Zoeken

7944 resultaten gevonden

  1. VR 2018/29 Deelgeschil; letselschade; ruzie op straat; geen WAM-schade.

    Jurisprudentie
    Verzoeker passeerde op de fiets de stilstaande bestelbus van verweerder sub 1. Tijdens het passeren heeft hij een klap op de bestelbus gegeven, omdat hij meende dat verweerder sub 1 een voor fietsers gevaarlijke situatie in het leven riep. Verweerder sub 1 heeft verzoeker daarop door het openstaande raam bij zijn mouw gepakt, waarna verzoeker zijn evenwicht verloor en tegen de bestelbus aanviel. Hij heeft daarbij letselschade aan zijn knie opgelopen. Verweerder sub 1 is strafrechtelijk veroordeeld voor dit incident. Hij heeft tegen dat vonnis weliswaar hoger beroep ingesteld, maar erkent de
  2. VR 2018/30 Letselschade door paard (art. 6:179 BW); aansprakelijkheid
    jegens echtgenoot.

    Jurisprudentie
    Verzoeker en verweerster (verzekerd bij Allianz) zijn echtgenoten. Zij bezaten een paard en een koets; verweerster had een koetsiersbewijs. Tijdens een rit in de koets heeft het (onrustig geworden) paard een ongeval veroorzaakt waarbij verzoeker onder meer tegen een auto is gedrukt en waarbij het rechterbeen van verzoeker is verbrijzeld. Verzoeker heeft zijn AVP-verzekeraar en de WAM-verzekeraar van de betrokken auto aangesproken, die beiden de claim hebben afgewezen. Verzoeker heeft voorts Allianz aangesproken op basis van een door verweerster afgesloten koetsiersverzekering. Allianz heeft
  3. VR 2018/31 Deelgeschil; aansprakelijkheid wegbeheerder; verzoek
    afgewezen.

    Jurisprudentie
    In opdracht van de gemeente Wageningen heeft een extern bedrijf op 2 mei dranghekken langs de weg gezet, die op 4 en 5 mei zouden worden gebruikt in verband met de festiviteiten waarvan op die data op verschillende plaatsen in Wageningen sprake zou zijn. De dranghekken stonden onder meer in de buurt van een aantal studentensociëteiten, waar in de nacht van 3 op 4 mei feest werd gevierd. (Een) Onbekende persoon/personen heeft/hebben in deze nacht een dranghek op de weg geplaatst. Verzoekster is vervolgens op haar scooter tegen dit hek aangereden en heeft daarbij letsel opgelopen. Zij stelt de
  4. VR 2018/32 Deelgeschil; niet geschikt voor deelgeschil i.v.m. noodzaak
    bewijslevering.

    Jurisprudentie
    Verzoekster nam deel aan een fietstoertocht. Bij een versmalling in de weg, waar onder meer zgn. varkensruggen zijn geplaatst om het gemotoriseerd en ongemotoriseerd verkeer te scheiden, is zij ten val gekomen toen een andere deelnemer aan de toertocht moest uitwijken voor deze varkensruggen. Verzoekster heeft daarbij onder meer een heupfractuur opgelopen. Zij verzoekt in deze procedure een verklaring voor recht dat de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk is voor haar schade, aangezien deze wegsituatie gebrekkig was. De rechtbank stelt vast dat de enkele aanwezigheid van de varkensruggen
  5. VR 2018/36 Achtervolging van fietser met auto. Zware mishandeling.
    Opzet.

    Jurisprudentie
    Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte een zeer risicovolle situatie in het leven heeft geroepen door, kort gezegd, met zijn auto een drietal op de fiets voor hem uit vluchtende jongens te achtervolgen op een smal fietspad dat geen mogelijkheid bood om uit te wijken. Voorts heeft het hof geoordeeld dat de mate van gevaarzetting van deze gedraging blijkt uit de omstandigheid dat de verdachte, nadat een van de jongens was gevallen, zijn auto niet tijdig tot stilstand wist te brengen en de fiets niet wist te ontwijken. Hieruit heeft het hof afgeleid dat de verdachte, door een combinatie van te
  6. VR 2018/37 Dood door schuld. Rijden onder invloed. Duisternis.

    Jurisprudentie
    Verdachte heeft als beginnend bestuurder onder invloed van alcohol op een donkere, onverlichte weg een uitwijkmanoeuvre uitgevoerd en zich daarbij onvoldoende vergewist of de weghelft waar hij naar uitweek vrij was. Verdachte had het slachtoffer naar het oordeel van het hof onder de in de onderhavige zaak genoemde omstandigheden bij oplettend rijden zodanig tijdig kunnen en moeten opmerken, dat hij een aanrijding had kunnen voorkomen. Daarmee is naar het oordeel van het hof voldoende vast komen te staan dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gehandeld in de zin van
  7. VR 2018/38 Dodelijk ongeval. Opzet? Roekeloosheid? Schuld? Psychose door
    drugsgebruik. Straf.

