Verkeersrecht 2022-7-8

Editie
cover vr 2022-7-8
Datum uitgave: 

VR 2022/098 Fietspad. Politieperskaart. Ontheffing?

Jurisprudentie

De betrokkene, als journalist in het bezit van een politieperskaart, reed met zijn auto over het fietspad. Dit deed hij om de weg niet te blokkeren, de hulpdiensten niet te hinderen en om voldoende afstand te houden van de plaats van het ongeluk. De politieperskaart verleent, zo volgt uit het “Reglement met betrekking tot de Landelijke Politieperskaart” die te vinden is op de website van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, de betrokkene enkel toegang tot (bepaalde) plaatsen en/of gebieden die voor het publiek niet toegankelijk zijn, om zijn werk als journalist te kunnen uitvoeren. Dit

VR 2022/099 Uitrit. Inrit. Wegconstructie.

Jurisprudentie

Er is sprake van een kruising waar meerdere wegen op uitmonden, waaronder de Bergse Linker Rottekade. Daarbij is gebruik gemaakt van een uitritconstructie om die uitmonding te construeren. Het trottoir en het fietspad naast de doorgaande weg lopen door over de aansluiting en er is gebruik gemaakt van inritblokken. Op grond hiervan is sprake van een uitmonding die duidelijk als een in- en uitrit kan worden aangemerkt.

VR 2022/100 Doorgetrokken streep. Inhalen over vluchtstrook.

Jurisprudentie

Aan de betrokkene is een sanctie opgelegd voor overtreding van artikel 76, eerste lid, van het RVV 1990. De verklaring van de ambtenaar houdt onder meer in: “Zag de personenauto twee voertuigen voor mij uitvegen over de doorgetrokken streep verplaatsen richting de vluchtstrook. Er was geen sprake van nood. Maakte gebruik van vluchtstrook om stilstaand verkeer te passeren.” Het hof begrijpt in het licht hiervan de verklaring van de ambtenaar zoals opgenomen in het zaakoverzicht aldus dat het voertuig de doorgetrokken streep die zich niet langs de rijbaanverharding bevindt, heeft overschreden om

VR 2022/101 Parkeren. In- of uitrit. Toestemming gebruiker.

Jurisprudentie

Artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 betreft een absoluut verbod en is dus niet afhankelijk van toestemming van de eigenaar of gebruiker van de in- of uitrit. Aan de omstandigheid dat de houder van de garage waarvoor de in- of uitrit is gelegen toestemming had gegeven om het voertuig daar te parkeren, mocht de betrokkene niet de gerechtvaardigde verwachting ontlenen dat zijn wijze van parkeren was toegestaan.

VR 2022/102 Rijbewijs. Vordering tot overgifte. Strafbaarheid.

Jurisprudentie

De vordering tot overgifte van het rijbewijs is, net als de invordering en de inhouding van het rijbewijs, een veiligheidsmaatregel die wordt genomen in afwachting van een strafbeschikking of een beslissing van de rechter ter zake het feit waarvoor de overgifte van het rijbewijs is gevorderd. Een redelijke wetsuitleg brengt daarom mee dat als een strafbeschikking is genomen of de rechter in de strafzaak over het feit waarvoor de overgifte van het rijbewijs is gevorderd heeft beslist, en bij die beschikking of beslissing aan de verdachte geen onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid