Zoeken

12 resultaten gevonden

  1. VR 2023/67 Aanmerkelijke schuld in artikel 6 Wegenverkeerswet 1994 – wat is de maatstaf?

    Artikel
    ‘Voor schuld is meer nodig dan het veronachtzamen van de voorzichtigheid en oplettendheid die van een normaal oplettende bestuurder mag worden verwacht.' ‘De meetlat waarlangs het optreden van de bestuurder wordt gelegd, bestaat uit de eisen die aan de gemiddeld oplettende en verstandige weggebruiker mogen worden gesteld. Blijft de verdachte daarbij aanzienlijk achter, dan handelt hij met de door artikel 6 WVW vereiste schuld.’ ‘Voor de bewezenverklaring van dood door schuld is vereist dat de dader minder nagedacht heeft, minder wist, minder beleid aanwendde en minder oplettend was dan de mens in het algemeen.’ ‘Het is en blijft een hachelijke maatstaf die de rechter in deze ter beschikking staat, maar er is geen alternatief.’
  2. VR 2023/68 Handhaving van rijbewijssancties

    Column
    Meer en minder ernstig wangedrag in het verkeer leidt ertoe dat jaarlijks veel rijbewijshouders worden getroffen door een sanctie die ingrijpt op de rijbevoegdheid. Strafrechters veroordelen ieder jaar weer duizenden verkeerszondaars tot een ontzegging van de rijbevoegdheid. Door het CBR worden in het kader van de 'maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid' (art. 130 e.v. WVW 1994) jaarlijks duizenden rijbewijzen ongeldig verklaard. In 2022 verloren zo 12.105 rijbewijzen hun geldigheid (Jaarverslag CBR 2022, p. 36).
  3. VR 2023/69 Keskin en Wet Mulder zaken.

    Jurisprudentie

    Volgens de Hoge Raad moet gezien de zaak Keskin (o.a.) worden verondersteld dat de verdediging belang heeft bij het horen van een belastende getuige. Het hof dient te beoordelen wat de implicaties van de Keskin-jurisprudentie zijn voor procedures o.b.v. de Wahv. Administratieve sancties in de zin van de Wahv leveren in beginsel een 'criminal charge' in de zin van art. 6 EVRM op. Dit betekent niet dat alle waarborgen van art. 6 EVRM altijd ten volle gelden voor Wet Mulder zaken. Zaken die niet tot de harde kern van het strafrecht behoren, behoeven niet dezelfde striktheid in toepassing van de

  4. VR 2023/70 Uitzicht belemmerende onnodige voorwerpen. Feitcode.

    Jurisprudentie

    Uit de verklaring van de ambtenaar volgt dat de telefoonhouder zo was gemonteerd dat de telefoon voor het gezicht van de betrokkene kwam te staan. Hieruit blijkt voldoende dat het uitzicht werd belemmerd. Naar het oordeel van het hof heeft de ambtenaar de juiste feitcode(N420b) gebruikt, nu de telefoonhouder aan de voorruit was gemonteerd.

  5. VR 2023/71 Dood en zwaar lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend. Duisternis.

    Jurisprudentie

    De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het overtreden van artikel 6 WVW, door als bestuurder van een bestelauto aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te zijn geweest in het verkeer. Hij heeft rond 04.00 uur op straatnaam 1 gereden en tijdens het rijden - terwijl sprake was van afwijkend gebruik van voornoemde weg - onvoldoende gelet op de weg voor hem en op eventuele overige verkeersdeelnemers op die weg. Daardoor is een aanrijding ontstaan tussen het voertuig van de verdachte en een groep festivalgangers die op deze weg zat. Ten gevolge van deze aanrijding is slachtoffer 1 overleden

  6. VR 2023/72 Dood door schuld. Mate van schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig.

    Jurisprudentie

    De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het overtreden van artikel 6 WVW, door als bestuurder van een personenauto aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te zijn geweest in het verkeer. Hij is met een snelheid van ongeveer 70 kilometer per uur, daar waar 50 kilometer per uur was toegestaan, over de voor hem rechts gelegen doorgetrokken kantstreep gaan rijden en daardoor deels in de naast gelegen berm gekomen. Als gevolg daarvan heeft een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij hij het slachtoffer heeft aangereden en deze ten gevolge daarvan is overleden.

