letselschade

VR 2020/163 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Doorrijden na ongeval. Strafmaat en mediation.

Jurisprudentie
De verdachte, bestuurder van een personenauto, was al rijdend zoekende naar een asbak, waarvan hij dacht dat die misschien bij of onder de rechter passagiersstoel was gevallen. In plaats van goed op de weg te letten, was hij daarmee bezig. Dit heeft er toe geleid dat hij op de verkeerde weghelft is beland, waar op dat moment het slachtoffer, mevrouw X, aan het oversteken was. Vervolgens heeft de aanrijding met haar plaatsgevonden. Het letsel dat mevrouw X hieraan heeft overgehouden kwalificeert de rechtbank, gezien de aard, de ernst en de langdurigheid van het herstel ervan, als zwaar

VR 2020/161 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Straf.

Jurisprudentie
De verdachte is de rotonde opgereden via een weghelft die bedoeld was voor het verkeer van de tegengestelde richting en is zonder te stoppen voor de haaientanden de rotonde vlot overgereden (eigen waarneming van de beelden door het hof ter terechtzitting in hoger beroep). Daarbij heeft hij zijn snelheid niet aangepast aan de onoverzichtelijke en drukke situatie ter plaatse en is hij zonder oplettend te zijn of er zich verkeer bevond op de rotonde met diezelfde snelheid rechtsaf geslagen zonder richting aan te geven en zonder voorrang te geven aan de op de rotonde rijdende fietsster. Met dit

VR 2020/159 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Rijden onder invloed. Straf.

Jurisprudentie
De verdachte heeft onder invloed van alcohol een auto bestuurd, is zonder aanwijsbare oorzaak op de verkeerde weghelft terecht gekomen en heeft een frontale aanrijding veroorzaakt. Deze omstandigheden, in samenhang bezien, leiden tot het oordeel dat de verdachte zich als verkeersdeelnemer 'aanmerkelijk onvoorzichtig' heeft gedragen. Het hof acht voorts bewezen dat verdachte door het gebruik van alcohol niet tot behoorlijk sturen in staat moest worden geacht zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de WVW 1994. Bij het ongeval hebben de slachtoffers zwaar lichamelijk letsel opgelopen

VR 2020/142 Twee aanrijdingen; causaal verband; voorschot wegens studievertraging.

Jurisprudentie
A is in 2016 tweemaal een ongeval overkomen. Op 21 maart is A, toen zij in haar auto reed, van de zijkant aangereden door een auto die ingevolge de WAM verzekerd was bij B. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Op 20 juli is A, toen zij in haar auto reed, van achteren aangereden door een auto die ingevolge de WAM verzekerd was bij C. C heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van dit ongeval erkend. Na het ongeval/de ongevallen ervaart A onder meer hoofdpijn, vergeetachtigheid en concentratieproblemen. Ten tijde van het eerste ongeval zat A in het tweede jaar van

VR 2020/140 Letselschade; noodzakelijke verhuizing; verzekeraar moet aangepaste woning financieren.

Jurisprudentie
In 2007 is fietser A aangereden door fietser B. De aansprakelijkheidsverzekeraar van B (C) heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. A heeft als gevolg van de aanrijding letsel aan zijn knie opgelopen, waardoor hij binnenshuis gebruik moet maken van krukken en een rollator. De krukken en de rollator zijn voor A fysiek belastend. Een door partijen ingeschakelde deskundige (X) heeft geconstateerd dat de huidige woning van A niet rolstoel toe- en doorgankelijk kan worden gemaakt. X heeft een overzicht opgesteld van woningen die passend (te maken) zijn met daarbij een indicatie van de

VR 2020/139 Letselschade; voorschotten voldoende; geen vergoeding buitengerechtelijke kosten.

Jurisprudentie
Een ondernemer (A) is betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Hij is als bestuurder van een bestelwagen van achteren aangereden door een auto. Sinds het ongeval ondervindt A nek- en rugklachten, tintelingen in zijn arm, hoofdpijn etc. B heeft als WAM-verzekeraar van de auto aansprakelijkheid voor het ongeval erkend en aan A € 7.000 aan voorschotten betaald en € 7.740,08 aan buitengerechtelijke kosten. In conventie vordert B een verklaring voor recht dat zij niets meer aan A is verschuldigd. In reconventie vordert A dat B wordt gelast mee te werken aan het inschakelen van een rekenkundige

VR 2020/132 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Zeer onvoorzichtig en onoplettend.

Jurisprudentie
De verdachte heeft op 9 september 2018 een ernstig verkeersongeval veroorzaakt. Hij heeft met zijn auto op een oversteekplaats een voetganger en een fietsster aangereden. Verdachte reed harder dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 50 kilometer per uur en hij heeft zijn snelheid bij het naderen van de oversteekplaats niet verminderd. Dit terwijl kort vóór en ten tijde van de aanrijding op het fietspad langs de weg en op de oversteekplaats een (bijna) constante stroom van fietsers reed, in verband met een publieksevenement. De verkeerssituatie was overzichtelijk en de fietsers waren

VR 2020/122 Schade in verband met zorg door partner van benadeelde.

Jurisprudentie
In juni 2009 is verzoeker met een mes in de borstkas gestoken. Tijdens de behandeling in het ziekenhuis in Rotterdam is als gevolg van het inbrengen van een Flexi-Seal (systeem voor de opvang van ontlasting) een perforatie van de darm ontstaan, waardoor er een buikvliesontsteking ontstond en er blijvend een stoma dient te worden aangebracht. Prof. dr. J.G. van der Hoeven heeft als deskundige een rapport uitgebracht over de juistheid van de medische behandeling en heeft gerapporteerd dat de behandelaars de darmperforatie eerder hadden moeten ontdekken. Verweerster heeft naar aanleiding van het

VR 2020/69 Verkeersongeval; afwijzing verzoek; geen consistent, consequent en samenhangend patroon van klachten.

Jurisprudentie
Verzoeker is op 2 oktober 2004 als bestuurder van een auto betrokken geraakt bij een aanrijding met een andere auto, waarbij de auto van verzoeker in de flank werd aangereden. Euro Insurance is de WAM-verzekeraar van de bestuurder van de andere auto. Euro Insurance heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van de aanrijding erkend. Op 28 juli 2016 is op gezamenlijk verzoek van partijen een neurologische expertise uitgebracht door een neuroloog. Verzoeker verzoekt voor recht te verklaren dat hij een blijvend patroon van klachten heeft zoals genoemd door de neuroloog in zijn rapport van 18 juli

VR 2020/68 Aanrijding 13-jarige hardloopster; blijvende invaliditeit; berekening arbeidsvermogensschade.

Jurisprudentie
Op 2 februari 2012 is verzoekster, geboren op 19 maart 1998, tijdens het hardlopen met hoge snelheid van achteren aangereden door een personenauto. Goudse was ten tijde van het ongeval de WAM-verzekeraar van de personenauto. Goudse heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Als gevolg van het ongeval heeft verzoekster ernstig letsel opgelopen. Het percentage blijvende invaliditeit gehele persoon op neurologisch gebied is 62% en dat op orthopedisch gebied 32%. Verzoekster verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat bij de becijfering van de arbeidsvermogensschade