letselschade

VR 2017/09 Verkeersongeval; beroepsaansprakelijkheid advocaat.

Jurisprudentie
Appellant is in december vroeg in de ochtend als voetganger op de provinciale weg aangereden en heeft daarbij (zeer) ernstig letsel opgelopen. Bij politieonderzoek is niet gebleken dat de automobilist de maximumsnelheid had overtreden, maar wel dat hij onder (forse) invloed van alcohol verkeerde. De WAM-verzekeraar heeft aangeboden 50% van de schade te vergoeden, gelet op de eigen schuld aan de zijde van appellant. De door appellant ingeschakelde advocaat X heeft hem geadviseerd dit aanbod te accepteren, wat appellant heeft gedaan. Appellant spreekt nu X aan en voert aan dat zij hem ten

VR 2016/189 Ongeval op glijbaan, directe actie, rechtsverwerking,
onrechtmatigheid.

Jurisprudentie
A (verzekerd bij HDI) en appellante waren met enkele vrienden in een zwembad van Center Parcs. De glijbaan bevatte een stoplicht om te voorkomen dat bezoekers te snel achter elkaar naar beneden zouden gaan. Appellante is door groen licht naar beneden gegaan; A is haar door rood licht gevolgd en is daarbij beneden op haar gebotst. Appellante spreekt HDI aan op grond van de directe actie van 7:954 BW. HDI heeft aansprakelijkheid afgewezen omdat sprake zou zijn van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De rechtbank heeft geoordeeld dat A wel, maar HDI niet aansprakelijk is. Bij het hof

VR 2016/163 De deelgeschilprocedure werkt: tijd voor uitbreiding?!

Artikel
VR 2016/163 De deelgeschilprocedure werkt: tijd voor uitbreiding?! Mr. dr. M. Wesselink* * Programmamanager bij de Academie voor Wetgeving en de Academie voor overheidsjuristen. Inleiding Kan een gerechtelijke procedure de buitengerechtelijke onderhandelingen over personenschade faciliteren? 1) Die vraag rees bij de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade die op 1 juli 2010 in werking trad. 2) Een rechter kan uiteraard een oordeel vellen, maar leidt dat ook ertoe dat partijen de onderhandelingen zelf verder minnelijk kunnen afronden? Een procedure kan immers tot polarisatie

VR 2016/179 Deelgeschil; causaal verband; pre-existente klachten;
buitengerechtelijke kosten.

Jurisprudentie
Verzoeker is op 19 november 2010 een auto-ongeval overkomen waarbij hij onder meer 2,5 uur bekneld heeft gezeten. Hij stelt dat hij als gevolg hiervan rugklachten heeft ontwikkeld. Vast staat dat er al eerder sprake was van rugklachten en dat er pre-existente degeneratieve verschijnselen in de rug zijn vastgesteld. Een door partijen ingeschakelde orthopedisch chirurg concludeert dat er objectief geen ongevalsgerelateerde afwijkingen kunnen worden vastgesteld. De afwijkingen in de rug zijn volgens hem geheel pre-existent en verzoeker had ook zonder het ongeval op ieder moment de klachten kunnen

VR 2016/175 Deelgeschil; verkeersaansprakelijkheid; eigen schuld.

Jurisprudentie
Verzoeker is, rijdend op een motor, in een 30 km/u-zone met een veel te hoge snelheid tegen een auto aangereden die uit een parkeervak kwam. Hij heeft de bestuurder van deze auto aansprakelijk gesteld op grond van overtreding van art. 54 RVV, dat bepaalt dat bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren het overige verkeer moeten laten voorgaan. De bestuurder heeft aangevoerd dat hij geen rekening hoefde te houden met de buitensporige snelheidsovertreding van verzoeker. De rechtbank overweegt dat iedere verkeersdeelnemer tot op zekere hoogte rekening dient te houden met fouten van andere

VR 2016/172 Deelgeschil letselschade, ongelukkige samenloop van
omstandigheden.

Jurisprudentie
Appellant heeft een tuin en een inpandig zwembad. Boven het zwembad bevindt zich een boventerras met een trap naar de tuin. Het is mogelijk om onder de trap door naar het zwembad te lopen, maar ook om eromheen te lopen. De schuifpui naar het zwembad stond ten tijde van het ongeval geheel open. Appellant zat met een aantal kennissen in de tuin. Hij is naar het toilet gegaan en keerde daar net van terug toen geïntimeerde besloot in het zwembad te springen. Hij liep daartoe in iets sneller dan normaal tempo (het hof schat op basis van de verschillende verklaringen ongeveer 6 km/u) onder de trap

VR 2016/170 Schaderegelingsovereenkomst; verhaal rechtsbijstandskosten.

Jurisprudentie
In 2004 heeft appellante een schaderegelingsovereenkomst gesloten met Letselschade BV (geïntimeerde). Overeengekomen is onder meer dat geïntimeerde de werkzaamheden op no cure no pay-basis verricht, alle kosten voorschiet en deze slechts zal verhalen op de aansprakelijke partij, alsmede dat een honorarium van 15% van het te verhalen bedrag verschuldigd zal zijn. In oktober 2012 heeft de aansprakelijke partij € 30.000 uitgekeerd, waarvan geïntimeerde ruim de helft heeft uitgekeerd aan appellante. Deze vordert in deze procedure afgifte van nog eens bijna € 10.000. Daartoe voert zij aan dat

VR 2016/158 Deelgeschil; art. 185 WVW; eigen schuld;
billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Benadeelde is op een kruising door rood licht gefietst en daarbij aangereden door een auto die 70 km/uur reed waar 50 km/uur was toegestaan. Zij heeft daarbij ernstig hersenletsel opgelopen. De verzekeraar heeft aangeboden 75% van de schade te vergoeden, maar benadeelde vordert 90%. Tussen partijen is niet in geschil dat er geen sprake is van overmacht - het geschil is beperkt tot de mate van eigen schuld. De stelling dat de verkeersfout van de automobilist vele malen groter is dan die van benadeelde volgt de rechtbank niet: een substantiële overschrijding van de maximumsnelheid is een

VR 2016/126 Overmacht in het verkeer; een zeldzaamheid of toch niet?

Artikel
VR 2016/126 Overmacht in het verkeer; een zeldzaamheid of toch niet? Mrs. R. Rutten en V. Oskam * * Beiden advocaat bij Van Traa Advocaten N.V. te Rotterdam, mr. Oskam is tevens redacteur van Verkeersrecht. De aanleiding voor het schrijven van dit artikel vormt een beschikking in deelgeschil d.d. 18 april 2016 waarbij de rechtbank tot het oordeel kwam dat sprake was van overmacht van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer. 1) Dit lijkt op het eerste gezicht een uitzondering op de uit de jurisprudentie en literatuur af te leiden ‘hoofdregel’ dat zelden of nooit sprake zal zijn van een geslaagd

VR 2016/141 Deelgeschil; remincident; causaal verband.

Jurisprudentie
Verzoekers hebben op 24 september 2012 plotseling zeer hard moeten remmen voor een container die van een vrachtwagen op de weg viel. Zij droegen hierbij een gordel en een botsing heeft zich dankzij het harde remmen niet voorgedaan. Verzoekers stellen letselschade te hebben geleden en vorderen een verklaring voor recht dat causaal verband bestaat tussen het incident en hun klachten. De medisch adviseurs van zowel Achmea (de WAM-verzekeraar) als verzoekers zijn het er over eens dat er sprake is van pre-existente problematiek en dat het causaal verband niet eenvoudig kan worden vastgesteld. Er