schadevergoeding

VR 2019/182 Wettelijke rente over smartengeld wegens letsel

Artikel
VR 2019/182 Wettelijke rente over smartengeld wegens letsel Pleidooi voor een consistent uitgangspunt Mr. dr. M.R. Hebly * * Universitair docent bij de sectie Burgerlijk recht van de Erasmus School of Law, Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze bijdrage bouwt in belangrijke mate voort op zijn proefschrift Schadevaststelling en tijd (Den Haag: Boom juridisch 2019), waarin de rol van de factor tijd bij vaststelling van schade centraal staat. Met dank aan Janou Kempkes voor onderzoeksassistentie ten behoeve van dit artikel. 1. Inleiding In deze bijdrage wordt bepleit dat de vaststelling van

VR 2019/159 Zorgvuldig procederen in letselschadezaken

Artikel
VR 2019/159 Zorgvuldig procederen in letselschadezaken 1) Prof. mr. Carla J.M. Klaassen * * Hoogleraar burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen en bijzonder hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit van Curaçao. 1. Inleiding Het is me een genoegen enkele gedachten met u te mogen delen over zorgvuldig procederen in letselschadezaken. Bij voorbaat zij opgemerkt dat dit niet slechts loftuitingen betreffen. Immers, de letselschadepraktijk biedt bij uitstek voorbeelden van gevallen waarin hetgeen dat gebeurt procesrechtelijk ontoelaatbaar wordt geoordeeld

VR 2019/74 Regres op veroorzaker schade, schadestaat envaststellingsovereenkomst.

Jurisprudentie
Geïntimeerde heeft op 13 januari 2013 als bestuurder van een voertuig een ongeval veroorzaakt. Bij het ongeval was ook het voertuig van de heer B betrokken. Ten tijde van het ongeval was ten aanzien van het voertuig bestuurd door geïntimeerde een aansprakelijkheidsverzekering van kracht bij verzekeraar Bovemij. De verzekeraar is aangesproken tot betaling van door B geleden schade. Namens B is een voorlopige schadestaat opgesteld met een totaal te vorderen bedrag van € 25.418,28. Enige maanden later is tussen de verzekeraar en B een vaststellingsovereenkomst gesloten. Op grond daarvan heeft de

VR 2019/49 Over verdeling van een verzekerde som

Artikel
VR 2019/49 Over verdeling van een verzekerde som Een terugblik op schadeafwikkeling na het schietincident in Alphen aan den Rijn in de vorm van een interview Prof. mr. S.D. Lindenbergh * * Hoogleraar privaatrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam. Op zaterdag 9 april 2011 schoot een jongeman in een winkelcentrum in Alphen aan den Rijn zes mensen dood en verwondde een groot aantal anderen. Na zijn daad beroofde hij zichzelf van het leven. Verschillende personen leden hierdoor verschillende soorten schade: nabestaanden, lichamelijk gewonden, psychisch getroffenen, ondernemers. Een aantal van hen

VR 2018/157 Vererft de vordering tot smartengeld van het slachtoffer van verkrachting en moord?

Artikel
VR 2018/157 Vererft de vordering tot smartengeld van het slachtoffer van verkrachting en moord? Prof. mr. A.J. Verheij * * Hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder het verbintenissenrecht, Rijksuniversiteit Groningen. Hoofdredacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding Deze vraag moet op het eerste gezicht ontkennend worden beantwoord. Art. 6:106 lid 2 BW bepaalt immers in de tweede zin dat voor overgang onder algemene titel “voldoende [is] dat de gerechtigde aan de wederpartij heeft medegedeeld op de vergoeding aanspraak te maken.” Hoewel het woord ‘voldoende’ wellicht anders suggereert, gaat het

VR 2018/156 De wet affectieschade in werking

Artikel
VR 2018/156 De wet affectieschade in werking Prof. mr. S.D. Lindenbergh * * Hoogleraar privaatrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit is de tekst van een voordracht gehouden tijdens het op 20 september 2018 in Den Haag gehouden symposium ‘De wet affectieschade’. De auteur dankt Arno Akkermans, Ton Hartlief, Marnix Hebly en Femke Ruitenbeek voor hun waardevolle opmerkingen bij een eerdere versie van deze tekst. 1. De ‘lex Frenk’ Wie terugblikt op het ruim vijftien jaar durende wetgevingsproces van het wetsvoorstel affectieschade, kan eigenlijk alleen maar omzien in verwondering. 1) Wie had

VR 2018/155 De wet vergoeding affectieschade

Artikel
VR 2018/155 De wet vergoeding affectieschade De weg naar het Staatsblad Mw. mr. L. van Hoppe * * Raadadviseur bij de sector privaatrecht van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel. 1. Inleiding: de lange weg naar de vergoeding van affectieschade Eindelijk is het wetsvoorstel aanvaard dat een vergoeding van affectieschade in het Nederlandse recht mogelijk maakt. 1) De vergoeding betreft smartengeld voor naasten . Het is een vergoeding van nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, maar in

VR 2018/130 Joyriding.

Jurisprudentie
Geïntimeerde heeft in een auto die toebehoorde aan appellante gereden zonder haar toestemming. Hij heeft daarbij een verkeersongeval veroorzaakt waarbij schade is ontstaan aan de auto. Appellante heeft hem aangesproken tot vergoeding van deze schade ad € 7.849,67. De vorderingen zijn in eerste aanleg afgewezen. Naar het oordeel van het hof heeft appellante voldoende aannemelijk gemaakt dat de auto haar eigendom was. Niet in geschil is dat geïntimeerde zonder haar toestemming in de auto heeft gereden en dat hij daarbij een verkeersongeval heeft veroorzaakt waarvoor niemand anders

VR 2018/78 Schadevergoeding na een terroristische aanslag

Artikel
VR 2018/78 Schadevergoeding na een terroristische aanslag Een verkenning Prof. mr. S.D. Lindenbergh * * Hoogleraar privaatrecht aan de Erasmus School of Law, hoofdredacteur van Verkeersrecht. Verschillende terroristische aanslagen, waaronder aanslagen met auto’s en andere voer- of (lucht)vaartuigen, hebben in de afgelopen jaren forse schade veroorzaakt. Het dreigingsniveau voor een terroristische aanslag in Nederland is ‘substantieel (niveau 4)’, het één na hoogste niveau. 1) Dat betekent dat een kans op een dergelijke aanslag reëel is. Doet zich in Nederland een aanslag voor, dan zal de vraag

VR 2017/103 Nieuwe richtlijn pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen: veranderingen in aansprakelijkheidsregime?

Artikel
VR 2017/103 Nieuwe richtlijn pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen: veranderingen in aansprakelijkheidsregime? Mr. Janneke Kruijswijk Jansen * * Advocaat bij Kennedy Van der Laan te Amsterdam. Sinds lange tijd bestaat binnen de EU een specifiek regime van reizigersbescherming voor pakketreizen, dat wil zeggen reizen die als pakket zijn verkocht en die bestaan uit ten minste twee reisdiensten, zoals vervoer, accommodatie, of een andere toeristische dienst. Op 11 december 2015 is een nieuwe – aanzienlijk uitgebreidere – richtlijn op het gebied van pakketreizen vastgesteld, Richtlijn (EU)