  7. VR 2023/73 Art. 6 WVW 1994. Vrijspraak.

    Jurisprudentie

    Verdachte wordt vrijgesproken van art. 6 WVW 1994. Volgens de rechtbank vereist de culpa uit art. 6 een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. In deze zaak meent de rechtbank dat er sprake is van een op zichzelf staande verkeersfout. De verdachte is namelijk een moment onoplettend geweest door in slaap te vallen. Vervolgens is hij tegen de auto voor hem gebotst. Deze fout is niet ernstig genoeg om hem het verwijt uit art. 6 toe te rekenen. Dit zou anders zijn geweest als het in slaap vallen voorzienbaar zou zijn geweest. Wel meent de rechtbank dat de verdachte art. 5 WVW 1994

  8. VR 2023/74 Dood door schuld. Zwaar lichamelijk letsel. Zeer onvoorzichtig rijgedrag.

    Jurisprudentie

    Verdachte is met twee wielen in de berm terechtgekomen en vervolgens door een stuurcorrectie naar rechts de weg opgeschoten, in een drift en slip geraakt en uiteindelijk over de kop geslagen, en aan de achterzijde van de weg ondersteboven in een greppel tot stilstand gekomen. Eén inzittende kwam om het leven en een andere inzittende liep een hoge dwarslaesie op. Verdachte reed tussen de 120,6 en 152,5 kilometer per uur waar 80 is toegestaan. Het hof acht bewezen dat verdachte zeer onvoorzichtig heeft gehandeld. De in eerste aanleg opgelegde taakstraf doet volgens het hof onvoldoende recht aan

  9. VR 2023/75 Dood en zwaar lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend. Enkel kort moment van onoplettendheid?

    Jurisprudentie

    De verdachte is met de door haar bestuurde auto op de rijbaan voor tegemoetkomend verkeer terechtgekomen met als gevolg een frontale botsing met de door slachtoffer 2 bestuurde auto. Slachtoffer 2 heeft daarbij zwaar lichamelijk letsel opgelopen en mevrouw (slachtoffer 1), die als passagier bij hem in de auto zat, is als gevolg van het ongeluk overleden. Provinciale wegen en zeker die waarbij de rijstroken voor het elkaar tegemoetkomende verkeer niet fysiek van elkaar zijn gescheiden, zoals op de N242 op de plaats van het ongeval het geval is, zijn wegen die vanuit verkeerstechnisch oogpunt

  10. VR 2023/76 (met noot) Dekking onder WAM of SVI? Uitleg polisvoorwaarden. Bestuurder ex art. 4 lid 1 WAM.

    Jurisprudentie
    Op 5 november 2016 is automobilist A een eenzijdig ongeval overkomen. Passagier D trok vanaf de achterbank aan de handrem, waardoor de auto in een dwarsslip terechtkwam en naast de rijbaan tegen een betonnen pilaar botste. A en zijn bijrijder B droegen geen gordel en werden uit de auto geslingerd. Zij raakten zeer ernstig gewond, als gevolg waarvan B is overleden en A hersenletsel oploopt. A wordt volledig arbeidsongeschikt verklaard. Passagiers C en D raakten licht gewond. In het bloed van A wordt alcohol en cocaïne aangetroffen. D wordt strafrechtelijk vervolgd. De auto was overeenkomstig de
  11. VR 2023/77 Verkeersongeval onder invloed van lachgas. Bijrijder had bestuurder lachgasballonnen aangereikt. Eigen schuld.

    Jurisprudentie

    Op 23 april 2020 is X als passagier van een personenauto betrokken geweest bij een verkeersongeval. De auto, bestuurd door Y, botste met hoge snelheid tegen een stilstaande pijlwagen. X stelt tijdens het rijden met lachgas gevulde ballonnen aan Y te hebben gegeven, op verzoek van Y, die Y vervolgens leeggezogen zou hebben. Y ontkent dit. X stelt de WAM-verzekeraar van Y, ASR, aansprakelijk. ASR wijst aansprakelijkheid af. Y wordt strafrechtelijk veroordeeld. X verzoekt dat de rechtbank, onder meer, bepaalt dat ASR aansprakelijk is voor de schade van X. De rechtbank bepaalt dat ASR voor 50%

  12. VR 2023/78 Ongeval tussen voetgangster en wielrenster. Causaliteitsverdeling.

    Jurisprudentie

    Op 3 juni 2022 heeft een ongeval plaatsgevonden. Terwijl X met haar familie en een bosadviseur op de openbare weg door de bossen wandelde, werd zij van achteren aangereden door wielrenster Y. Zij kwamen beiden ten val en liepen beiden letsel op. X verzoekt, onder meer, een verklaring voor recht dat Y aansprakelijk is, omdat Y art. 19 RVV zou hebben overtreden. Y doet een tegenverzoek en verzoekt een verklaring voor recht dat zij slechts aansprakelijk is voor 50% wegens eigen schuld van X, omdat X art. 4 RVV zou hebben overtreden. De rechtbank oordeelt dat Y voor 85% aansprakelijk is en

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!