aansprakelijkheid voor opstallen
Jurisprudentie
Eiser en eiseres (beiden woonachtig in Canada) verbleven in een door gedaagde geëxploiteerd hotel op Aruba. Zij hebben ontbeten aan een tafeltje naast een laag muurtje, waarachter zich een lager gelegen looppad bevond. Toen eiser opstond heeft hij zijn evenwicht verloren en is hij over het muurtje op het pad gevallen, waarbij hij letsel heeft opgelopen. Eiser vordert in deze procedure (1) een verklaring voor recht dat gedaagde aansprakelijk is voor zijn schade en (2) een voorschot op de schadevergoeding. Ook eiseres vordert vergoeding van schade, onder meer op grond van het feit dat zij
Jurisprudentie
Appellante woonde een sportwedstrijd bij in een sporthal. Haar plaats bevond zich op de 13e rij van de tribune. Van bovenaf bezien bestaat de trap vanaf rij 13 tot 8 uit steeds een trede van 42 cm diep, gevolgd door een stuk tribune van 43 cm diep. Ter hoogte van rij 7 ligt een trede van 22 cm diep, gevolgd door een stuk tribune van 23 cm diep (zie de foto's in de uitspraak). Bij het afdalen van de trap is appellante ter hoogte van
rij 7 ten val gekomen, waarbij zij onder meer letsel aan haar linker elleboog
heeft opgelopen. Enkele maanden na dit ongeval heeft de gemeente (die de
sporthal
Jurisprudentie
Eiseres is op 9 oktober 2010 bij een winkelcentrum gevallen over een zogeheten varkensrug, een ovale betonnen afscheiding. Zij stelt de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk. Daartoe voert zij aan dat de varkensrug laag was, de vrije doorgang belemmerde en dezelfde kleur had als het trottoir, terwijl er niet voor de belemmering gewaarschuwd werd, hetgeen een gevaarlijke situatie opleverde. De gemeente voert aan dat de varkensruggen niet op de looproute lagen en goed zichtbaar waren, alsmede dat eiseres eenvoudigweg onvoldoende goed heeft uitgekeken. Het hof stelt de in het kader van 6:174 en
Jurisprudentie
Eiser is op 30 juni 2014 toen hij het trottoir wilde opstappen gevallen over een paaltje. De gemeente heeft kort daarna onder meer dit paaltje verwijderd. Eiser stelt de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk. Hij voert aan dat de gemeente rekening moet houden met normale onvoorzichtigheid van weggebruikers, alsmede dat de paaltjes slecht zichtbaar waren en dat er al meerdere personen over gevallen waren. Dit had voorkomen kunnen worden met een duidelijke markering. Verweerder stelt dat de paaltjes wel degelijk goed zichtbaar waren en om een andere reden zijn verwijderd. Eiser heeft
Jurisprudentie
Verzoeker is op 2 maart 2011 op de A2 tegen een tijdelijke vangrail (barrier) aangereden en over de kop geslagen. Er vonden daar op dat moment wegwerkzaamheden plaats. Verzoeker stelt de staat als wegbeheerder aansprakelijk op grond van art. 6:174 en art. 6:162 BW, omdat het ongeval zijns inziens te wijten is aan de onoverzichtelijke verkeerssituatie. De rechtbank zet de bij art. 6:174 aan te leggen maatstaf uiteen (4.2) en oordeelt dat er inderdaad sprake was van een onoverzichtelijke en (dus) gevaarlijke verkeerssituatie. Daarbij is van belang dat uit de markering niet voldoende duidelijk
Jurisprudentie
Eiseres is afhankelijk van een elektrische rolstoel. Toen zij op 21 november 2011 achteruit (via een schuine trottoirband) het trottoir wilde oprijden, is de rolstoel gekanteld en heeft eiseres letsel opgelopen. Zij stelt de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk op grond van zowel art. 6:174 als 6:162 BW. Het hof zet de maatstaven voor toepassing van 6:174 (3.6.2) en 6:162 (3.6.3) uiteen en oordeelt (3.9-3.12) dat geen sprake is van een gebrekkige opstal, (3.13) dat de gemeente niet gehouden is om renovatieverslagen van de betreffende straat in het geding te brengen en (3.14) dat de gemeente