    Jurisprudentie
    Verdachte reed met een zeer hoge snelheid over de A2 (gemiddeld 217 kilometer per uur). Met deze zeer hoge snelheden reed verdachte afwisselend over de meest linker rijstrook en over de vluchtstrook. Rijdend over de vluchtstrook haalde hij andere verkeersdeelnemers in. Van remmen tijdens die inhaalmanoeuvres is niet gebleken. Vlak voor de plek van de botsing was sprake van een vermindering van het aantal rijstroken en eindigde de vluchtstrook door middel van een verdrijvingsvlak. Borden aan de kant van de weg, pijlen op het wegdek en het verdrijvingsvlak lieten zien dat de vermindering van het
  8. VR 2018/39 Verkeersongeval. Schuld. Aanmerkelijk onoplettend rijden.
    Zwaar lichamelijk letsel. Dood. Causaal verband. Wens nabestaanden.

    Jurisprudentie
    Verdachte verleende als bestuurder van een personenauto geen voorrang aan een op een tot een voorrangsweg behorend fietspad rijdende fietser. Deze liep daardoor zwaar lichamelijk letsel (diverse breuken) op. Twee dagen na het ongeval overleed het slachtoffer in het ziekenhuis aan een inwendige bloeding.Nu verdachte bekend was met de verkeerssituatie en wist dat het om een (gevaarlijke) kruising ging waar je niet vrij kan kijken, mocht van de verdachte als wegbestuurder worden verwacht dat hij extra oplettend was. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte in onvoldoende mate heeft
  9. VR 2018/40 Verkeersongeval. Schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en
    onoplettend handelen. Letsel. Strafmaat.

    Jurisprudentie
    Verdachte keerde een door hem bestuurde auto op een plaats waar dit verboden was. Door deze manoeuvre uit te voeren op een plaats waar dit verboden was, terwijl hij wist dat de bestuurder van een motorfiets hem naderde, en zonder voldoende uit te kijken of hij met zijn handelen anderen in gevaar zou brengen, heeft verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gehandeld. Daardoor heeft de bestuurder van de motorfiets zodanig lichamelijk letsel opgelopen dat daaruit tijdelijke verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan. Omdat het verkeersongeluk meer dan twee
  10. VR 2018/41 Lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig.

    Jurisprudentie
    De militaire kamer overweegt dat uit de verklaring van verdachte zelf volgt dat hij in een rustig tempo de kruising naderde en zijn blik gericht hield op de auto’s die - gezien zijn rijrichting - van links kwamen, omdat hij zo mogelijk nog vóór die auto’s de Stationsstraat wilde oprijden. Ook de getuigen, getuige 1 en het slachtoffer, hebben verklaard dat verdachte niet snel reed, waarbij het slachtoffer heeft waargenomen dat verdachte aanvankelijk snelheid minderde. Nu verdachte ook heeft verklaard dat hij de fietser niet heeft gezien, ter plaatse wel bekend was en ook wist dat hij aan
  11. VR 2018/42 Dood door schuld. Strafmaat.

    Jurisprudentie
    Verdachte heeft als bestuurder van een personenauto een voor hem rijdende auto willen inhalen en heeft daartoe twee doorgetrokken strepen overschreden. Verdachte overschreed daarbij de geldende maximumsnelheid met 17 km/h. Hij is met zijn personenauto de linker weghelft opgereden en daar met de linkerzijde van zijn voertuig frontaal in aanrijding gekomen met een hem tegemoetkomende motorrijder. De motorrijder is ten gevolge van de botsing komen te overlijden. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zeer onvoorzichtig en onachtzaam heeft gereden, wat betekent dat verdachte schuld heeft in de
  12. VR 2018/43 Poging tot zware mishandeling. Inrijden op slachtoffer.
    Opzet. Rijden onder invloed.

