aansprakelijkheid voor dieren

VR 2024/87 Aansprakelijkheid hondenbezitter. Schade minderjarige. Dubbele redelijkheidstoets.

Jurisprudentie

Op 15 juni 2022 heeft verzoeker letsel opgelopen in het Kortenbospark in Den Haag toen zij achtervolgd werd door een pitbull. Verweerder was op dat moment de eigenaar van de hond. De politie heeft een onderzoek uitgevoerd en heeft hiervan een mutatierapport opgemaakt. Volgens het rapport is verzoeker ten val gekomen nadat de pitbull haar achterna rende. De politie heeft verweerder telefonisch geïnformeerd over het ongeval en zij had toen aangegeven de schade te willen vergoeden. Echter, verweerder heeft niet gereageerd op de brieven van gemachtigde van verzoeker over de aansprakelijkstelling

VR 2024/75 35 jaar aansprakelijkheid voor dieren

Artikel
Gelet op het (dieren)thema ‘Beretrots op 35 jaar LSA’ en Burgers’ Zoo als locatie van deze editie van het jaarlijkse LSA Symposion was de keuze voor mijn bijdrage snel gemaakt: de in art. 6:179 BW geregelde aansprakelijkheid voor dieren. De Hoge Raad heeft deze aansprakelijkheid in feite al in 1980 als geldend recht aanvaard, zij het dat als aansprakelijke persoon toen nog had te gelden de eigenaar of ‘degene die zich van het dier bedient’. Zij konden niet aan aansprakelijkheid ontkomen door te bewijzen dat er geen sprake was van een tekortschieten in de zorg en waakzaamheid die met betrekking tot het dier gevergd konden worden. Thans wijst art. 6:179 BW de bezitter van het dier – degene die het dier voor zichzelf houdt (art. 3:107 BW) – als aansprakelijke persoon aan. De wetgever heeft deze risicoaansprakelijkheid – ook wel: kwalitatieve aansprakelijkheid – in het leven geroepen, omdat dieren als bronnen van verhoogd gevaar worden gezien.

VR 2024/73 Risicoaansprakelijkheid voor dieren. Ongeval bij paardrijden. Eigen schuld en billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 18 juli 2021 vond een ongeval plaats tijdens het paardrijden tussen de zussen verzoekster en verweerster. Zij reden in galop achter elkaar toen het voorste paard met zijn linkerachterhoef naar achteren schopte en de rechterknie van verzoekster raakte. Hierdoor verloor verzoekster haar balans en viel zij van haar paard. Als gevolg hiervan liep verzoekster ernstig letsel op, namelijk onder andere een verbrijzelde rechterknie en een gebroken rechter onderbeen. Op 10 augustus 2021 stelde de gemachtigde van verzoekster verweerster aansprakelijk voor de geleden en de toekomstige schade als gevolg

VR 2024/70 Aanrijding wielrenners vanwege hond. Gebrek causaal verband. Eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 30 januari 2022 fietsten eiser 1 en eiser 2 - advocaten en kantoorgenoten - achter elkaar op hun racefietsen over de Amsteldijk te Amsterdam. Op datzelfde moment liepen gedaagde samen met zijn verloofde en hun hond in tegenovergestelde richting aan de andere kant van de weg. Toen eisers hen wilden passeren, schrok eiser 2 van de hond en is hij uitgeweken. Hij remde abrupt en kwam tot stilstand in de grasstrook tussen de weg en de Amstel. Eiser 1 kon niet op tijd remmen en botste tegen eiser 2. Daarna belandde eiser 1 met zijn racefiets in de Amstel. Direct na het ongeval hebben partijen met

VR 2024/13 Deskundigenrapport niet bindend, omdat het vragen oproept die niet in deelgeschil kunnen worden beantwoord. Toekennen aanvullend voorschot.

Jurisprudentie

Op 22 juli 2008 is de destijds 29-jarige X een ongeval overkomen met een paard van de manege van Y. Allianz en Y erkennen aansprakelijkheid. Partijen zijn het erover eens dat sprake is van 25% eigen schuld van X. Op verzoek van X is door de rechtbank Audenaerde als arbeidsdeskundige benoemd. Y en Allianz zijn het niet eens met het rapport van Audenaerde. X verzoekt een verklaring voor recht dat partijen gebonden zijn aan het rapport en verzoekt een aanvullend voorschot op haar schade. De rechtbank wijst de verklaring voor recht af en een (lager) bedrag aan aanvullend voorschot toe. Zij

VR 2023/134 Uitleg polisvoorwaarden. Dekkingsgrenzen. Geen zorgplicht voor verzekeraar.

