letselschade

VR 2016/172 Deelgeschil letselschade, ongelukkige samenloop van
omstandigheden.

Jurisprudentie
Appellant heeft een tuin en een inpandig zwembad. Boven het zwembad bevindt zich een boventerras met een trap naar de tuin. Het is mogelijk om onder de trap door naar het zwembad te lopen, maar ook om eromheen te lopen. De schuifpui naar het zwembad stond ten tijde van het ongeval geheel open. Appellant zat met een aantal kennissen in de tuin. Hij is naar het toilet gegaan en keerde daar net van terug toen geïntimeerde besloot in het zwembad te springen. Hij liep daartoe in iets sneller dan normaal tempo (het hof schat op basis van de verschillende verklaringen ongeveer 6 km/u) onder de trap

VR 2016/170 Schaderegelingsovereenkomst; verhaal rechtsbijstandskosten.

Jurisprudentie
In 2004 heeft appellante een schaderegelingsovereenkomst gesloten met Letselschade BV (geïntimeerde). Overeengekomen is onder meer dat geïntimeerde de werkzaamheden op no cure no pay-basis verricht, alle kosten voorschiet en deze slechts zal verhalen op de aansprakelijke partij, alsmede dat een honorarium van 15% van het te verhalen bedrag verschuldigd zal zijn. In oktober 2012 heeft de aansprakelijke partij € 30.000 uitgekeerd, waarvan geïntimeerde ruim de helft heeft uitgekeerd aan appellante. Deze vordert in deze procedure afgifte van nog eens bijna € 10.000. Daartoe voert zij aan dat

VR 2016/158 Deelgeschil; art. 185 WVW; eigen schuld;
billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Benadeelde is op een kruising door rood licht gefietst en daarbij aangereden door een auto die 70 km/uur reed waar 50 km/uur was toegestaan. Zij heeft daarbij ernstig hersenletsel opgelopen. De verzekeraar heeft aangeboden 75% van de schade te vergoeden, maar benadeelde vordert 90%. Tussen partijen is niet in geschil dat er geen sprake is van overmacht - het geschil is beperkt tot de mate van eigen schuld. De stelling dat de verkeersfout van de automobilist vele malen groter is dan die van benadeelde volgt de rechtbank niet: een substantiële overschrijding van de maximumsnelheid is een

VR 2016/126 Overmacht in het verkeer; een zeldzaamheid of toch niet?

Artikel
VR 2016/126 Overmacht in het verkeer; een zeldzaamheid of toch niet? Mrs. R. Rutten en V. Oskam * * Beiden advocaat bij Van Traa Advocaten N.V. te Rotterdam, mr. Oskam is tevens redacteur van Verkeersrecht. De aanleiding voor het schrijven van dit artikel vormt een beschikking in deelgeschil d.d. 18 april 2016 waarbij de rechtbank tot het oordeel kwam dat sprake was van overmacht van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer. 1) Dit lijkt op het eerste gezicht een uitzondering op de uit de jurisprudentie en literatuur af te leiden ‘hoofdregel’ dat zelden of nooit sprake zal zijn van een geslaagd

VR 2016/141 Deelgeschil; remincident; causaal verband.

Jurisprudentie
Verzoekers hebben op 24 september 2012 plotseling zeer hard moeten remmen voor een container die van een vrachtwagen op de weg viel. Zij droegen hierbij een gordel en een botsing heeft zich dankzij het harde remmen niet voorgedaan. Verzoekers stellen letselschade te hebben geleden en vorderen een verklaring voor recht dat causaal verband bestaat tussen het incident en hun klachten. De medisch adviseurs van zowel Achmea (de WAM-verzekeraar) als verzoekers zijn het er over eens dat er sprake is van pre-existente problematiek en dat het causaal verband niet eenvoudig kan worden vastgesteld. Er

VR 2016/091 Wijziging Wet schadefonds geweldsmisdrijven

Artikel
VR 2016/91 Wijziging Wet schadefonds geweldsmisdrijven De Tweede en Eerste Kamer hebben ingestemd met het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter uitbreiding van de mogelijkheid van uitkering aan nabestaanden. De wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (hierna: de Wet) regelt een uitbreiding voor nabestaanden van slachtoffers van dood door schuld en een uitbreiding van de indieningstermijn van aanvragen in het algemeen

VR 2016/78 Het medisch beoordelingstraject bij letselschade; een aantal onderwerpen nader uitgediept

Artikel
VR 2016/78 Het medisch beoordelingstraject bij letselschade; een aantal onderwerpen nader uitgediept Inzage in medische adviezen, de professionele standaard van de medisch adviseur en het blokkeringsrecht Mr. dr. A. Wilken * * Docent-onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam en op 9 oktober 2015 gepromoveerd op een proefschrift getiteld ‘Het medisch beoordelingstraject bij letselschade. Verslag van een juridisch handelingsonderzoek’. 1. Inleiding Op 9 oktober 2015 promoveerde ik aan De Vrije Universiteit Amsterdam (VU) op een onderzoek naar mogelijkheden ter verbetering van het medisch

VR 2016/18 Mediation. Dé oplossing in letselschadezaken?

Artikel
VR 2016/18 Mediation Dé oplossing in letselschadezaken? Mr. G.M. van Wassenaer * * Redacteur van Verkeersrecht, advocaat te Haarlem en NfM mediator. 1. Inleiding Mediation in de letselschadepraktijk staat volop in de belangstelling. Sinds het Verbond van Verzekeraars op 10 juli 2012 een aanbeveling deed om mediation aan te bieden in letselschadezaken die langer dan 3 jaar lopen 1), is een duidelijk stijgende lijn zichtbaar in het aantal letselschadezaken dat via mediation wordt afgewikkeld. 2) 3) In 2013 heeft het toenmalig tweede kamerlid Ard van de Steur (thans minister van Veiligheid en

VR 2016/17 Vergoeding voor letselschade: fiscaal (on)belast?

Artikel
VR 2016/17 Vergoeding voor letselschade: fiscaal (on)belast? Mr. drs. E. (Erwin) Breedveld * * Als gerechtsauditeur verbonden aan het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel. 1. Inleiding Degene die bij een verkeersongeval – waarvoor een ander aansprakelijk is – gewond raakt, beschikt over een schadevergoedingsvordering. De schadevergoeding bevat doorgaans verschillende bestanddelen. Te onderscheiden zijn bijvoorbeeld een vergoeding voor een medische behandeling, reparatiekosten of een vergoeding voor belastingschade. Voor zover door het