Verkeersrecht 2021-11

Editie
Datum uitgave: 

VR 2021/149 Werkgeversaansprakelijkheid; werknemer snijdt zich aan scherpe rand afzuigkap.

Jurisprudentie
A is als technisch projectleider in dienst bij B, een onderneming die zich richt op het produceren en verkopen van pannenkoeken en poffertjes. In februari 2016 werden grote afzuigkappen boven vier bakplaten geplaatst. De afzuigkappen werden geleverd, gemonteerd en opgehangen door bedrijf X, waarna A en uitzendkracht Y de rookkanalen van de luchtafzuiging op de afzuigkappen zouden aansluiten. Bij die werkzaamheden is A een ongeval overkomen. Y was vanuit een hoogwerker op de afzuigkap geklommen en dreigde te vallen. A probeerde Y op te vangen, maar is daarbij gestruikeld en heeft met zijn hand

VR 2021/150 Automobilist rijdt voetganger aan; aansprakelijkheid; eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 11 januari 2020 rond 9:25 uur steekt voetganger A weg X over op een oversteekplaats zonder voorrang voor voetgangers. Automobilist B draait op hetzelfde moment weg X op. B ziet A te laat. A wordt aan het einde van zijn oversteek geraakt door de rechterzijde van de motorkap van de auto van B. Als gevolg van deze aanrijding loopt A letsel op. De WAM-verzekeraar van de auto (VB) erkent aansprakelijkheid voor het ongeval voor 50%. A verzoekt een verklaring voor recht dat VB voor 100% aansprakelijk is voor zijn schade als gevolg van het ongeval.Vaststaat dat VB op grond van art. 185 WVW

VR 2021/151 Val van gehuurde steiger; geen gebrekkige zaak; geen gevaarlijke situatie.

Jurisprudentie
Op 25 september 2018 is A een ongeval overkomen. Hij verrichtte die dag als zzp'er in opdracht van X werkzaamheden in een pand in Nieuwegein aan de bedrading boven een systeemplafond. Voor die werkzaamheden had A een kamersteiger gehuurd bij B. Toen A via de rechter buitenkant van de steiger naar beneden ging, is hij gevallen. Hierbij heeft hij een drievoudige enkelbreuk opgelopen. A verzoekt een verklaring voor recht dat B aansprakelijk is voor zijn schade als gevolg van het ongeval.A beroept zich primair op art. 6:173 BW. Volgens A heeft B een steiger ter beschikking gesteld die niet de