    Jurisprudentie
    Verdachte is met zijn oldtimer tractor naar het Oldtimerfestival gegaan. Hij heeft daar een grote hoeveelheid bier gedronken. Hij is vervolgens met zijn tractor naar het festivalterrein van Truckfestival gereden. Hij heeft op een gegeven moment met een relatief hoge snelheid met zijn tractor in de richting van het slachtoffer gestuurd waardoor deze opzij moest springen. De rechtbank is gelet op deze feiten en omstandigheden van oordeel dat verdachte met zijn gedragingen en in het bijzonder gelet op het gewicht van de door hem bestuurde tractor, willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft
  13. VR 2018/48 Roekeloosheid. Bewijs.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft 's nachts in het kader van een verkeersruzie - waarbij de verdachte een voor hem rijdende auto dicht heeft genaderd, met de lichten van zijn auto heeft geseind en vervolgens rechts heeft ingehaald - zijn auto plotseling tot stilstand gebracht op de rechterrijstrook van een onverlichte autosnelweg omdat hij 'verhaal wilde halen'. Daarbij heeft hij zo abrupt geremd dat de achter de verdachte rijdende auto werd gedwongen te stoppen. Als gevolg daarvan kon een derde achteropkomende auto de stilstaande auto's niet meer ontwijken en is deze auto met beide stilstaande auto's in
  14. VR 2018/49 Dood door schuld. Epilepsie.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft met een door haar bestuurde personenauto twee voetgangers en een fietser aangereden. De voetgangers zijn hierbij om het leven gekomen. Ten tijde van de aanrijding had de verdachte een epileptische aanval. Gelet op hetgeen zij op dat moment wist omtrent haar medische situatie, moest de verdachte serieus rekening houden met het optreden van een zodanig plotseling bewustzijnsverlies, zoals dit zich ook vlak voor en tijdens het verkeersongeval heeft voorgedaan. De verdachte heeft zich zeer onvoorzichtig en onachtzaam gedragen en met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen
  15. VR 2018/50 Inrijden op persoon. Poging tot zware mishandeling. Opzet.

    Jurisprudentie
    De verdachte is met verhoogde snelheid, zonder te remmen, gericht op de aangever toegereden, hij heeft hem geraakt en hij is vervolgens doorgereden. Dit gedrag van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank naar zijn uiterlijke verschijningsvorm zo zeer gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij de aangever, dat het niet anders kan dan dat verdachte opzet op zwaar lichamelijk letsel bij de aangever heeft gehad.
  16. VR 2018/51 Verkeersongeval. Schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en
    onoplettend handelen. Letsel. Strafmaat.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft als bestuurder van een personenauto een bijzondere manoeuvre - keren - willen uitvoeren op een plaats waar dit verboden was. Door deze manoeuvre uit te voeren op een plaats waar deze verboden was, zonder goed uit te kijken of hij daarmee anderen niet in gevaar zou brengen, heeft verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gehandeld. Als gevolg van deze ernstige verkeersovertreding heeft het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opgelopen.De ontzegging van de rijbevoegdheid wordt voorwaardelijk opgelegd omdat de verdachte zonder zijn rijbewijs zijn werk als
  17. VR 2018/53 Mobiele telefoon. Vasthouden. iPhone.

    Jurisprudentie
    Het begrip 'mobiele telefoon' was ten tijde van de gedraging - anders dan tegenwoordig - niet nader gedefinieerd in het RVV 1990. In een dergelijke situatie wordt voor de uitleg van een begrip doorgaans aansluiting gezocht bij hetgeen de wetgever in de toelichting daaromtrent heeft vermeld. Blijkens de Nota van Toelichting bij het Besluit van 4 februari 2002 tot wijziging van het RVV 1990 (verbod handmatig telefoneren), Stb. 2002, 67 - waaraan de betrokkene ook heeft gerefereerd -, wordt onder mobiele telefoon verstaan: "een apparaat dat bestemd is voor het gebruik van mobiele openbare
  18. VR 2018/54 Parkeren. Rijbaan.

    Jurisprudentie
    Administratieve sanctie ter zake van “met een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken (bijv. laten stilstaan op trottoir/voetpad etc.)”. Gegeven de inrichting van het deel van de straat waar de betrokkene zijn voertuig had geparkeerd, oordeelt het hof dat niet een zodanige scheiding is aangebracht tussen de verschillende soorten bestratingen, dat gesproken kan worden van een trottoir. De weg is hier zo ingericht dat voertuigen gebruik kunnen maken van de gehele breedte van dit weggedeelte. Dit betekent dat dit deel van de straat in zijn geheel als rijbaan moet worden aangemerkt. Dat de hieraan
  19. VR 2018/55 Parkeren. Berm. Rijbaan.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene was een administratieve sanctie opgelegd ter zake van parkeren in strijd met een parkeerverbod (bord E1). Het voertuig van de betrokkene stond niet op de rijbaan geparkeerd, maar op de met grastegels bedekte en verharde berm.Voor de uitleg van het begrip weg in de zin van artikel 65, tweede lid, van het RVV 1990 dient geen aansluiting bij het begrip weg als bedoeld in artikel 1, onder b van de WVW 1994 te worden gezocht. Het parkeerverbod aangegeven met bord E1 als bedoeld in bijlage 1 van het RVV 1990 strekt zich niet uit over de berm van de weg (ECLI:NL:GHARL:2016:3927).Het

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!