billijkheidscorrectie

VR 2023/98 Ongeval met twee botsmomenten, deskundigenrapport, causaliteitsverdeling 50/50, billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Deze zaak betreft een ernstig verkeersongeval op de A9, waarbij persoon X op een Suzuki motor betrokken was en een dwarslaesie opliep. Ook persoon Y in een Renault Megane en persoon Z in een Ford Fiësta waren betrokken. Persoon Y is verzekerd bij Achmea en persoon Z is verzekerd bij National Academic. De rechtbank heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat de toedracht van het ongeval niet kon worden vastgesteld. Om te kunnen beoordelen of de andere partijen onrechtmatig hebben gehandeld, was een onafhankelijk deskundigenonderzoek nodig. Persoon X kan zich grotendeels vinden in de conclusies van

VR 2023/96 Verkeersongeval, onrechtmatige daad, eigen schuld, geen groepsaansprakelijkheid.

Jurisprudentie

Op 5 april 2017 vond er een aanrijding plaats tussen voetganger en gedaagde 1 c.s. terwijl voetganger aan de rechterkant van de weg (straat 1) liep en gedaagde 1 op dat moment fietste in straat 1. Voetganger liep ernstig letsel op en is volledig arbeidsongeschikt verklaard. De politie heeft onderzoek gedaan naar het ongeval, en er is een proces-verbaal opgesteld met getuigenverklaringen. Gedaagde 1 verklaarde dat hij de vrouw niet kon ontwijken en frontaal tegen haar aanreed. Er was geen tijd meer om te remmen en hij reed op dat moment 29 km/u. Gedaagde 2 riep "Ho" naar de voetganger en kon

VR 2023/45 Voetganger aangereden bij oversteken N322. 50%-regel. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 14 juli 2021 is voetganger X bij het oversteken van de N322 aangereden door een taxibus van PMW. X heeft hierbij zeer ernstig letsel opgelopen. De taxibus was verzekerd bij MS Amlin, die op grond van art. 185 lid 1 WVW aansprakelijkheid voor het ongeval erkent, maar stelt dat haar vergoedingsplicht het minimum van 50% niet overstijgt, wegens eigen schuld van X. X verzoekt een verklaring voor recht dat PMW en MS Amlin hoofdelijk aansprakelijk zijn 100% van de schade als gevolg van het ongeval te vergoeden. De rechtbank beperkt de vergoedingsplicht van PMW en MS Amlin tot 50%, wegens eigen

VR 2023/43 Voetgangers aangereden. Reed auto te hard? Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 27 april 2019 heeft tegen middernacht een ongeval plaatsgevonden. X en Y lopen na een Koningsnachtfeest naar de bushalte. Daarbij steken ze door rood licht een weg over, waarop ze worden aangereden door een auto, bestuurd door A. X en Y lopen ernstig letsel op en X houdt blijvende beperkingen over aan het ongeval. X en Y verzoeken een verklaring voor recht dat de verzekeraar aansprakelijk is voor hun schade. De verzekeraar stelt onder meer dat sprake is van eigen schuld. De rechtbank verklaart voor recht dat de verzekeraar gehouden is 80% van de door X en 60% van de door Y geleden schade te

VR 2023/41 Auto rijdt over voet postbezorger. Eigen schuld; billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Op 15 februari 2019 is postbezorger X een verkeersongeval overkomen. Hij stapt achter een geparkeerde vrachtwagen de weg op, op het moment dat Y in haar auto langsrijdt. Y rijdt over de voet van X heen. X verzoekt onder meer een verklaring voor recht dat Allianz, de WAM-verzekeraar van Y, aansprakelijk is voor al zijn schade. De rechtbank verklaart voor recht dat Allianz jegens X voor 65% aansprakelijk is en overweegt hiertoe als volgt. Over de toedracht van het ongeval zijn partijen het in hoofdlijnen eens. Y reed stapvoets langs de geparkeerde vrachtwagen en versnelde daarna. X hoorde de

VR 2023/39 Val van paard. Gevolg van berijdersfout, of schrikreactie paard? Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 18 januari 2017 was Y bij de rijhal van B om paard X te trainen. Y viel van X, kreeg een trap tegen haar hoofd en liep zeer ernstig letsel op. De belangenbehartiger van Y en haar verzekeraar, Menzis, laten een toedrachtonderzoek uitvoeren. Daaruit volgt dat de val is veroorzaakt door een schrikreactie of verzet van X tegen een aanwijzing, en dat dit voortkomt uit de eigen energie van het dier. Menzis stelt B via diens verzekeraar Achmea aansprakelijk. B erkent geen aansprakelijkheid. B en Achmea laten ook een toedrachtonderzoek uitvoeren. Menzis vordert onder meer een verklaring voor recht

