Verkeersrecht 2017-12

Editie
Datum uitgave: 

VR 2017/161 Deelgeschil; hoger beroep deelgeschil; bindende
eindbeslissing?

Jurisprudentie
Appellant verrichte als zzp'er vanuit zijn eigen eenmanszaak opdrachten voor de onderneming van zijn ouders (X). Op enig moment is hem een ernstig eenzijdig verkeersongeval overkomen, terwijl hij reed in een bedrijfsauto van X. In deelgeschil heeft hij een verklaring voor recht gevorderd dat zowel X als Reaal (de AVB-verzekeraar van X) jegens hem aansprakelijk zijn, nu X niet heeft zorggedragen voor een adequate verzekering. De rechtbank heeft, veronderstellenderwijs aannemend dat het ongeval appellant is overkomen tijdens het uitvoeren van een opdracht voor X, allereerst overwogen dat er

VR 2017/162 WAM, dekkingsgeschil, verzekeringsfraude?

Jurisprudentie
Geïntimeerde (X) heeft appellant (de WAM-verzekeraar van Y) aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van een ongeval dat zou hebben plaatsgevonden tussen X en Y, waarbij Y ten onrechte geen voorrang zou hebben verleend. Appellant heeft betwist dat dit ongeval heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft X toegelaten tot bewijs dat het ongeval heeft plaatsgevonden en vervolgens geoordeeld dat hij in het leveren van dat bewijs is geslaagd, zodat appellant is veroordeeld tot vergoeding van de door X geleden schade. In appèl betoogt appellant dat de rechtbank ten onrechte dit bewijs geleverd heeft

VR 2017/163 Verzekeringsfraude? Onvoldoende onderbouwd.

Jurisprudentie
Appellant heeft in 2011 een Volvo gekocht waarmee de vorige eigenaar in 2010 tegen de vangrail was gereden. De schade die daarbij was ontstaan was op het moment van de verkoop (nog) niet hersteld. In 2012 heeft appellant bij Univé nieuwe schade geclaimd, volgens hem ontstaan bij een aanrijding met een VW Golf. Univé stelt dat in ieder geval een deel van de schade oude schade is en heeft daarop uitkering geweigerd, alle verzekeringen beëindigd, appellant opgenomen in diverse registers en hem gesommeerd de onderzoekskosten te voldoen. Univé baseert zich daarbij primair op het Algemeen Reglement

VR 2017/164 Verzekeringsdekking; beroep op fraude afgewezen.

Jurisprudentie
Eiser was eigenaar van een betrekkelijk nieuwe BWM 520d Sedan. Hij had deze verzekerd bij ASR, met onder meer een volledige cascodekking. Laat in de avond wilde eiser oversteken met een veerpont. Omdat de veerpont net weg was, zette hij de auto stil op de (hellende) veerstoep. Nadat hij was uitgestapt, is de auto het water ingerold. Na een toedrachtsonderzoek door CED heeft ASR dekking geweigerd en de verzekering opgezegd. Eiser vordert (1) een verklaring voor recht dat ASR dekking moet verlenen, (2) betaling van een verzekeringsuitkering van € 70.000,- en (3) verwijdering van zijn gegevens

VR 2017/165 Kort geding, dekkingsgeschil, verzekeringsfraude?

Jurisprudentie
Kort geding. Eiser heeft bij Allianz en Aegon gemeld dat er een ongeval zou hebben plaatsgevonden tussen een door hem bestuurde personenauto en een door X bestuurde bestelbus. De personenauto was verzekerd bij Allianz en de (gehuurde) bestelbus bij Aegon. Eiser stelt daarbij dat hij plotseling hard moest remmen en dat X toen achterop is gebotst. Allianz heeft uitkering geweigerd en gesteld dat eiser heeft gefraudeerd. De voorzieningenrechter wijst de door eiser ingestelde vordering af en overweegt daarbij dat het weinig aannemelijk is dat eiser een vordering op Allianz/Aegon heeft, nu diens