VR 2024/110 De Implementatiewet zesde richtlijn motorrijtuigenverzekering;
VR 2024/111 Wegslepen voertuig wegens belemmeren van uitrit. Kosten voor rekening van appellant.
De appellant had zijn voertuig geparkeerd voor de deur van een garagebox, waarop het college van B&W van Den Haag het voertuig heeft laten wegslepen. De kosten van deze operatie zijn op de appellant verhaald uit hoofde van artikel 5:25 Awb. De Afdeling is van oordeel dat het college deze plaats terecht heeft aangemerkt als een in- of uitrit. De loods is immers bereikbaar vanaf de weg waartoe de stoepband is verlaagd en waarbij een fietspad moet worden gepasseerd. Daarnaast verschilt de bestrating van het fietspad van die van de weg. De verwijdering van het voertuig was noodzakelijk in verband
VR 2024/112 Beroepschrift ingediend bij onbevoegd bestuursorgaan. Voortijdig ingediend beroepschrift.
De gemachtigde van de betrokkene heeft geparkeerd op een gehandicaptenparkeerplaats zonder duidelijk zichtbare gehandicaptenparkeerkaart. Het beroep tegen de inleidende beschikking, die naar aanleiding van deze gedraging aan de betrokkene is gestuurd, is door de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De kantonrechter heeft dit oordeel bevestigd. Hoewel de gemachtigde een e-mail van 1 juni 2022 naar de gemeente had gestuurd, was deze niet bevoegd om over de zaak te beslissen. Volgens artikel 6:15 van de Awb had de gemeente deze e-mail moeten
VR 2024/113 Dood door schuld door openen autodeur in verkeer.
Verdachte heeft het portier van een taxi geopend op een drukke straat in Leiden. Als gevolg van het openen van de deur viel een meisje op de fiets op het wegdek waarop zij vervolgens werd overreden door een lijnbus en ter plaatse overleed. Er is sprake van schuld in de zin van art. 6 WVW 1994 en niet van enkele momentane onoplettendheid nu verdachte gewaarschuwd was voor de gevaarlijke verkeerssituatie en toch slechts een snelle blik op de ramen wierp.
VR 2024/114 Artikel 6 WVW 1994. Hypoglykemie bij vrachtwagenchauffeur met diabetes. Vaststelling schuld.
De bestuurder van een vrachtwagen is met zeer hoge snelheid door een rood licht uitstralend verkeerslicht gereden en is daarbij in botsing gekomen met een personenauto. De bestuurder van deze personenauto is als gevolg van dit ongeval om het leven gekomen. De verdachte had voorafgaand en tijdens het ongeval een extreem lage glucosewaarde, ook wel een hypoglykemie genoemd, en was tijdens en kort na het ongeval nauwelijks bij bewustzijn. Het hof is van oordeel dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld en het risico op een plotselinge black-out in het verkeer heeft aanvaard. De