toerekenbaarheid

VR 2024/89 Leidt de fout van een groepsgenoot tot eigen schuld van de benadeelde?

Artikel
Een groep hardlopers traint in groepsverband in de buitenlucht. Zij zetten een circuitje aan oefeningen uit over de gehele breedte van een geasfalteerde rijweg. Naast de rijweg bevindt zich een grasberm. Een fietser rijdt over de rijweg, ziet dat de hardlopers de rijweg (grotendeels) blokkeren en besluit om hen rechts via de berm te passeren. Als de fietser over de berm rijdt, komt hij in aanrijding met één van de hardlopers, die aan de rechterzijde van de rijweg hardloopoefeningen aan het doen was en zich op dat moment omkeerde om via de berm terug te lopen naar het begin van het circuit. De hardloper loopt als gevolg van de aanrijding schade op. Hij spreekt de fietser aan tot schadevergoeding. De fietser beroept zich op eigen schuld en voert daartoe aan dat hij genoodzaakt was om over de berm te rijden, omdat de hardlopers de rijweg blokkeerden. De vraag die daarmee rijst, is of het gedrag van andere personen uit de hardloopgroep aan de benadeelde kan worden toegerekend. De rechtbank Midden-Nederland achtte dit in een uitspraak in deelgeschil mogelijk, maar motiveerde die beslissing niet uitvoerig. In dit artikel bespreken wij in meer algemene zin wanneer, en waarom, gedrag van andere groepsgenoten eigen schuld van de benadeelde groepsgenoot kan opleveren.

VR 2024/22 Kopstaartbotsing. Voertuigschade. Total loss. Geen onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Op 13 augustus 2019 vond er een kopstaartbotsing plaats op de N59 tussen een Opel Corsa van Directlease, bestuurd door mevrouw X, en een Opel Combo Van, bestuurd door gedaagde sub 1. De botsing gebeurde op de N59 tussen de zijweg naar Sint-Philipsland en hectometerpaal 32.4, in de richting van Bruinisse. De N59 is een voorrangsweg met één baan buiten de bebouwde kom, waar ter hoogte van de kruising een maximumsnelheid van 70 km per uur geldt. Vlak voor en na de kruising geldt een maximumsnelheid van 100 km per uur. Er is een uitvoegstrook vanaf de N59 om af te slaan naar de zijweg en deze is

VR 2024/01 Het Verstekeling-arrest revisited

Artikel
VR2024-1_illu
In deze bijdrage staat centraal het bekende Verstekeling-arrest (HR 27 januari 1984, NJ 1984, 536, m.nt. W.C.L. van der Grinten). Daarin oordeelde de Hoge Raad kort gezegd dat een bestuurder die een verkeersfout maakt waardoor zijn auto over de kop slaat, niet aansprakelijk is jegens een meerijdende verstekeling aangezien de bestuurder niet op diens aanwezigheid bedacht hoefde te zijn. Dit arrest staat tot op de dag van vandaag zonder veel commentaar in de handboeken. In deze bijdrage wordt verdedigd dat de uitspraak in Verstekeling inhoudelijk aanvechtbaar is en dat het bovendien valt te betwijfelen of zij nog geldend recht is in het licht van in 2022 gewezen shockschade arrest.

VR 2023/101 Over schuld, schulduitsluiting en aansprakelijkheid

Artikel
De bovenstaande uitroep vormt de allereerste zin van het proefschrift dat ik begin 2022 heb verdedigd. In het onderzoek stond de rechtvaardiging van – op het eerste gezicht – onrechtmatig optreden centraal. En van daaruit ging het onderzoek, de zojuist geciteerde aansporing indachtig, terug naar de onrechtmatige daad. Het leidde langs de scheidslijn van rechtmatige en onrechtmatige daad, de invloed van een voorafgaande gedraging op de onrechtmatigheid, de betekenis van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit voor het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht, overwegingen over de leer-Smits, tot beschouwingen over de invloed van een mogelijk gerechtvaardigde gedraging op het oordeel over de onrechtmatigheid en de omvang van de schadevergoedingsplicht. Bijna terloops kwam ook het begrip schuld aan de orde – eveneens mede bezien vanaf de “andere kant”: daar waar de schuld niet (meer) aangenomen wordt, namelijk bij de aanwezigheid van schulduitsluitingsgronden. Bij de bespreking van dat thema ging ik na wat de beschouwing van de schulduitsluitingsgronden kon bijdragen aan het begrijpen van het leerstuk schuld. De redactie van Verkeersrecht verzocht mij om een van de thema’s uit mijn proefschrift te bewerken tot een artikel. Aan die wens voldoe ik graag en ik neem de kans te baat om nogmaals stil te staan bij het thema Schuld.

