billijkheidscorrectie

VR 2022/117 Aanrijding tussen voetganger en auto. 50%-regel; eigen schuld; billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 10 oktober 2017 botste voetganger X tijdens het oversteken tegen de zijkant van de auto van Y. X loopt hierbij een onderbeenbreuk op en kan haar fysieke werk niet meer verrichten. Ze raakt haar baan kwijt en stelt psychische klachten te hebben. Y was tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij Achmea, die erkent voor 50% aansprakelijk te zijn voor de gevolgen van het ongeval. X verzoekt een verklaring voor recht dat Achmea volledig aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. Ze stelt dat Y te hard en te dicht op de geparkeerde auto's reed. Achmea betwist de toedracht

VR 2022/110 Verzekeringsfraude; sancties kunnen niet aan derde-benadeelde worden opgelegd. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 1 januari 2019 is A als passagier in een personenauto betrokken geraakt bij een eenzijdig verkeersongeval. De door B, de zus van A, bestuurde auto vloog uit de bocht en sloeg meerdere keren over de kop. A is bekneld geraakt, naar het ziekenhuis overgebracht en dezelfde dag nog geopereerd. A bleek een incomplete dwarslaesie te hebben en heeft geen gevoel meer in haar benen. Zij is rolstoelafhankelijk en er is sprake van een 24-uur zorgindicatie. Ze stelt Allianz, bij wie de personenauto is verzekerd, aansprakelijk voor de schade als gevolg van het ongeval. Allianz weigert uitkering, omdat A

VR 2022/90 Bus rijdt over voet van X heen. Geen overmacht, geen aan opzet grenzende roekeloosheid, wel eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Op 17 juni 2018 heeft X, portier bij een Rotterdamse club, 's nachts ruzie op straat met een klant van de club. Een bus van RET haalt op dat moment een stilstaande taxi in. De bus raakt X, die hierdoor ten val komt, waarna de bus over de voet van X heen rijdt. X vordert, onder meer, een verklaring voor recht dat RET aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. RET doet primair een beroep op overmacht, subsidiair op aan opzet grenzende roekeloosheid van X en meer subsidiair op eigen schuld van X. De rechtbank wijst de vordering toe en verklaart voor recht dat RET, na billijkheidscorrectie

VR 2022/32 Aanrijding auto en motor. Eigen schuld en billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Motorrijder X komt na een aanrijding met een auto, bestuurd door Y, ten val. X houdt hier ernstig letsel aan over, dat leidt tot een ernstige complicatie (hydrothorax). X verzoekt een verklaring voor recht dat Y en Achmea, de verzekeraar van Y, aansprakelijk zijn voor de geleden schade, aangezien Y een verkeersfout maakte. Y kwam uit een uitrit en had op grond van art. 54 RVV dus voorrang moeten verlenen aan X. Y en Achmea stellen dat Y het ongeluk niet heeft veroorzaakt en, subsidiair, dat X een grote mate aan eigen schuld bij het ongeluk heeft.De rechtbank overweegt dat Y en Achmea voor 40%

VR 2021/150 Automobilist rijdt voetganger aan; aansprakelijkheid; eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 11 januari 2020 rond 9:25 uur steekt voetganger A weg X over op een oversteekplaats zonder voorrang voor voetgangers. Automobilist B draait op hetzelfde moment weg X op. B ziet A te laat. A wordt aan het einde van zijn oversteek geraakt door de rechterzijde van de motorkap van de auto van B. Als gevolg van deze aanrijding loopt A letsel op. De WAM-verzekeraar van de auto (VB) erkent aansprakelijkheid voor het ongeval voor 50%. A verzoekt een verklaring voor recht dat VB voor 100% aansprakelijk is voor zijn schade als gevolg van het ongeval.Vaststaat dat VB op grond van art. 185 WVW

VR 2021/108 Aanrijding fietser en auto kruising; rood licht voor fietser: automobilist aansprakelijk; 50% eigen schuld fietser.

Jurisprudentie
Op een kruising in Hengelo (Overijssel) heeft in 2015 een aanrijding plaatsgevonden nabij een ROC. Een 16-jarige scholier (E) reed op haar fiets de kruising op. Zij is toen aangereden door een automobilist (X) die (voor E) van links kwam. Twee getuigen (A en B) hebben verklaard dat het verkeerslicht voor E op rood stond en dat het verkeerslicht voor X op groen stond. E vordert een verklaring voor recht dat de aansprakelijkheidsverzekeraar van X (V) op grond van art. 185 WVW aansprakelijk is voor de schade die E door het ongeval heeft geleden en nog zal lijden. V heeft erkend dat zij voor 50%

VR 2020/169 Vuurwerkongeval in bedrijfskantine; 90% eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2010 is A een vuurwerkongeval overkomen tijdens een afscheidsfeest in een bedrijfskantine. A heeft in de kantine een stuk illegaal vuurwerk aangestoken. A slaagde er niet in het vuurwerk tijdig door het raam naar buiten te gooien, waardoor het in zijn hand is geëxplodeerd. Door de explosie is A een groot deel van zijn hand verloren. B, een collega van A, had het stuk vuurwerk mee naar binnen gebracht. C, een vriend van B, had het stuk vuurwerk naar het afscheidsfeest meegenomen en buiten aan B afgegeven. A spreekt C aan tot vergoeding van de schade die hij door het vuurwerkongeval heeft

VR 2020/167 Ongeval opgevoerde snorfiets en auto die geen voorrang verleent; 30% eigen schuld snorfietser.

Jurisprudentie
Automobilist (B) is uit een uitrit een fietspad opgereden dat parallel loopt aan de weg waar de uitrit op uitkomt. Op dat moment kwam snorfietser (A) van links op het fietspad aangereden. Nadat A de auto van B heeft opgemerkt, heeft hij geremd en daarbij is hij, zonder de auto te raken, gevallen. Als gevolg van dit ongeval heeft A ernstig letsel opgelopen. De snorfiets was opgevoerd tot 57 km/uur. A vordert dat het hof voor recht verklaart dat B en zijn WAM-verzekeraar (C) volledig aansprakelijk zijn voor de door hem geleden schade. Tussen partijen staat vast dat B en C aansprakelijk zijn voor

VR 2020/53 Vergoeding van 100% van de schade door verzekeraar ten gevolge van billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Eiser is rijdend op zijn motor aangereden door een auto. De bestuurder van de auto sloeg linksaf en gaf geen voorrang aan de motorrijder die op dezelfde weg rechtdoor wilde rijden. ASR heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend maar stelt zich op het standpunt dat eiser ook schuld heeft aan het ongeval omdat hij bij het naderen van de kruising te hard heeft gereden. In deze procedure gaat het aldus om de vraag of eiser heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval en zo ja, in welke mate dit gevolgen heeft voor de plicht tot schadevergoeding door ASR. De rechtbank is van oordeel

VR 2020/38 Ongeval motor en auto rijdend in een file.

Jurisprudentie
Op 15 oktober 2017 reed verzoeker op een motor op de N59, een weg met één rijbaan en twee rijstroken (per richting één rijstrook) die van elkaar worden gescheiden door een dubbele doorgetrokken streep, aan de linkerkant een file voorbij op het moment dat A rijdend in een personenauto linksaf sloeg. Verzoeker is bij het remmen in de slip geraakt en tegen de linker zijkant van de auto van A aangereden. A heeft daarbij ernstig letsel opgelopen. Aan de orde is of en in welke mate A tegenover verzoeker aansprakelijk is wegens onrechtmatig handelen voor de door verzoeker geleden en nog te lijden