Datum uitgave:
VR 2022/43 X heeft verscheidene klachten na ongeval. Causaal verband klachten en ongeval? Partijen gebonden aan rapport gezamenlijk ingeschakelde deskundige.
Op 9 december 2016 wordt rijinstructrice X tijdens een rijles aangereden door een verzekerde van Bovemij. Bovemij erkent aansprakelijkheid. X en Bovemij schakelen samen neuroloog A in, om een medische expertise over de klachten van X uit te brengen. Op 27 januari 2020 levert A zijn deskundigenbericht op. Hierin stelt hij vast dat X (nek)pijnklachten heeft die passen bij een whiplash, door pijn slecht slaapt, rijangst heeft en depressief is. Hij stelt vast dat X vóór het ongeval geen neurologische klachten had en dat het onwaarschijnlijk is dat haar overige klachten zich zonder het ongeval
VR 2022/44 Fietser X wordt aangereden. Causaal verband tussen ongeval, klachten, beperkingen en verlies aan verdienvermogen?
Op 11 maart 2014 wordt de vijftienjarige fietser X aangereden door een auto. ASR, de verzekeraar van de bestuurder, erkent aansprakelijkheid. Gedurende de hieropvolgende zes jaar vinden verscheidene gesprekken plaats tussen X en ASR, ondergaat X verscheidene neurologische en (neuro)psychologische onderzoeken en wordt X begeleid door een re-integratiedeskundige. De neuroloog, neuropsycholoog en verzekeringsarts van ASR stellen verscheidene klachten en beperkingen vast als gevolg van het ongeval. Op 23 augustus 2020 is bij beslissing van het UWV aan X een WIA-uitkering toegekend, waarbij de
VR 2022/45 Ernstig letsel fietser na aanrijding met tractor. Hoogte smartengeld afhankelijk van aard en ernst letsel, aard aansprakelijkheid en bijzondere omstandigheden.
Op 7 juli 2016 worden fietsster X en haar man Y van achteren geschept door een tractor met een maaibak aan de voorzijde. Y overlijdt ter plaatse en X wordt in comateuze toestand naar het ziekenhuis gebracht. X is zwaargewond en wordt tot en met 15 juli 2016 op de intensive care beademd. Nadat X uit haar coma ontwaakt, blijkt dat zij fysiek letsel en hersenletsel heeft geleden, waardoor cognitieve stoornissen zijn ontstaan. Pas rond 10 augustus 2016 wordt zij geïnformeerd over het overlijden van Y, maar het is onduidelijk of dit is binnengekomen. Van 12 augustus 2016 tot en met 1 februari 2017
VR 2022/46 Aanrijding auto en fietser; voorrang; rijrichting; eigen schuld.
Op 3 december 2018 om 6:40 uur fietst V - tegen de rijrichting in - op het fietspad naast weg X. Automobilist A rijdt dan (in tegengestelde richting) op weg X en slaat rechtsaf weg Y in. Die afslag is gelegen op een brede drempel, waarover ook het fietspad loopt. Op de drempel staat op dat moment een bestelbus die vanuit weg Y weg X wil oprijden. A heeft hierdoor geen goed zicht op het fietspad aan zijn linkerzijde, waar V rijdt. A komt bij het inrijden van weg X in botsing met V, die voor A van links kwam, van achter de bestelbus. Als gevolg van het ongeval loopt V ernstig letsel op aan zijn
VR 2022/47 Automobilist rijdt voetganger aan; zebrapad; rood licht; 50% aansprakelijkheid.
In december 2015 rond 16:40 uur steekt voetganger A de weg over (in de buurt van) een zebrapad, terwijl het voetgangerslicht op rood staat. Vlak voordat A de overkant van de straat bereikt, wordt hij aangereden door automobilist B. A loopt hierbij ernstig letsel op. A verzoekt een verklaring voor recht dat B voor 100% aansprakelijk is voor de schade van A als gevolg van het ongeval. De rechtbank oordeelt allereerst dat B geen beroep op overmacht toekomt. Niet kan worden gezegd dat B geen enkel verwijt treft. De rechtbank wijst erop dat B A met de rechter voorkant van zijn auto heeft geraakt