aansprakelijkheid voor opstallen

VR 2022/74 Ongeval glijbaan Duinrell; TÜV-certificaat; geen gebrekkig opstal.

Jurisprudentie
Op 26 juli 2017 heeft A met haar gezin attractiepark Duinrell bezocht. Zij is daar in een speeltuin met haar zoontje van de glijbaan gegaan. Onderaan de glijbaan is de kleine teen van haar linkervoet in aanraking gekomen met de glijbaan ter hoogte van de aanhechting van het einde van de ronde glijbaanbuis met het vlakke plateau waarover je naar beneden glijdt. A heeft hierbij letsel opgelopen. Vaststaat dat voor de diverse segmenten van de glijbaan een TÜV-certificaat is afgegeven. A verzoekt een verklaring voor recht dat Duinrell aansprakelijk is voor de door haar geleden en te lijden schade

VR 2022/12 Aanrijding tegen overhangend pand; gemeente niet aansprakelijk.

Jurisprudentie
Een werknemer (W) van onderneming A levert goederen af op het bedrijfsterrein van Baggermaatschappij Boskalis (B). W rijdt het terrein op bij de leveranciersingang. Op de beoogde losplaats wordt W doorgestuurd naar een andere losplaats vanwege de grootte van zijn lading. W rijdt via een openstaand schuifhek het achtergelegen personeelsparkeerterrein op. Dat hek staat toevallig open, omdat daar bestratingswerkzaamheden plaatsvinden. W meldt zich vervolgens op de losplaats. Na het lossen rijdt W naar de dichtstbijzijnde uitrit van het parkeerterrein. Die uitrit komt op de x-straat uit. In de x

VR 2022/11 Aanrijding vrachtwagen tegen overhangend pand; op terrein gevestigde financiële holding niet aansprakelijk.

Jurisprudentie
Een werknemer van onderneming A levert goederen af op het bedrijfsterrein van Baggermaatschappij Boskalis (B). B is een dochtermaatschappij van KBW. Eén van de kantoorpanden op het bedrijfsterrein hangt gedeeltelijk over de x-straat, op een hoogte van 3.60 meter. Bij het verlaten van het bedrijfsterrein rijdt de werknemer met de vrachtauto tegen het overhangende pand. De vrachtwagen is 4 meter hoog en kan niet onder het overhangende pand doorrijden. A stelt KBW aansprakelijk voor de schade die zij als gevolg van het ongeval heeft geleden en beroept zich op art. 6:174 BW, art. 6:181 BW en art

VR 2021/84 Ongeluk in skihal; exploitant niet aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2016 is A op 24-jarige leeftijd een ongeluk overkomen in een indoor skihal. In de skihal was onder meer een zogenaamd Funpark aanwezig dat bestond uit een parcours met diverse rails, schansen en andere obstakels. A - een niet-ervaren skiër - is in het Funpark toen hij een schans nam ten val gekomen en heeft daarbij een dwarslaesie opgelopen. A spreekt de exploitant van de skihal (B) aan op grond van art. 6:74 BW, art. 6:162 BW, art. 6:173 en 6:174 BW en vordert schadevergoeding. A voert aan dat (i) de schans onveilig was, (ii) B niet voldoende heeft gewaarschuwd en dat (iii) B meer

VR 2021/01 Vallen en uitglijden; (g)een slippery slope?

Artikel
VR 2021/1 Vallen en uitglijden; (g)een slippery slope? Mr. dr. B.M. (Brechtje) Paijmans * * Advocaat te Utrecht en onbezoldigd Universitair Docent aan de Universiteit Utrecht. 1. Inleiding Ongelukken zitten niet slechts in kleine hoekjes, maar liggen met enige regelmaat ook op ons te wachten op gladde vloeren en natte matten. Uitglijden en (bijna) vallen, het overkomt de meesten van ons weleens, gelukkig meestal zonder schadelijke gevolgen. Het kan echter ook leiden tot blijvende (letsel)schade en om die reden de vraag oproepen of een ander voor deze schade aansprakelijk is. Daarover gaat dit

VR 2021/13 Val van afstapje in KFC; kelderluikcriteria; geen onrechtmatige gevaarzetting.

