snelheidsovertreding

VR 2019/127 Snelheidsovertreding. Meetplaats. Afstand.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “overschrijding maximumsnelheid binnen bebouwde kom, met 30 km/h”. De gemachtigde voert aan dat een juiste meting niet mogelijk was omdat de meting is verricht op een bochtige weg. Daarnaast kan de nauwkeurigheid van een lasermeting niet worden gegarandeerd indien de meting plaatsvindt onder een viaduct. De gemachtigde voert verder aan dat artikel 2.2 van de Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers (hierna: de Aanwijzing) is geschonden, nu de verbalisant en

VR 2019/094 Twee overtredingen. Staande houden.

Jurisprudentie
Twee snelheidsovertredingen kort na elkaar. De betrokkene heeft de tweede snelheidsovertreding begaan toen hij wegreed nadat hij was staandegehouden voor de eerdere snelheidsoverschrijding. Nu gelet op de direct voorafgaande staandehouding bij de verbalisant bekend was wie de bestuurder was en de bestuurder erop gewezen was dat hij niet nogmaals te snel moest rijden, kon de verbalisant in deze situatie de sanctie opleggen aan de betrokkene als bestuurder van het voertuig zonder hem opnieuw staande te houden.

VR 2018/142 Telefonisch horen. Redelijke termijn.

Jurisprudentie
In de onderhavige zaak is er door de betrokkene van afgezien gebruik te maken van de geboden mogelijkheid om telefonisch te worden gehoord, nu hij in persoon wenste te worden gehoord. Gelet op de wetsgeschiedenis van de Awb moet worden vastgesteld dat telefonisch horen in beginsel geen volwaardig alternatief is voor een hoorzitting. Er is niet gebleken dat de officier van justitie met de betrokkene tot overeenstemming was gekomen over telefonisch horen ter vervanging van de wettelijk voorgeschreven hoorzitting. Gelet hierop kan aan de omstandigheid dat de betrokkene niet heeft verzocht om te

VR 2018/126 Bekeuring op kenteken. Fietsendrager.

Jurisprudentie
Het kenteken op de op de auto bevestigde fietsendrager verschilt van dat op de auto. Doorgaans zal de sanctie in zaken als de onderhavige kunnen worden opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken op de fietsendrager in het kentekenregister is ingeschreven, nu dat kenteken overeen dient te komen met het kenteken van het voertuig waarop die fietsendrager is bevestigd. In de onderhavige zaak is echter gebleken dat het kenteken van het voertuig waarmee de gedraging is verricht niet overeenkomt met het kenteken op de fietsendrager. Het hof stelt dan ook vast dat de gedraging niet met het

VR 2018/86 Snelheidsmeting. Termijn verweerschrift.

Jurisprudentie
Er was een snelheidsmeting verricht door middel van daartoe goedgekeurde meetapparatuur. De radar is ingebouwd in het voertuig waarbij de metingen worden verricht met afscherming tussen antennehuis en gemeten voertuig. De afscherming bestaande uit een kunststof kentekenplaat/kunststof achterruit is in de keuring betrokken geweest. Blijkens de NMi-verklaring voldeed de snelheidsmeter aan de Concept voorschriften meetmiddelen politie. Het hof ziet derhalve geen aanleiding om consequenties te verbinden aan de omstandigheid dat in strijd met de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 2000

VR 2018/38 Dodelijk ongeval. Opzet? Roekeloosheid? Schuld? Psychose door
drugsgebruik. Straf.

Jurisprudentie
Verdachte reed met een zeer hoge snelheid over de A2 (gemiddeld 217 kilometer per uur). Met deze zeer hoge snelheden reed verdachte afwisselend over de meest linker rijstrook en over de vluchtstrook. Rijdend over de vluchtstrook haalde hij andere verkeersdeelnemers in. Van remmen tijdens die inhaalmanoeuvres is niet gebleken. Vlak voor de plek van de botsing was sprake van een vermindering van het aantal rijstroken en eindigde de vluchtstrook door middel van een verdrijvingsvlak. Borden aan de kant van de weg, pijlen op het wegdek en het verdrijvingsvlak lieten zien dat de vermindering van het

VR 2018/16 Opvragen van stukken. Termijn. Ambtsedig proces-verbaal.Onschuldpresumptie.

Jurisprudentie
De gemachtigde heeft verzocht om toezending van stukken als bedoeld in artikel 7:18, vierde lid, van de Awb. Gelet daarop had de officier van justitie ervoor dienen te zorgen dat de gemachtigde de beschikking kreeg over het zaakoverzicht en de foto van de gedraging teneinde binnen een nader te stellen termijn de gronden van het beroep te kunnen aanvoeren. In WAHV-zaken biedt de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. De enkele omstandigheid dat in de beschikking is vermeld dat een "overtreding" is begaan

VR 2017/158 Overschrijding termijn art. 11 lid 1 WAHV. Bord A1.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “Overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 11 km/h (verkeersbord A1)”.De stukken zijn niet binnen de bij artikel 11, eerste lid, van de WAHV gestelde termijn naar de rechtbank verzonden. In vaste jurisprudentie heeft het hof bepaald dat in de wet geen sanctie is gesteld op de overschrijding van deze termijn en dat er geen reden is om aan de termijnoverschrijding gevolgen te verbinden wanneer niet blijkt dat de betrokkene hierdoor in enig rechtens te respecteren

VR 2017/34 Trajectcontrole A2. Landelijk ingevoerde maximumsnelheid.

Jurisprudentie
Administratieve sancties ter zake van overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen verricht op de Trajectcontrole A2. Per 1 september 2012 is landelijk de maximumsnelheid ingevoerd van 130 km/h op autosnelwegen. Deze verhoging is niet doorgevoerd aan beide zijden van de A2 tussen Vinkeveen en Maarsen. Op dit traject bleef, per 1 september 2012, gedurende de dag 100 km/h de maximum toegestane snelheid. Op 1 december 2012 is op dit traject een dynamische maximumsnelheid ingevoerd (Staatscourant van 30 november 2012, nr. 24723). Dit houdt in dat tussen 19:00 uur en 06:00 uur de

VR 2016/145 Snelheidsovertreding. Wegvak. Redelijke termijn. Reiskosten.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een bestuurlijke sanctie opgelegd ter zake van “overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 22 km/h (verkeersbord A1)”. De stelling van de betrokkene dat bij elke samenvoeging van wegen opnieuw een verkeersbord met de toegestane maximumsnelheid moet worden geplaatst, is in zijn algemeenheid onjuist. Vooropgesteld wordt dat in juridische zin geldt dat de door middel van bord A1 van bijlage I bij het RVV 1990 aangegeven maximumsnelheid blijft gelden tot het punt waarop op grond van een ander verkeersbord een nieuwe