Jurisprudentie

Op 7 april 2018 is A tijdens een buitenrit van een paard gevallen. De buitenrit werd verzorgd door X en stond onder leiding van B. In een andere procedure is voor recht verklaard dat X voor 70% aansprakelijk is voor de schade van A. In deze procedure vordert X, onder meer, een verklaring voor recht dat Nationale Nederlanden (hierna: NN), zijn aansprakelijkheidsverzekeraar, aansprakelijk is voor de schade die X jegens A dient te vergoeden. NN stelt dat de schade niet onder de aansprakelijkheidsverzekering valt. De rechtbank wijst de vorderingen af. X gaat in hoger beroep en vordert tevens een

VR 2023/39 Val van paard. Gevolg van berijdersfout, of schrikreactie paard? Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 18 januari 2017 was Y bij de rijhal van B om paard X te trainen. Y viel van X, kreeg een trap tegen haar hoofd en liep zeer ernstig letsel op. De belangenbehartiger van Y en haar verzekeraar, Menzis, laten een toedrachtonderzoek uitvoeren. Daaruit volgt dat de val is veroorzaakt door een schrikreactie of verzet van X tegen een aanwijzing, en dat dit voortkomt uit de eigen energie van het dier. Menzis stelt B via diens verzekeraar Achmea aansprakelijk. B erkent geen aansprakelijkheid. B en Achmea laten ook een toedrachtonderzoek uitvoeren. Menzis vordert onder meer een verklaring voor recht

VR 2022/175 Vallen van paard. Bezitter niet risico-aansprakelijk: exoneratiebeding.

Jurisprudentie

X en Y waren goed bevriend. Y is bezitter van een paard. Na een operatie van Y verzorgt en berijdt X enkele dagen per week het paard. Na een tweede operatie van Y komen zij dit wederom overeen. In die periode valt X van het paard en loopt daarbij letsel op aan haar rechterknie en -been. X verzoekt een verklaring voor recht dat Y op grond van art. 6:179 BW aansprakelijk is voor haar schade. Y en haar aansprakelijkheidsverzekeraar, Univé, beroepen zich op een exoneratiebeding. De rechtbank wijst het verzoek af en overweegt hiertoe als volgt. Kern van het geschil is of aansprakelijkheid is

VR 2022/150 X valt als kind van pony. Eigen schuld; billijkheidscorrectie; matiging wegens onaanvaardbare gevolgen.

Jurisprudentie

Op 16 januari 2008 komt de 7-jarige X tijdens een paardrijles ten val. Haar pony schrok van de pony die voor X reed en maakte een onverwachte beweging, waardoor X ten val kwam. Zij liep een open botbreuk en zenuwschade op, waarvoor zij twee keer geopereerd moest worden. Dertien jaar later heeft zij nog steeds, onder meer, krachtverlies en gevoelloosheid in haar arm en benen. Ze verzoekt een verklaring voor recht dat het paardrijbedrijf aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval en verzoekt een voorschot op de schadevergoeding. Het paardrijbedrijf erkent risicoaansprakelijkheid

VR 2022/139 X krijgt trap van paard. Wie is aansprakelijk/bedrijfsmatig gebruiker? Causaliteitsverdeling/eigen schuld. Toekenning smartengeld.

Jurisprudentie

Op 4 juli 2019 is X een ongeval overkomen. Zij ging naar de stal van Y om het paard van A zadelmak te maken. Hierbij is zij door het paard tegen haar hoofd getrapt, waarna zij bewusteloos is geraakt en naar het ziekenhuis werd gebracht. Daar is de wond aan haar hoofd onder narcose gehecht. Zij heeft hier een litteken aan overgehouden en misschien is op een later moment nog een operatie nodig om haar gehoorgang weer open te maken. A wijst als eigenaar van het paard aansprakelijkheid van de hand, aangezien Y ten tijde van het ongeval als bedrijfsmatig gebruiker aansprakelijk zou zijn. X verzoekt