VR 2025/30 Artikel 6 WVW 1994 met dodelijke afloop. Botsing met achterlangs lopend slachtoffer bij achteruitrijden. Uitkomst mediation meegewogen bij bepaling straf.
De verdachte stond met zijn bestelauto geparkeerd bij de ingang van een appartementencomplex om een pakketje af te leveren. Na het bezorgen van het pakketje reed hij ongeveer 50 meter achteruit in een poging om het terrein te verlaten. Tegelijkertijd liep het slachtoffer achter de bestelauto langs, waardoor zij werd geraakt, ten val kwam en werd overreden. Als gevolg hiervan is het slachtoffer om het leven gekomen. De rechtbank constateert dat de verdachte bij het uitvoeren van de bijzondere manoeuvre het slachtoffer voorrang had moeten verlenen en derhalve een ernstige verkeersfout heeft
VR 2025/31 Tramongeval met voetganger. Aansprakelijkheid werkgever van trambestuurder.
Op 15 december 2014 werd appellante als voetganger aangereden door een tram van HTM in Den Haag. Zij stak de tramrails over zonder te kijken. Ze raakte ernstig gewond en werd later volledig arbeidsongeschikt verklaard. HTM wees volledige aansprakelijkheid af, maar bood aan om 60% van de schade te vergoeden. Appellante weigerde dit aanbod. De trambestuurder verklaarde dat de tram niet op tijd kon stoppen en dat de voetganger waarschijnlijk door rood licht liep. Haar zicht werd mogelijk belemmerd door een paraplu. Deze feiten staan vast en worden in hoger beroep niet betwist. Eerder oordeelde de
VR 2025/32 Schadevergoeding. Opvolgende persoonlijke onderzoeken. Onrechtmatig verkregen bewijs.
Op 29 september 2015 werd X van achteren aangereden door een auto. Aegon, de WAM-verzekeraar van de autobestuurder die X aanreed, had de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. X was vijf jaar lang in loondienst werkzaam als technisch adviseur c.q. rayonleider voordat hij in 2005 zelfstandig ondernemer in de spuitmachinebranche was geworden. Na het ongeval werkte hij ondanks medische beperkingen 15-20 uur per week. Anonieme tips over mogelijke fraude leidden niet tot onderzoek. In latere jaren ontving X leningen en waren er re-integratiepogingen. Er ontstonden financiële en medische
VR 2025/33 Forse overtreding maximumsnelheid. Eigen schuld. Causaliteitsverdeling.
Op 6 januari 2023 vond op de Nieuweweg in Valkenburg een botsing plaats tussen twee auto’s. De Volvo van A draaide stapvoets uit een hoteluitrit en werd door de Volkswagen Golf van X aangereden. X reed met 110 km/u, terwijl de maximumsnelheid 50 km/u was. A verklaarde dat hij beperkt zicht had en de Golf niet tijdig zag. Aanvankelijk zei X 50 à 60 km/u te rijden, maar de gegevens toonden een snelheid van 110 km/u aan. Getuigen bevestigden dat A stapvoets reed en dat de snelheid van X te hoog was. De politie concludeerde dat de hoge snelheid van X en het niet verlenen van voorrang door A de
VR 2025/34 Letsel na val kunstmatige skibaan. Onrechtmatige gevaarzetting. Schending zorgplicht.
A is een indoor skicentrum met een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering bij Interpolis. In hun algemene voorwaarden staat dat skiën risico’s met zich meebrengt en dat het dragen van een helm wordt aanbevolen, vooral voor kinderen en snowboarders. Blessures zijn voor eigen risico. X volgde van 2016 tot 2019 meerdere skilessen bij A, waarbij hij geen helm droeg. Tijdens een skiles in 2019 verloor X zijn balans en viel hij met zijn hoofd op de skimat of de achterrol van de skimat. De skibaan draaide toen met een snelheid van 17 km/u. De skileraar drukte meteen op de noodstop, maar X raakte