VR 2023/32 Meer grip op art. 6:101 BW in personenschadezaken

Artikel
VR2023-32_illu smartengeld
Eigen schuld is een kernleerstuk binnen het aansprakelijkheidsrecht, zo ook binnen het personenschaderecht. Niettemin gaat dit in art. 6:101 BW geregelde leerstuk gebukt onder een zogeheten grabbelton-effect en loterij-karakter: op voorhand is moeilijk in te schatten wélke omstandigheden een rol spelen bij de beoordeling van eigen schuld en evenzo wat vervolgens de uitkomst van de – aan de hand van de eenmaal relevant geachte omstandigheden – te maken afweging zal zijn. Vrij kort na de invoering van art. 6:101 BW in 1992 werd al geklaagd dat deze bepaling in de personenschadepraktijk ‘moeizame’ afwegingen vergt, voor de jurist ‘nauwelijks houvast’ biedt omdat toetsingscriteria ‘ontbreken of op zijn minst uiterst diffuus’ zijn, ‘te veel voor het incasseringsvermogen’ betreft en zelfs ‘niet toepasbaar’ is. In de loop der tijd is het beeld niet veel veranderd. Nog altijd is in min of meer vergelijkbare casus sprake van niet of maar moeilijk te verklaren verschillen in de toepassing van art. 6:101 BW. Dat is met het oog op de rechtsgelijkheid, voorspelbaarheid en aanvaardbaarheid van eigen-schuld-beslissingen onwenselijk. Zeker wanneer wordt bedacht dat juist in gevallen van personenschade veel op het spel kan staan; zowel voor het slachtoffer als de betalende partij vertegenwoordigt een ‘korting’ op de schadevergoeding vanwege eigen schuld al gauw ‘serieus’ geld. Ik meen dan ook dat het hoog tijd is voor een verbeterslag in de praktische hanteerbaarheid van art. 6:101 BW in personenschadezaken. Van de Hoge Raad zal de helpende hand hoogstwaarschijnlijk niet komen, aangezien oordelen over eigen schuld zich grotendeels aan de beoordeling in cassatie onttrekken. Dit terwijl de wetgever – de wetsgeschiedenis van art. 6:101 BW beslaat slechts drie pagina’s – het vooral aan de praktijk heeft overgelaten om invulling aan het leerstuk eigen schuld te geven. In mijn oratie heb ik daarom ‘de personenschadebranche’ (belangenbehartigers, advocaten, verzekeraars, feitenrechters) opgeroepen als het ware te komen tot een ‘spoorboekje’, waarin dossieroverstijgende ‘spelregels’ worden neergelegd over hoe met eigen schuld om te gaan. Met mijn oratie hoop ik een startschot te hebben gegeven, waarbij ikzelf al een aantal mogelijke ‘spelregels’ ter toepassing van art. 6:101 BW heb voorgesteld. In deze bijdrage werk ik alvast één specifieke ‘spelregel’ schriftelijk uit, geïnspireerd op de zogeheten ‘letselpiramide’ die in het verleden in het welbekende Smartengeldboek van de ANWB heeft gestaan. Aan de hand daarvan is in mijn ogen meer grip te krijgen op de factor ‘de ernst van het letsel’ in het kader van de in art. 6:101 BW genoemde billijkheid.

VR 2023/11 Dwarslaesie door duik in ondiep recreatiemeer. Provincie niet aansprakelijk; beheerder wel. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 25 juli 2019 neemt X een duik in een ondiep deel van een recreatiemeer. Hij loopt een dwarslaesie op, waardoor hij vanaf zijn schouders naar beneden verlamd raakt. X stelt RAUM als beheerder en de provincie Noord-Holland als toezichthouder van het recreatiegebied aansprakelijk. De verzekeraar van RAUM, Avéro Achmea, erkent aansprakelijkheid, maar is wegens eigen schuld van X niet bereid om meer dan 80% van de schade te vergoeden. X verzoekt in dit deelgeschil onder meer een verklaring voor recht dat RAUM en de provincie hoofdelijk en volledig aansprakelijk zijn. De rechtbank wijst het

VR 2022/151 Naast voetgangersoversteekplaats overstekende voetganger aangereden. Getuigenverklaringen. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 18 februari 2021 is voetgangster X, terwijl het donker was en het regende, bij het oversteken aangereden door automobilist Y. Hierbij liep X ernstig letsel op. Achmea, de WAM-verzekeraar van de auto, meent dat X eigen schuld bij het ongeval heeft. X verzoekt een verklaring voor recht dat Achmea aansprakelijk is voor haar schade en gehouden is de volledige schade te vergoeden. De rechtbank verklaart voor recht dat Achmea aansprakelijk is voor 90% van de schade van X en gehouden is 90% van de schade te vergoeden. Hiertoe overweegt zij als volgt. Achmea stelt dat X eigen schuld heeft aan het

VR 2022/150 X valt als kind van pony. Eigen schuld; billijkheidscorrectie; matiging wegens onaanvaardbare gevolgen.

Jurisprudentie

Op 16 januari 2008 komt de 7-jarige X tijdens een paardrijles ten val. Haar pony schrok van de pony die voor X reed en maakte een onverwachte beweging, waardoor X ten val kwam. Zij liep een open botbreuk en zenuwschade op, waarvoor zij twee keer geopereerd moest worden. Dertien jaar later heeft zij nog steeds, onder meer, krachtverlies en gevoelloosheid in haar arm en benen. Ze verzoekt een verklaring voor recht dat het paardrijbedrijf aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval en verzoekt een voorschot op de schadevergoeding. Het paardrijbedrijf erkent risicoaansprakelijkheid