemoetkomende automobilist verzuimde bij het linksaf slaan aan verzoeker voorrang te verlenen. Verzoeker heeft hierdoor krachtig geremd en is met zijn motor onderuit gegleden en kwam daarbij tegen de rechter zijkant van de auto. Als gevolg van het ongeval heeft verzoeker ernstig en blijvend letsel opgelopen. Verzoeker vordert vergoeding voor de geleden en nog te lijden immateriële schade. De peildatum voor de begroting van het smartengeld is mede onderdeel van het geschil.