Datum uitgave:
VR 2019/128 Aanhangwagen. Koppeling. Voorzijde.
De lading van de aanhangwagen bevond zich achter de koppeling van de aanhangwagen, maar tussen die koppeling en het kopschot van de aanhangwagen. De lading was tussen een rek op het kopschot aan de rechterzijde van de aanhangwagen geplaatst. Het hart van de koppeling heeft als voorzijde van de aanhangwagen te gelden. De betrokkene heeft zich dus niet schuldig gemaakt aan “met voertuig/samenstel rijden terwijl de lengte van de ondeelbare lading voor de voorzijde van de aanhangwagen uitsteekt”.
VR 2019/129 Aansprakelijkheid wegbeheerder: geen gebrekkige zaak en geenonrechtmatige daad van provincie. Vorderingen afgewezen.
In 2013 komt eiser op zijn racefiets in een bocht naar rechts in aanrijding met een tegemoetkomende fietser (fietser 1). Bij de aanrijding is de remgreep van het stuur van de fiets van fietser 1 blijven haken in de rechter onderarm van eiser, met letselschade tot gevolg. Eiser stelt dat de Provincie primair op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is jegens eiser. Eiser voert daartoe aan dat de inrichting van het fietspad een gevaarlijke gebrekkige dan wel onrechtmatige weginrichting vormde. Subsidiair stelt eiser de Provincie aansprakelijk op grond van art. 6:162 BW omdat het fietspad volgens
VR 2019/130 Dodelijk verkeersongeval snelweg; wisseling van rijbaan;
omkeringsregel; geen eigen schuld.
Een vrachtwagen botst op de snelweg tegen een Volkswagen, waardoor de Volkswagen dwars voor de vrachtauto terechtkomt en beide voertuigen uiteindelijk in de berm belanden. De bijrijdster in de Volkswagen komt als gevolg van het ongeval te overlijden. De bestuurder van de Volkswagen vordert dat de bestuurder van de vrachtwagen en zijn WA-verzekeraar worden veroordeeld tot betaling van de schade als bedoeld in art. 6:107 en art. 6:108 BW nader op te maken bij staat. In deze procedure ligt de vraag voor of het ongeval is veroorzaakt doordat de bestuurder van de Volkswagen de macht over het stuur
VR 2019/131 Verjaring vordering vergoeding van schade ontstaan door
verkeersongeval.
New India heeft de schade vergoed die door gedaagde ten gevolge van een ongeval was veroorzaakt aan de auto van een derde. New India heeft regres genomen op gedaagde ter hoogte van het door haar aan de derde betaalde bedrag. In een recovery agreement hebben partijen onder meer te kennen gegeven dat gedaagde verplicht is dit bedrag aan New India te betalen. Het stuk is op 15 februari 2008 ondertekend door partijen. Vervolgens heeft New India gedaagde diverse malen schriftelijk gemaand om zijn betalingsverplichtingen na te komen. New India vordert het gerecht om gedaagde te veroordelen tot
VR 2019/132 Verkeersaansprakelijkheid, geen verjaring.
Ongeval op Curaçao tussen de auto van eiseres en een bij gedaagde verzekerde auto. Eiseres spreekt gedaagde aan tot vergoeding van haar schade. Gedaagde heeft bij conclusie van antwoord (1) betwist dat
haar verzekerde een verkeersfout zou hebben gemaakt en (2) gesteld dat de
vordering van eiseres verjaard zou zijn. Beide stellingen zijn nadien
uitgebreid door eiseres weersproken. Gedaagde heeft daar niet meer op
gereageerd. Het verweer is daarmee onvoldoende gehandhaafd en faalt. Daarmee
staat vast dat gedaagde aansprakelijk is voor de door eiseres geleden schade.
Volgt bespreking van de