Jurisprudentie
A is in een vestiging van KFC ten val gekomen toen zij van een verhoogd plateau met trapafstapje wilde stappen. Hierbij heeft zij ernstig beenletsel opgelopen. A verzoekt dat de rechtbank bepaalt dat KFC jegens haar aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval en dat KFC gehouden is de door haar geleden en nog te lijden schade te vergoeden. A beroept zich op art. 6:174 jo. 6:181 BW en art. 6:162 BW. De rechtbank past de kelderluikcriteria toe. Zij overweegt dat, anders dan A betoogt, de afmetingen van het trapafstapje voldeden aan de eisen die het bouwbesluit daaraan stelt. Uit de

VR 2020/201 Val van balkon; huurder en verhuurder aansprakelijk; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 19 maart 2016 bezocht A een feestje van haar vriendin B in een woning op de eerste verdieping. B huurde de woning van C. Op enig moment is A naar het balkon gegaan. Terwijl zij bellend tegen het hekwerk van het balkon stond aangeleund, is zij vanaf het balkon naar beneden gevallen. Vaststaat dat C eerder het hekwerk aan de zijkant van het balkon had doorgezaagd en met (ijzer)draad weer aan elkaar had bevestigd. A vordert dat de rechtbank voor recht verklaart dat C en B aansprakelijk zijn voor de schade die zij als gevolg van het ongeval heeft geleden. In de vrijwaringszaak vordert B dat

VR 2020/200 Letselschade; gebrekkige beschoeiing op eiland; opstalaansprakelijkheid.

Jurisprudentie
A is eigenaar van een eiland in de Vinkeveense Plassen met daarop een vakantiehuis. Het eiland is verduurzaamd door het aanleggen van houten beschoeiing en is ingezaaid met gras. A en haar partner (B) hebben C en D uitgenodigd op het eiland voor een lunch. Tijdens het bezoek moest A onverwacht het eiland verlaten voor haar werk. B heeft A met een boot aan land gebracht. C en D zijn op het eiland achtergebleven. Op enig moment is een luchtbed van A het water opgewaaid. C heeft geprobeerd vanaf de wal in het water te duiken om het luchtbed te pakken. Hij is daarbij met zijn been in een kuil vlak

VR 2020/149 Varkensruggen op de weg: aansprakelijkheid op grond van art. 6:174 BW?

Jurisprudentie
Verzoekster is een fietsongeval overkomen toen zij in een groep deelnam aan een fietstoertocht. De weg heeft aan weerszijden zogeheten 'fietssuggestiestroken' met onderbroken witte strepen op de rijbaan. In het verlengde van deze strepen bevinden zich wit geverfde opstaande randen, zogeheten varkensruggen. Ter hoogte van de varkensruggen komt een fietser van de fietstoertocht ten val, waarbij hij verzoekster raakt en verzoekster valt. Verzoekster stelt de gemeente op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk voor de schade. De weg is volgens verzoekster gebrekkig omdat voor fietsers de

VR 2020/92 Val in tuincentrum; toedracht ongeval onduidelijk; aansprakelijkheid afgewezen.

Jurisprudentie
Een 83-jarige vrouw heeft haar heup gebroken bij een val in een tuincentrum. De vrouw stelt dat de automatische deuren bij de ingang ineens sloten toen zij met haar rollator deze deuren wilde passeren en dat zij hierdoor is gevallen. De vrouw stelt het tuincentrum aansprakelijk op grond van gevaarzetting (art. 6:162 BW) en op grond van art. 6:174 BW, en vordert schadevergoeding.De rechtbank beschikt met betrekking tot de toedracht/oorzaak van het ongeval alleen over de schriftelijke verklaringen van de vrouw en haar echtgenoot, en de verklaring van de vrouw ter zitting. In die verklaringen zit