VR 2023/92 Dubbele beenbreuk bij voetbalwedstrijd. Onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Op zondag 4 mei 2014 speelde appellant een voetbalwedstrijd met zijn team Odin 3 tegen het team VSC 4, waarin geïntimeerde speelde. Tijdens de wedstrijd maakte geïntimeerde een sliding tackle op appellant, waardoor appellant een ernstige dubbele beenbreuk opliep. De scheidsrechter, tevens voorzitter van Odin, gaf geïntimeerde na afloop van de wedstrijd een rode kaart vanwege een buitensporige overtreding. De scheidsrechter vulde verschillende rapporten in waarin hij de overtreding van geïntimeerde en de gevolgen daarvan beschreef. De toen aanwezige grensrechter heeft eveneens een schriftelijke

VR 2020/134 Schietincident Alpen aan den Rijn: aansprakelijkheid, relativiteit, condicio sine qua non-verband en toerekenbaarheid?

Jurisprudentie
Op zaterdag 9 april 2011 heeft een schutter in en rond het winkelcentrum 'de Ridderhof' in Alphen aan den Rijn met vuurwapens op mensen geschoten. Er werden zes mensen gedood en zestien mensen verwond. Verweerders zijn slachtoffers dan wel nabestaanden, ooggetuigen en winkeliers van wie eigendommen bij het schietincident zijn beschadigd. Onderdeel 1 bestrijdt het oordeel van het hof dat de door de korpschef bij de verlening van het verlof geschonden norm mede tot doel heeft om de burger in zijn individuele belang te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van het gebruik van een vuurwapen (op

VR 2020/23 Per ongeluk

Artikel
VR 2020/23 Per ongeluk Hoe slimme mensen domme dingen kunnen doen Liesbeth Vink * * Jurist, psycholoog en kunsthistoricus. Werkzaam als hoofddocent/onderzoeker Security bij de Aviation Academy van de Hogeschool van Amsterdam en als docent Veiligheid & Recht bij Integrale Veiligheidskunde aan de Haagse Hogeschool. Een korte beschouwing aan de hand van mijn proefschrift over psychologische en juridische aspecten van het veroorzaken van en oordelen over ongevallen. 1) Inleiding Dodehoekspiegels hebben tot dusver niet kunnen voorkomen dat er fietsers om het leven komen doordat ze door afslaande

VR 2019/78 Aansprakelijkheid ballonvaarder voor overlijden van
papegaaien?

Jurisprudentie
Eiser woont in een woning die is gelegen op een aan hem toebehorend bosperceel en houdt daar hobbymatig papegaaien. Gedaagde is luchtballonvaarder. Op zaterdag 11 en zondag 12 maart 2017 nam hij deel aan een ballonvaart in wedstrijdvorm. De vraag die centraal staat is of de luchtballonvaarder aansprakelijk is voor het overlijden van drie papegaaien van eiser. Volgens de rechtbank is er sprake van een onrechtmatige daad van gedachte jegens eiser. Als de papegaaien zijn komen te overlijden ten gevolge van het overvaren met de luchtballon door gedaagde, dan heeft gedaagde hiermee inbreuk

VR 2019/61 Verkeersongeval, juridische toerekenbaarheid.

Jurisprudentie
Eiser is op een motor in botsing gekomen met een door X bestuurde en bij Unigarant verzekerde auto. Eiser reed op een kruising rechtdoor; X kwam uit de tegenovergestelde richting, sloeg linksaf en verleende eiser daarbij geen voorrang. Unigarant stelt dat X weliswaar een verkeersfout heeft gemaakt, maar dat haar die niet kan worden toegerekend omdat eiser door zijn verkeersgedrag (rechts inhalen met een te hoge snelheid) pas zichtbaar werd voor X op het moment dat zij een aanrijding niet meer kon voorkomen. De Rechtbank acht het op basis van getuigenverklaringen en een rapport van

VR 2019/59 Schietpartij Alphen aan den Rijn; aansprakelijkheid
toezichthouder; relativiteit; redelijke toerekening.

Jurisprudentie
Op zaterdag 9 april 2011 heeft X in en rond het winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn met vuurwapens op mensen geschoten, waarbij zes mensen zijn gedood en zestien mensen gewond zijn geraakt. X heeft daarna zelfmoord gepleegd. Appellanten zijn onder meer slachtoffers en nabestaanden van slachtoffers. Deze procedure gaat over de vraag of de Politieregio, de instantie die X een wapenvergunning heeft verstrekt, aansprakelijk is voor de door X veroorzaakte schade. Daarbij komen drie elementen aan de orde: - Onrechtmatigheid (art. 6:162 BW);- Relativiteit (art. 6:163 BW);- Causaal