VR 2022/118 X verlaat zijn auto. A stapt in de auto en rijdt X aan. Gebruik auto in overeenstemming met gebruikelijke functie; sprake van deelneming aan verkeer? Onzorgvuldigheid van X; diefstaluitsluiting? Eigen schuld X?
Op 10 augustus 2012 stopt X zijn auto en roept beledigende teksten naar een jongetje. X stapt vervolgens uit de auto en raakt in confrontatie met drie mannen. Tijdens deze confrontatie wordt X door hen omsloten en met een mes bedreigd. X steekt één van hen, A, in zijn arm met een mes en rent vervolgens weg. A stapt in de auto van X, achtervolgt hem en rijdt over hem heen. A is strafrechtelijk veroordeeld voor poging tot moord en poging tot zware mishandeling. X is vrijgesproken, omdat hem een succesvol beroep op noodweer toe kwam. X stelt Y, bij wie zijn auto onder de WAM was verzekerd
VR 2022/119 Ongeval tussen overstekende voetgangster en automobilist. Beroep op overmacht; automobilist kan rechtens geen enkel verwijt worden gemaakt.
VR 2022/120 Fietser botst tegen trottoirband; gebrekkig opstal; wegbeheerder aansprakelijk.
In 2016 komt A met haar fiets ten val in de Dorpstraat in Meijel. Het ongeval ontstaat doordat A met het voorwiel van haar fiets tegen de opstaande rand van de trottoirband aankomt, waardoor zij uit balans raakt en valt. Door de val loopt A ernstig letsel op aan haar bovenarm en schouder. De Dorpstraat was vlak daarvoor gereconstrueerd door de gemeente (B). A verzoekt een verklaring voor recht dat B op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is voor haar schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank wijst het verzoek toe, omdat de trottoirband niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de
VR 2022/121 Fietser botst tegen portier geparkeerde auto. Tweede deelbeschikkingsverzoek geen verkapt hoger beroep. Bewijslevering; geen eigen schuld; monteur aansprakelijk.
Op 9 juni 2016 botste fietser X tegen het openstaande portier van een langs de weg geparkeerde auto waaraan Y werkzaamheden verrichtte. X kwam ten val en liep letsel op. X stelt dat Y het portier plotseling opendeed terwijl hij langs fietste. Y stelt dat X door eigen onvoorzichtigheid tegen het openstaande portier is gereden terwijl Y onder de motorkap bezig was. In een eerste deelgeschilprocedure verzocht X een verklaring voor recht dat Y en diens werkgever aansprakelijk zijn voor de schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank oordeelde dat niet tot een beslissing kon worden gekomen
VR 2022/122 Fietsster X komt ten val. Betrokkenheid brommerrijder Y bij dit ongeval en toepassing art. 185 WVW?
Op 24 december 2019 komt fietsster X ten val. Ze stelt dat deze val is veroorzaakt doordat haar fiets door de achterkant van de brommer van Y is geraakt. X verzoekt een verklaring voor recht dat Y en Unigarant hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de gevolgen van het ongeval, in de zin van art. 185 WVW. Y en Unigarant beroepen zich primair op overmacht en subsidiair betwisten ze de door X gestelde toedracht van het ongeval. De rechtbank wijst het verzoek af en overweegt hiertoe als volgt. De bewijslast voor het vaststellen van betrokkenheid van Y bij het ongeval rust op grond van art. 150 Rv op X