Verkeersrecht 2020-2

Editie
Datum uitgave: 

VR 2020/28 Parkeren. Kiss and ride-bord.

Jurisprudentie
De sanctie is opgelegd voor het parkeren op een parkeergelegenheid op een andere wijze of met een ander doel dan op het bord of op het onderbord is aangegeven. Een verkeersbord L52 (Kiss & Ride) duidt geen parkeergelegenheid aan. Dat betekent dat de onderhavige gedraging niet is verricht. Het RVV 1990 kent ook geen andere bepaling die het parkeren in strijd met een verkeersbord L52 verbiedt. Het handelen in strijd met dit verkeersbord kan daarom geen basis vormen voor de oplegging van een sanctie.

VR 2020/30 Geslotenverklaring. Milieuzone.

Jurisprudentie
Artikel 9, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wahv brengt mee dat indien in het kader van de aanwending van rechtsmiddelen tegen de oplegging van een sanctie op grond van de Wahv de rechtmatigheid van de bebording en het daaraan ten grondslag liggende verkeersbesluit wordt betwist, door de officier van justitie in administratief beroep en de rechter zal moeten worden onderzocht of dat besluit ten tijde van de gedraging rechtskracht had en of dat besluit niet later in een bestuursrechtelijke procedure is vernietigd of met terugwerkende kracht tot (vóór) het tijdstip van de gedraging is

VR 2020/31 Parkeren. Gehandicaptenparkeerplaats. Gevaarzetting?

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar wordt/kan worden veroorzaakt of verkeer wordt/kan worden gehinderd”.De verbalisant heeft vastgesteld dat het voertuig van de betrokkene (deels) stond geparkeerd op een gehandicaptenparkeerplaats. In artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) is bepaald dat op een gehandicaptenparkeerplaats slechts een motorvoertuig op meer dan twee wielen mag worden geparkeerd waarin een geldige

VR 2020/32 Trajectcontrole. Bebording.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 11 km/h (verkeersbord A1)”. Uit het zaakoverzicht volgt dat de gedraging in de onderhavige zaak is geconstateerd door middel van een trajectcontrole op de autosnelweg A2 te Baambrugge. In afwijking van de reguliere maximumsnelheid op autosnelwegen zou op het betreffende traject (ook) op het tijdstip van de gedraging de maximumsnelheid 100 kilometer per uur zijn. In het zaakoverzicht is aangegeven dat de maximumsnelheid ter