affectieschade

VR 2021/02 Ontwikkelingen vergoeding immateriële schade in 2020

Artikel
VR 2021/2 Ontwikkelingen vergoeding immateriële schade in 2020 * Prof. mr. A.J. Verheij ** * Dit artikel is tevens gepubliceerd in de 26e druk van het Smartengeldboek, verschenen januari 2021, ISBN 978-90-830299-1-7. ** Hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder het verbintenissenrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hoofdredacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding In 2020 wezen feitenrechters verschillende interessante uitspraken over smartengeld. Deze bijdrage doet daaruit een greep zonder de pretentie van volledigheid. In paragraaf 2 respectievelijk 3 worden enkele uitspraken over shock- en

VR 2020/126 De wet affectieschade: nader beschouwd

Artikel
VR 2020/126 De wet affectieschade: nader beschouwd Mr. E.W. Bosch * * (LSA/ASP) letselschadeadvocaat/ partner bij Vogelaar Bosch Spijer Advocaten. 1. Inleiding Per 1 januari 2019 is de Wet Affectieschade in werking getreden. Na een lang voortraject erkent ook de Nederlandse rechtsorde ‘affectieschade’. Bij de vormgeving van het wetsvoorstel is een belangrijk uitgangspunt geweest dat zo veel als mogelijk langdurige en pijnlijke discussies over de intensiteit van het leed worden voorkomen. 1) Een wettelijk systeem met een vaste kring van gerechtigden en vaste bedragen als vergoeding, beperkt de

VR 2019/103 Verkeersongeval: omkeringsregel, proportionele
aansprakelijkheid en shockschade.

Jurisprudentie
In het tussenvonnis is onder meer overwogen dat de overtreding van art. 5 lid 2 Landsverordening Wegverkeer ertoe leidt dat ingevolge de zogenaamde 'omkeringsregel' tot op tegenbewijs moet worden uitgegaan van het bestaan van het voor aansprakelijkheid vereiste causaal verband tussen het onrechtmatig handelen - het rijden onder invloed - en het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade. Het is dan aan appellant en aan New India om te stellen, en bij betwisting aannemelijk te maken, dat het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade er ook zonder het onrechtmatig handelen van appellant

VR 2018/157 Vererft de vordering tot smartengeld van het slachtoffer van verkrachting en moord?

Artikel
VR 2018/157 Vererft de vordering tot smartengeld van het slachtoffer van verkrachting en moord? Prof. mr. A.J. Verheij * * Hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder het verbintenissenrecht, Rijksuniversiteit Groningen. Hoofdredacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding Deze vraag moet op het eerste gezicht ontkennend worden beantwoord. Art. 6:106 lid 2 BW bepaalt immers in de tweede zin dat voor overgang onder algemene titel “voldoende [is] dat de gerechtigde aan de wederpartij heeft medegedeeld op de vergoeding aanspraak te maken.” Hoewel het woord ‘voldoende’ wellicht anders suggereert, gaat het

VR 2018/156 De wet affectieschade in werking

Artikel
VR 2018/156 De wet affectieschade in werking Prof. mr. S.D. Lindenbergh * * Hoogleraar privaatrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit is de tekst van een voordracht gehouden tijdens het op 20 september 2018 in Den Haag gehouden symposium ‘De wet affectieschade’. De auteur dankt Arno Akkermans, Ton Hartlief, Marnix Hebly en Femke Ruitenbeek voor hun waardevolle opmerkingen bij een eerdere versie van deze tekst. 1. De ‘lex Frenk’ Wie terugblikt op het ruim vijftien jaar durende wetgevingsproces van het wetsvoorstel affectieschade, kan eigenlijk alleen maar omzien in verwondering. 1) Wie had

VR 2018/155 De wet vergoeding affectieschade

Artikel
VR 2018/155 De wet vergoeding affectieschade De weg naar het Staatsblad Mw. mr. L. van Hoppe * * Raadadviseur bij de sector privaatrecht van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel. 1. Inleiding: de lange weg naar de vergoeding van affectieschade Eindelijk is het wetsvoorstel aanvaard dat een vergoeding van affectieschade in het Nederlandse recht mogelijk maakt. 1) De vergoeding betreft smartengeld voor naasten . Het is een vergoeding van nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, maar in

VR 2018/132 Dodelijk verkeersongeval; shockschade? Vergoeding voor
affectieschade?

Jurisprudentie
X is in februari 2015 op de fiets aangereden door een vrachtauto en ter plekke overleden. X was afkomstig uit Frankrijk en werkte sinds enkele maanden in Nederland als au pair. Eisers zijn respectievelijk de ouders en de broer van X. De betrokken vrachtauto was WAM-verzekerd bij ABN AMRO. ABN AMRO heeft aansprakelijkheid erkend en de uitvaartkosten vergoed. Eisers vorderen (1) een verklaring voor recht dat is voldaan aan het zgn. confrontatievereiste in het kader van de shockschadejurisprudentie en (2) een veroordeling van ABN AMRO tot betaling van € 17.500,- aan ieder van hen als

VR 2017/151 Vertrouwen in de toekomst

Artikel
VR 2017/151 Vertrouwen in de toekomst De redactie Met dit nummer sluit Verkeersrecht zijn 65 ste jaargang af. Er is in die jaren in het verkeer en in het recht natuurlijk veel veranderd, maar het tijdschrift maakt het onverminderd goed. Bestuursrechtelijke boeteregelingen, alcoholsloten, de strafmaat bij verkeersdelicten, de – langzaam stijgende – hoogte van het smartengeld in Nederland; het verkeersrecht borrelt van de thema’s die hun weg vinden naar ons blad. Dat is alle reden voor de redactie om vertrouwen te hebben in de toekomst van het tijdschrift Verkeersrecht. ‘Vertrouwen in de

VR 2017/21 Moord. Benadeelde partij. Shockschade. Onevenredige belasting van het strafgeding. Materiële schade. Wettelijke rente.

Jurisprudentie
Moord. Benadeelde partij vordert vergoeding van immateriële schade (shockschade). Hiervoor is vereist dat het bestaan van geestelijk letsel waardoor iemand in zijn persoon is aangetast in rechte kan worden vastgesteld, hetgeen in het algemeen slechts het geval zal zijn indien sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. In zijn overwegingen heeft het hof niet blijk gegeven te hebben onderzocht of in het onderhavige geval aan dat vereiste is voldaan. Het middel slaagt derhalve. Mede gelet op hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep namens de verdachte is aangevoerd met betrekking