parkeerverbod

VR 2018/14 Parkeren. Kruispunt.

Jurisprudentie
Een redelijke uitleg van artikel 24, eerste lid, aanhef en onder a, RVV 1990 brengt naar het oordeel van het hof mee dat het verbod om binnen vijf meter van een kruispunt te parkeren gelding heeft voor de weg zoals opgenomen in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

VR 2017/157 Parkeerverbod. Onderbord.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “parkeren op een parkeergelegenheid met ander doel dan aangegeven wijze”. De betrokkene ontkent niet dat hij het voertuig met genoemd kenteken op de in de beschikking vermelde tijd en plaats heeft geparkeerd. Hij is van opvatting dat hij daar ingevolge het bord E4 mocht parkeren en dat het onderbord met de tekst "opladen elektrische personenauto's" slechts een informatieve functie heeft en geen parkeerverbod inhoudt voor andere categorieën voertuigen. De betrokkene

VR 2017/156 Voor parkeren bestemd weggedeelte.

Jurisprudentie
De betrokkene had zijn voertuig geparkeerd naast de rijbaan van de Oostburgstraat te Almere op een met klinkers belegde strook. De wijze van bestrating wijkt af van die van het wegdek en van het naastgelegen trottoir. Aan weerszijden van de strook is door middel van lichtgekleurde stenen een stippelmarkering aangebracht. Tussen de rijbaan en de strook ligt een schuine band die kennelijk is bedoeld om de strook toegankelijk te maken voor voertuigen. Langs een deel van de strook bevinden zich bosschages. Hieruit volgt dat de betrokkene zijn voertuig heeft geparkeerd op een daartoe bestemd

VR 2017/155 Schriftelijke machtiging. Verzuim. Parkeerverbod.

Jurisprudentie
Op grond van artikel 2:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), kan een beroepsgerechtigde zich in de fase van het beroep bij de officier van justitie laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde. Uit het tweede lid van deze bepaling volgt dat van een gemachtigde kan worden verlangd dat hij een schriftelijke machtiging overlegt. Dit betekent dat, indien de officier van justitie een machtiging verlangt, op dat moment reeds sprake is van verzuim. Ingevolge het bepaalde in artikel 6:6 Awb kan het beroep vervolgens niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener van

VR 2017/154 Parkeerverordening. Verbindendheid.

Jurisprudentie
Een parkeerverbod als neergelegd in art. 7 lid 1, aanhef en onder a, van de Parkeerverordening 2010 van de gemeente Sittard-Geleen heeft dezelfde strekking als het parkeerverbod in art. 24 lid 1, aanhef en onder g, RVV 1990. Beide bepalingen dienen het belang van het reguleren van parkeervoorzieningen. Voor gemeentelijke verbodsbepalingen die dezelfde materie regelen als het RVV 1990 bestaat geen ruimte. Genoemd art. 7 is dus onverbindend.

VR 2017/153 Parkeerverbod. Indiening aanvullende stukken.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “parkeren in strijd met parkeerverbod/parkeersverbodszone (bord E1)”. De officier van justitie heeft ter zitting gegevens, zijnde schermafdrukken van Google Maps, aan de kantonrechter aangeboden. De kantonrechter oordeelde dat het op dat moment niet meer mogelijk was voor de officier van justitie om stukken in het geding te brengen en aan het dossier toe te voegen, en dat al ware dit toegelaten, gegevens van Google Maps niet in de beoordeling meegenomen kunnen worden. Vervolgens

VR 2017/152 Reikwijdte parkeerverbod. Berm. Buiten bebouwde kom.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “parkeren in strijd met parkeerverbod (bord E1) (al dan niet in een zone)”. Betrokkene stond buiten de bebouwde kom geparkeerd in de berm. De Nota van Toelichting op artikel 10 van het RVV 1990 en de beperking die het derde lid van artikel 65, derde lid, van het RVV 1990 aanbrengt op de reikwijdte van de gelding van de borden E1, E2 en E3 van de bijlage 1 van het RVV 1990, leiden tot de conclusie dat het bord E1 niet verbiedt om in de berm te parkeren.

VR 2017/111 Parkeerverbod.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “parkeren in strijd met parkeerverbod (bord E1) (al dan niet in een zone)”. De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking vernietigd. Hiertoe heeft de kantonrechter overwogen dat de gemachtigde het voertuig van de betrokkene had geparkeerd in de berm in een gebied waar verkeersbord E1 gold en dat ingevolge het Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens een verkeersbord slechts gelding kan hebben voor de rijbaan, zodat niet is

VR 2017/20 Parkeren. Uitleg onderbord.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “Voertuig parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder parkeervergunning”. De betrokkene ontkent niet dat hij zonder vergunning heeft geparkeerd maar stelt dat dit niet verboden was. Hij voert daartoe aan dat de werking van het verkeersbord met betrekking tot de parkeerzone voor vergunninghouders is opgeheven doordat er bij de betreffende parkeerplaats een bord staat waaruit volgt dat die parkeerplek tussen 18.00 en 24.00 uur is bestemd voor mindervaliden. Niet betwist is dat de betreffende